De eerste swoon van 2017 alweer ! Een redactioneeltje ook nog.
Intenties
Maar, aangevuurd door de wondermooie commentaartjes, zal deze eerste zeker en vast niet de laatste wezen ! Ik heb errugg genoten van de reply op m’n Soft Sides in Superswoon-editie, dus neem ik hierbij de draad even enthousiast als eigenzinnig weer op. Schijnbaar m’n handelsmerk, en de grey ones werden/worden er veels te blij van. Voor grijze gannefjes – met de pet opzij – doe ik wat, beste lezers.
Ze hebben niet de klagen, die cerebellumjes, en Ariadnesdraad evenmin !
Cijfertjes
Elke maand van 2016 raakte in het archief. Wat zeg ik, élke week :#droomdiewaarwordt. Goed voor + 50 postjes en dik 5000 views. Like(d)… A lot kennelijk, want de like-button werd smooth and swiftly aangeslagen.
In 2015 was de ratio columns/views nog 30/3000 – ter vergelijk. Met dank aan de Zwijmelclub, waar ik me als een vis in het water voel, stel ik vast dat afgelopen blogjaar een stuk lees-en schrijfgerichter is uitgedraaid.
Hoera ende joepie ! Niet alleen voor fijne lezers en #goudenreageerders, maar ook voor het inzicht, de humor, de kadrering en het afvlakken van menig scherp kantje die ’t mijzelf bracht.
Doel
Het doel voor 2017 : het stukjes totaal van Ariadnesdraad richting de 350 manoevreren – en vooral de tel niet kwijtspelen …
Mét esprit, een stevige snuif (zelf)spot en ‘er bovenstaand’, zodat jullie, beste lezers, een overview krijgen van de capriolen, waarop de wereld en niet in het minst m’n little grey cells zullen gaan broeden … De #SG17, Spreekwoorden en Gezegden van Carel, om maar iets te noemen.
Dat we er maar es goed om mogen gibberen ! Smering van ’t kraakbeen der pijne harten, immers.
Voor nu doe ik ’t nog maar efkes met glucosamine, lenige hersentjes en de uitslaande beentjes van dit danspaar, dat een heel eigen paso – of is het ’n seguidilla ? – ten beste geeft. Ma-ra-vil-ho-so, die souplesse. Ik kan niet anders dan Arturo Artus * bijvallen die stelt : “… ich wollte, ich könnte es nur annahërnd so.” Einde citaat.
Vavavoem
Het blogjaar is geopend, beste lezers : met bling bling en vavavoem !
Toen de dieren nog spraken, zat ik op ’t hartsgrondig verfoeide internaat. Geen geweldige uitgangspositie. Ter compensatie verslònd ik boeken. In het boek was uit de kostschool, tenslotte.
Om de verplichte boekenlijst malen was d’r niet bij. Wel erover, want ik greep steevast mis in de schoolbib, en de boekenbank thuis, op plus 50 kilometertjes, kon weinig voor me betekenen. Maar was die dijk geslecht, zat ik gebeiteld. Mét boek, en – naar ik nu weet – formidabele inhoudelijke vragenlijst. Ik las, noteerde, schreef en herformuleerde dat ’t een lieve lust was.
Of het Meneer Nederlands ook zo lieflustig was, geen idéé, mààr : hij kreeg zeker weten het volle pond voor zijn ‘goed uitgewerkt en onderbouwd’ – aspiraties.
Het bewijs : z’n openingsrepliek op m’n allereerste boekverslag in zijn opdracht. “Dit is niet alleen in lengte, maar ook in diepte een goed uitgewerkte boekbespreking.”
Spijkers met koppen, want ’t was op ’n haartje na manuscript, beste lezers. 18 kantjesvol. Bijschrift : zo’n 20 leidvragen en nog best groot uitgevallen hanenpoten.
Na de meewarige blikken en snedige opmerkingen bij inlevering, was diep doorvoeld soelaas én van oor tot oor grijnzende voldoening mijn deel.
Ergo : ik bleef heerlijk boekwonen hierna, en lijvige pillen oppennen. Hoera voor doorwrocht – het werd m’n handelsmerk, slechte motoriek of niet.
Zo ging dat, tot ik groot was, en ik niet alleen in boeken, maar ook in het échte leven van alledag ging wonen. Daarin kwamen dikke tomen misericordia voor, die me zo opslorpten, dat ik, wat lezen aanging, nog slechts ’t geheugen van een goudvis overhield. ’t Leesgekwakkel gold, tot die goudvis lucht wilde, en ik een deur – tussen de tristesse en mezelf.
Met Ariadnesdraad was de leeslust terug.
Ik fact-checkte me een slag in de rondte, en genoot er ook nog van.
Dat feiten nalopen gaf input, en daar moest toch wel een boekrubriek inzitten ? Reading Thoughts.
Parmantige naam in eigen categorie. Met, op vandaag, slechts de inhoud van 1(!) artikeltje erin. In aanvang veelbelovend, maar qua uitvoering om te huilen.
Echtigentechtig, ik mis de leidvragen van weleer, om me door het boekbeschrijf te loodsen. Een heus draagvlak om de inhoud én mijn enthousiasme tot iets leuk leesbaars te transformeren.
Wil ik weer die steunende vraagstelling hebben, dan zal ik ze zelf moeten aanleveren. Ben ik groot genoeg voor, maar er is dat addertje. Het sist niet, maar het gonst zeurderig.
Goeie vragen vereist verdieping – inhoud kennen, dus meermaals lezen – kortom, er eens goed voor gaan zitten. Zo’n spreekwoordelijke vijf eeuwtjes. Vadertje tijd is, wee ende helaas, niet zo goedgunstig …
Knelt het schoentje hier al, dan wordt mijn princiepsbeslissing om geen tijd te gunnen aan niet-boeiend, pas écht pijnlijk lopen.
Bovenop komt, dat ik in denken altijd meer wil dan kan. Om over uitvoersnelheid maar stilletjes te zwijgen. I wrote the book is nog wel even een ander chapiter dan ‘I read it’.
Na veel nee-ja-misschiens, laat ik kortelings de categorie RT opgaan in Gericht Schrijven. Hierin huizen al de WOT- Writing On Thursday – en mijn Swoontjes, de Zwijmeltjes op Zaterdag.
Deze schrijfstuurtjes worden dus vervoegd. Het boekbeschrijf van weleer is niet meer, al zal Ariadnesdraad altijd wel plaats hebben voor rake passages.
Reading Thoughts Reversed dus, ofte een blogtechnische swoon met Beth Ditto !
Wat doe je bij snertweer ? Gewis dromen van de zon. En vooruitziend bedenken dat ze ook verzengend heet kan zijn, die Lora. Dus kregen mijn zogenaamd zonfilterende hoogbouwramen een extra laagje zilver. Onder de bezielende leiding én co-uitvoering van Vadermans ben ik nu de trotse bezitter – en vooral : gebruiker – van zonnerolletjes !
Lange neus naar wegsmelten ten huize, gebraden vissen in de visbak, gekookte hersentjes of ’n ‘tomatkop’, zeg ik !
Ik is blij, en the grey ones niet minder. Geniet mee van hun happy thoughts, beste lezers. Met glimmende knipoog naar eerder verschenen stukjes.
Floriaantje, zo zwart als roet, ging es wandelen zonder hoed, en het zonnetje scheen op z’n bolletje – daarom droeg ie een parasolletje.
Ja, mijn kinderlijke koppie ontweek al fluks menige culturele angel door het steevast zo te willen horen. Kinderen ervaren de dingen nog wel precies zoals ze die zich vooraf hadden voorgesteld, schijnt ‘t.
Wat doe ik vandaag met de overige coupletten ? Mijn celletjes zingen dit stukje kindernostalgie nog altijd jolig – de sloebertjes, want als ik zélf melodiemix, zetten ze het geluid uit – vaste prik.
Verder ga ik fris en fruitig de deur uit, om te wandelen zonder zélf de hond in het plaatje te zijn. Sinds mijn woonstee uit de herhaling van de loopgravenoorlog is weg-gerenoveerd, en de weg dus niet langer weg is, kan dat weer gewoon.
Zonder hoed natuurlijk, want hoewel ik na de stoom-zomer van 2015 wel een zonnehoedje heb, is dat niet bovenmatig waterproof.
In de hoosbuien van tegenwoordig, zou een eco-vriendelijke douche – compleet met modellerend shampootje, mijn hoofddeksel in no time weer kunnen shapen, maar dat gaat ‘m alsnog niet worden. De bibbermodus die hieruit voortvloeit, laat vooral groen uitslaan, namelijk. Echtigentechtig, niet opbeurend. Al helemaal niet voor de elastiekjes van mijn goeie hum.
“En dat parasolletje dan ? “, hoor ik nu opperen. Welnu, daar gaat het net zo mee als met m’n pluu. Geskipt uit het script. Net als die prachtige boom voor mijn keukenraam. Nog altijd snik ende snif, hierbij …
Ondanks dat er van Floriaantjes handel en wandel weinig overend blijft, behalve guitige opgewektheid, is de rek van mijn elastiekjes gegarandeerd, beste lezers.
Want pluus en solletjes zijn zomaar even uitgedijd naar heuse zonnewering ! Op het moment van lezing dezer zotte zwans geniet ik heeeeeeeeeeerluuuuuuk van mijn ‘klimaatregeling’. Hoera ende joepie ! Dat het nieuwe groen nog altijd niet verder is gegroeid dan Piereverdriet, is ’n kleinere catastrofe, eensklaps. Groene rampen buitenluiken is vanaf nu een optie, immers. Na puzzelen en pezen sloegen we de rol-opstand der parelsnoertjes overtuigend – in zesvoud maar liefst – neer.
Die no(i)sy neighbours met hun (verre)kijker en de mij immer vriendelijk toezwaaiende – maar onverbeterlijk laattijdig aangekondigde – glazenwasser annex hersteller hebben voortaan het zilveren nakijken. Ha !
Let de good vibes get a lot stronger, deze zomer !
Eén van de leuke kantjes van bloggen is dat je daardoor mailtjes krijgt. Op 18 december vorig jaar heb ik prijs in de Sunshine Award loterij. Rianne, Zij van Wiebeltjes, mailt me dat ik eer van haar krijg, en werk. Hoera, en veel dank !
“Zeker wel ga ik aan de slag,” responseer ik, “alleen nog niet direct”. Dat niet direct, is nog net geen omega geworden, gelukkig.
Eerst hadden mijn celletjes moeite met ’t maatschap tussen zon en de twaalfde maand – en eerlijk, ook nu : zotjes dat het zo kort voor Kerst 15° aanwijst ! – toen was de brainwave foetsie en toen, toen werd het zomer. Woestijnzomer, eigenlijk.
Met 37 graden in de woonkamer en m’n hoofd dat voelde als ’n gesmolten geweerloop, ging alles dat maar enigszins warmte genereerde in de ban. Adios, blogschrijven. De grey ones, kwapoetsertjes als ze zijn, kropen terstond onder steen.
Intussen zijn de gekookte hersentjes van de baan en bestoken mijn cerebellumpjes me weer als vanouds met gedachtenflitsen.
Beter gezegd, één grote : eindejaarstijd.
Geen wonder dus, dat mijn innertalk gaat over Kerst, lichtjes en lekker eten. En sunshine in het hart for all : let’s light it up, tenslotte.
Zeven invalletjes wist ik feestelijk te strikken voor een rolletje in ‘The ‘magnificent 7’ van Ariadnesdraad.
# kerstlichtjes : mijn kerstige mood mag dan soms wiebelig zijn, op kerstlichtjes ben ik dol. Kom ik een kerstmarkt op, dan kan ik er niet van weg zonder een lichtarmatuurtje. Dik tien jaar geleden een smeedijzeren piramide, die nog immer brandt, nu een handgesneden bamboe-licht. Jippie ! Dat denken vast ook die verkopers, die als enige dat verholen snoer tussen mij en al dat licht bemerken …
Kerstkraampjes, ok, maar stiekempjes is de Sint mijn favoriet. Daarom maakte ik, ter assistentie, Pietjes. Think bright, think light : hallo hulp. Geen punt dus, dat roze wolkhaar. Ook niet indien redelijk knal : de zwarte lokken waren even zoek. De plus : de Gemijterde hoeft even geen bril…
Al dat Sint-suiker moet natuurlijk verwerkt. Cue for bakken, braden en dies meer op tv. Je zou er calorie-angst van krijgen … Maar Sue Perkins – met haar “Bake !” in the Great British Bake Off kan er bij mij altijd in. Heeeeeeeerlijk programma, dit.
Op GBBO botsen is prachtig, maar mijn geliefde Ziz-kaasjes weer op het spoor komen een half mirakel. In een nieuwe versie, van de buurtsuper nog wel. Nomnomnommmmmmm….
Bovengenoemde voltreffer tot een kaassaus verwerken in een pasta. Teleurgesteld zijn in de babyspinazie die ik d’r als groensels bij deed. De sliertjes glimmen prachtig groen, maar moeten voor mij toch in puree zitten en niet zo aalglad zijn. Weet ik meteen waarom ik niet groot en sterk ben geworden, zeg.
Nog meer new food proberen. Thai bolognaise van Jeroen Meus. Vergeten dat in die rode currypasta chilipepertjes zitten en ’n heule ruime schep nemen. WWWWWWWWWoewoewooeeeeeeeeeeh ! Fire ! Dat arme bokaaltje prompt ‘Straaaaaaaf ! opschrijven. Niet als boetedoening, wél als reminder. I Like spicy, maar lucht in mijn longen nog net wat meer …
Eénmaal hiervan uitgetraand, weer gaan voor comfort food : broodpudding. Zoete Zonde mijn. Genoeg hebben van het ontvorm-gedoe en daarom fluks een life-hack stelen van Jamie Oliver. Gemak dient de mens, zeg ik.
Moeiteloos, dat is als geluk, het vermenigvuldigt als je het deelt. Je kan er nooit genoeg van hebben.
Aaaaaaaah, de sheer happinez of winning – al is het dan van je ovenschaal – dat gun ik alleman. En jullie, beste lezers, nog meer. Dusssssssss …
Snij je bakpapier groter dan je ovenschaal. Voor mijn ovaaltje knipte ik ’n rechthoek, die natgemaakt en uitgeknepen soepel wordt, waardoor vlotter drapeerbaar. Als alles goed is komt het papier ietsjes over de rand en heb je nu vier hoekpunten die je kan gebruiken om je eindprodukt te liften … gaat zwierig, neem dat van me aan !
Mijn diner van fait-divers is hiermee geserveerd en smakelijk verorberd hoop ik, met Lovers on the Sun als toemaatje …
Vandaag staat dan de 3de Jubileumpost, naast deze parelmoer en dit karaatje. De tip van de sluier die Blogwizard heet, wordt gelicht. Het is Blogtrommel-auteur Sharp Ben.
Hij werd Wizard, omdat mijn celletjes aan de wieg van dit blog nog geen Zeebonken waren. Zeeziek en zonder zeebenen waren ze, inzake de ommekant van een blog.
In al die blogtijd is veel duidelijk geworden. Blogconstructie voor mij, mijn looks voor Wizard. “Voor geen gat te vangen” is z’n leus, als het over mij(n blog) gaat. Eerlijk waar, beste lezers, die stelling is dan weer mijn Da Vinci codex. Je zult ’t zwart op wit zien, dat ik zelf ook niet vreemd ben aan hersengymnastiekjes !
Aan een blogwieg staan geeft veel impressies. Wizard deelt ze graag met de lezers van Ariadnesdraad. Hij gaat even van de SEO naar het CEO van weleer …
“Maar wat is er dan zo bijzonder aan mijn blog ?” Het is een vraag die Ariadne me regelmatig stelt.
Ik mag dan al vroeg tot haar Blogwizard gebombardeerd zijn, ik blijf het moeilijk vinden om die vraag in één-twee-drie te beantwoorden. Al in 2011 was me duidelijk : Ariadnesdraad wordt iets speciaals. Een persoonlijk blog, een blog met veel persoonlijkheid. Kleine, maar belangrijke nuance.
Hier dus géén open dagboek, geen maandelijkse inventaris van ‘r kleerkast, noch ’n wekelijkse blik op de menukaart ten huize Ariadnesdraad.
Wat je dan in de plaats krijgt ? Verhalen “uit een bijzonder leven”, om er maar es ’n cliché tussen te gooien. Boeiende verhalen, waar ieder wat mee kan.
Tenminste, als je de tijd neemt om – kop koffie en koekje bij de hand – op zoek te gaan naar die rode draad door haar verhaal. Zo nu en dan zit die goed verborgen achter de rijke beeldtaal en de linguïstische spitsvondigheden. ’n Gelaagdheid waar ik van hou …
Dat menig bezoeker zich zo nu en dan een beetje moet voelen zoals in dat ene nummer van Boudewijn de Groot, kan ik me zeer goed voorstellen, maar niet alles wat op het web gebeurt moet verpakt worden in licht verteerbare niemendalletjes van 300 woorden, hé?
Vandaag, 4 jaar en zo’n 220 postjes later, valt daar nog helemaal niks op af te dingen.
Erg knap is dat, want slechts weinig bloggers blijven zolang trouw aan hun eigen recept, zonder dat het op de duur gaat vervelen. Welke postjes ik dan zelf het leukst vind, vraag je je nu af? * Welnu, kiezen is in dit geval zeker verliezen…
Ik heb een zwak voor de scherpzinnige manier waarop Ariadne zichzelf portretteert, hoe ze haar mannetje staat tegenover pissige TV-mannen (noot voor Ariadne: je schuldig voelen jegens de buurman hoeft niet) en hoe ze – met het nodige gevoel voor humor en (zelf)relativering naar de gevolgen van een zomerstorm kijkt. Zo van : heb je te veel water, dan wordt je toch bootsman ?
* : Waarschuwing: de postjes niet lezen tijdens het nuttigen van de verjaardagstaart. Het risico op proesten van het lachen, tijdens het eten, is te groot. Ik ben niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen…
N.B. Credit, copyright en waardering gaan voor dit stuk uit naar Sharp Ben.
Zo’n komkommertje op zijn tijd is lekker fris, beste lezers. Zeker met dit weertje. ’t Zou mijn celletjes opkikkeren om uit hun sluimertoestand te raken.
Dit jaar is de regelmaat op Ariadnesdraad met langgerekt verlof, geloof ik. Via ‘kom ik er vandaag niet, dan kom ik er misschien morgen’ gaat het naar ‘van komkommertijd kwam kwamkwammertijd’.
De kwamkwammer, dat is de Jubileumpost die hier gister al had moeten staan. De komkommer, dat is de Jubileumpost die hier eerstdaags komt te staan.
Want, hoera ende joepie, Ariadnesdraad is vandaag dus al vier jaar !
Dat vraagt om taart, traditie, en felicitaties.
De felicitaties zijn er in de eerste plaats voor jullie, lieve lezers mijn. Bedankt, dat jullie mijn letterkes al in ruim 220 formats aan jullie leesoog voorbij lieten komen.
Nog meer merci voor de gesmaakte comments, zoals recent nog deze van Lethi Paul : Jouw woorden vormen in elk logje weer een gebakje met kers op zich.
Mijn schrijfvleugels flapperden er al dik 2300 keer door… En al zijn ze dan ietsjes gekortwiekt, weg zijn ze zeker nog niet, geen nood.
Wees dus gezeten, beste lezers, neem nog een nougatientje, een kersig gebakje of een digitaal taartpuntje – en laat de stukjes op deze stek je smaken !
De traditie ? Die wordt dit jaar door mijn eigenste Blogwizard bewaard. Hij neemt het jubilee-stokje over van Appelig en Rebelse Huisvrouw die elk op onnavolgbare wijze dit blog nog mooier hebben gemaakt, met hun bijdrage aan m’n blogfeestje. Ariadnesdraad heeft zeker weten de créme de la créme inzake lezers !
Als je nu de nieuwsgierigheid al voelt kriebelen, dan heb je net als ikzelf nog even jeukpoeder nodig. Blogwizards column is ook voor mij nog even geheim. Het heet dat een surprise bij een feestje hoort …
Vóór woensdag is ie te lees, de nieuwste editie van de Jubileumpost … Stay Tuned !
Vandaag het slotstuk van de serie Retrospectief waarvoor Prinses Op De Kikkererwt me inspiratie aanreikte.
(Voor wie even terug wil lezen, deel I staat hier, deel II tref je ginder.)
Zij schreef dit in een commentaartje :
Ik vraag me ook af hoe en of je hersteld bent van dat verdriet.
Ik las ’t en dacht : awel, ik ook. Prachtig blogeffect, als je door lezersinteractie gaat reflecteren. Best uitdagend, want het blijft een spiegelkwestie : wat ikzelf bemerk zien anderen daarom nog niet en vice versa.
Systeemherstel
Hoe staat het nu – na 4 jaar – met m’n novemberverdriet ?
Van lieverlee ga je toch weer plannetjes stoven. Daar is Ariadnesdraad hét bewijs van. Maar wat ’n gevécht tussen hoofd en hart is het om te besluiten, aan het begin van verdriet …
Was er maar een ‘systeemherstel’ ! Maar zolang het leven geen computer is, zit een reset er niet in …
Remonte is : niet meer verpletterd worden onder het gewicht van verdriet.
Beseffen dat je iemand met 2 levens bent – pre- en post-catastrofe – helpt. Bijgeval eens lekker laaiend zijn ook.
Calimero & Hercules als gezelschap
Vóór ik ophield m’n moodswings en ‘rare’ reactiepatronen stuk te analyseren, liep ’t voor geen meter. Toen ik van mezelf mocht ‘afwijken’, gaf dat rust.
Maar ‘verdergaan zonder’ blijft een Herculesjob ; een werk van alledag. Want het verleden is nooit wég, maakt overnieuw z’n opwachting. Dat ondervind ik, nu ik naast belever weerom toeschouwer ben geworden.
M’n persoonlijke proeve van herstel : verdriet van die ander, bij die ander laten. D’r niet in meegezogen worden, zonder ’n hork te zijn. Calimero’s ” Ik is klein, maar mijn daden benne groot ” waarmaken. Mét alles wat is gebeurd in het achterhoofd.
Maar hoe gaat dat, jezelf bijeenrapen ?
Eerst : niet. Daarna : met heul veul tijd, slechte dagen en niet weten hoe. Met het nemen van verlies in je social life. Ariadne 2.0 past niet meer bestig in elk vriendschapskader. Pijnlijk, als mensen letterlijk een blokje om doen, om je niet te hoeven kruisen. Of, als ze dat wel doen, je te verstaan geven dat je nog lang niet uit dat ‘tranentenue’ mag.
Zonder toverspreuken, maar mét aanpak
Je treurige ik bijeensprokkelen doe je niet met toverformules, maar door het nemen van bewuste beslissingen. Ook al voelt dat ‘awkward’.
Voor het eerst weer een Kerstboom optuigen (huilen !) bijvoorbeeld. Of weer rood dragen (de verbijsterde gezichten hierop !) …
Iets wat ik heel doordacht deed, is antwoordstrategieën bedenken bij vragen die me verbrijzelden. “Hoe gaat het ?” is een netelige.
Ik wilde niet per se m’n leven aan de straatstenen kwijt, dus moest ik de pieren-uit-de-neus-halers kordaat pareren met m’n vriendelijkste glimlach en een ongracieus ‘wil je niet weten’. Het plaatje hierbij : ’n neuzige apotheker, jezelf aan de betaaldesk en de hele ‘nieuwsbeluste’ wereld achter je, in hetzelfde pand.
Ook geen sinecure is het, als je écht geen puf hebt om te antwoorden. Dan moet je ervoor zorgen dat je zonder zichtbare tranen overtuigend “Goed !” kunt zeggen. En Oostindisch doof zijn voor het gemeesmuilde “kan toch niet ?!”
Over schouders en een zachte kant
Het minst simpele script : wél eerlijk antwoorden, bij diegenen die niet gillend gek van je worden. Dat vereist reputatie opzij zetten. Personality is een ding, helemaal als je tijdens je respons iemand écht ondersnottert. Echtigentechtig, ’t zijn stevige schouders die zulk een regenbui doorstaan !
Je ‘zacht kantje’ niet kwijt te spelen is innerlijk genezen. Toen ik in de postale verbiage voor Kerst ‘mijn Florence‘ opnam, werd ik overspoeld door erkentelijkheid. Instant voelde ’t alsof ik mijn persoontje weer deels had heroverd ! Hartverwarmend.
Teruglezen en groei zien
Jezelf beter voelen gebeurt steels. Op het moment dat je het net wat minder hard wil. Maar wel door doen. Door het maken van haalbare plannetjes. Zoals lezen. Eerst opgaaf, nu weer oele. En woordtekenen, natuurlijk.
Ok, een blog nemen is misschien niet echt ‘-tje’, maar wel een bijzondere vorm van convalescentie. Iets van mij, dat er kwam in het NA. Het trok de wereld weer open – een zonnetje tussen een zwart zwerk.
De verhalen van anderen, hun interesses en breinhaperingen* – en vooral hun interactie op de mijne – trokken me een nieuw kosmosje in, waarin ik mijn Opgewekte Ik weer tegenkwam. Een onbeschrijflijk kado, beste lezers, dat toch maar mooi staat opgetekend in m’n archieven. Uitstekende remedie voor een slingerend hum, dat zélf zien van hoever je komt.
Vaardigheden aanscherpen en ontdekken
De vraag hoe je iets zult gaan beschrijven, vraagt focus, insteek, blogblik. Je kan de lens net zo scherpstellen als je zelf wil, als je met woorden fotografeert.
Met wat geschreven afstand ‘kijken naar’ biedt opties : de waarheid met een vleugje gefingeerdheid omhullen, of het fictie-gehalte zien in wat is.
Bloggen geeft stem aan mijn gedachten. Mijn denkwerk wordt helderder en de impact ervan gaat verder dan verbaal. Misschien omdat er een oppakken-of-laten-rusten-poort tussen staat ?
Hoe dan ook, het legt fundamenten. Voor herinneringen, én voor verder. Kan en mag dat ? Ja. Het wordt Ja. De toekomst is een poort. Ik duw ze open.
Ik schuif op in de goeie richting. It’s not perfect, but it’s getting closer…
———————————————————
* breinhaperingen : Woordenuitmijnbroekzak is hiervoor inspirator. ** : cursieve tekst is bewerkt. Origineel is te vinden op p. 279 van De vrouwen aan het hof van Maria Jacques.
Vandaag het vervolg van mijn vierluik, dat hiermee steels een vierluik + wordt. Hoe verging het mij in die nieuw ontdekte letterkeswereld ?
(Voor wie even wil teruglezen, deel I staat hier.)
Ariadnesdraad als constante
Ik schreef, schreef en schreef. De lange donkere nachten weg, en helderder gedachten tegemoet. Het bedenken en uittikken van columns bleek ideaal om mijn concentratie terug op peil te krijgen. 700-900 woorden, dat redde ik nog nét. Allengskens werd mijn aandachtsboog groter, en hoefde ik het journaal niet meer op te nemen en tig keer terug te spoelen om op wereldniveau iets op te pikken.
Het blogritme gaf een zekere structuur. Nodig om tot iets te komen. Hoe idyllisch een nieuw leven ook mag klinken, als ‘ t plotsklaps bij je op de stoep staat, is het heel andere kantuit …
Jij schrijft, wij lezen stelde een eerste doelletje. Nieuwsgierigheid en lezersverwachtingen schiepen regelmaat. Een echt hoefijzer.
Blogeffect : rust en regelmaat
Schrijven en gelezen worden, beïnvloedden mijn gedachten positief. Onmiskenbaar was dit creatieproces een sterke opponent voor de verbijstering die regelmatig een robbertje met me uitvocht. Eén van m’n missive’s was een virtueel partijtje waarop gezellige blogvisite kwam : een op schattenjacht zijnde pottenbakster. Ik viel voor haar Appeltjes en andere klei-creaties, en zij voor Ariadnesdraad.
Een ander blogeffect van mijn gewaardeerde schrijverijen was rust. Helemaal toen bleek dat lezers zich zo om me bekommerden dat ze mailden tot een terugbericht na een rondje casino. Blogzorg is empowering.
Ik wil dat je me ziet, zelfs al ben ik er niet.
Ik kreeg een vangnet. Voelde me minder tweedehands. Bloggen en alles daar op en rond gaf me interactie en inspiratie. Lucht, om de sores rondom beter de baas te kunnen. In één van z’n mooie comments schilderde Bentenge een tafereeltje ‘Kerstsfeer-op-komstige-groet’ dat me daadwerkelijk door die eerste aartsmoeilijke Eindejaarstijd hielp. Ook vandaag kruiden mijn lezers alledag.
Stukje bij beetje ging ik zien dat Ariadnesdraad een kans was om afstand te overbruggen. Een troost-tool, die de spagaat van ‘overal tegelijk zijn’ voor me maakte. Ik wil dat je me ziet, zelfs al ben ik er niet. Tastbaar dichtbij, on screen !
Al lezend praten met
Op afstand nabij zijn heeft wat, maar alleen als de tegenpartij er vanaf weet, natuurlijk. Alleen, hoe zou Vadermans reageren op deze sleutel tot hoofd en hart ?
Ik dubde nog wat, terwijl ik voor mezelf uittekende waarover ik ’t allemaal niet zou gaan hebben en zag daardoor een zekere gelaagdheid in mijn stukjes ontstaan, die me wel zinde. Het had wel iets, om op meer dan één echelon leesbaar te zijn. Madddox zou hierover een boeiende gedachtenwissel met me aangaan. Dat gaf zonneklaar aan dat ‘al lezend praten met’ een krachtig blogeffect is.
Zo’n gesprek dat je kan oppakken of laten rusten wanneer het uitkomt, dat was toch echt wat voor Gulliver. Rechtstreeks was het verdriet vaak zo immens, dat ‘laat ons maar zwijgen’ de enige optie scheen.
Dat was één overweging. De andere, die me Ariadnesdraad deed onthullen, was van veel praktischer aard.
Vadermans surfte even fluks door het hele internetgebeuren als ik. Zoniet gezwinder. Tegen die achtergrond, zou ie wel es rappekes op een stuk met mijn signatuur kunnen botsen. Dat wilde ik gekaderd hebben.
Daarop ging Gulliver dus braaf aan de lees. Dat ie wat met mijn neergepende conversaties deed, bleek twee maandjes nadat ik over de tocht van mijn I-pod naar de Filistijnen berichtte. Ik kreeg voor Kerst een nieuwe.
Toen Vadermans me telefonisch dit kado annonceerde, kon ik enkel ‘Hhuhh ?!’ denken, en later ‘O ja, Ariadnesdraad ! Had ik zo goed over censuur nagedacht, werd ik toch nog verrast !
Teruglezen en groei zien
De vavavoem van mijn persoontje is wat terug. Wat is het prettig om dat via mijn eigenste blogarchief te bemerken ! Pittig, met hier en daar een hoek af en wat geblutst. Eigenzinnig, en niet in een niche te zetten. ’t Zal mijn aversie voor vakjesdenken wel zijn die me tot omniblogger bombardeert. Oeps, toch een hokje …
Mijn draadjes brengen nog immer lezers naar het labyrint dat mijn hoofd heet, en hoewel ze zich soms wel es afvragen waar de uitgang is, klinkt ‘echtigentechtig‘ hen plezierig in de oren. Sterker nog, Ariadnesdraad is een pop-up in het hoofd, zonder de exacte inhoud van mijn stukjes (nog) te kennen. Ikke blij !
Ariadnesdraad heeft me leesplezier en kadootjes gebracht. De meest bijzondere in dit rijtje is Toetemie, mijn fluffy huisgenootje*, die een speciale band heeft met mijn meest pluizige lezer, Toet.
Een heuse Toet-groet van haar, bovenop mijn dank voor al het verrichtte leeswerk op dit blog is jullie deel, beste lezers.
Jullie zijn een fantastisch publiek ! Zeg dat ik ’t gezegd heb !
—————————————————————————
N.B : Dit vierluik krijgt na een specialleke volgende week, nog een epiloogje. (30/11) Stay tuned !
* Toetemie is een Cliniclown-muis, gekregen via Wiebeltjes.
Eind oktober al stelde ik een vierluik voor aan de lezers van dit blog. De tocht door November zal voor mij nooit ‘gewoon’ zijn. Retrospectief linkt dat ook aan Ariadnesdraad …
De alfa van Ariadnesdraad
Op de vraag “Waarom bloggen ?” zijn de antwoorden legio. De drijfveer ‘omdat je niet weet waar uwe kop staat’ is dat allerminst.
Tja, het gesternte waaronder Ariadnesdraad van start ging, is niet whoop-whoop te noemen. Na de bom die op mijn leven gedropt was, was ik gedesoriënteerd. ‘Alles wordt anders,’ was het enige dat vaststond.
Donker is de nacht
Hoe dat NA er zou uitzien en hoe ik me erbij zou voelen, was duister. Het antwoord lag alvast niet bij mijn directe omgeving , want die was ziek, daardoor overbelast en minstens even ontwricht als ik. Verdriet delen is iets wat ik sinds betwijfel. In het beste geval zit jij op jouw eilandje te weten dat de andere zich op het zijne even belabberd voelt, en vice versa.
Na een behoorlijke poos aanrommelen, begon het leegtegevoel me te storen. Goed hoor, al die probleembesprekers, maar ze praten alleen maar – met wat pech ook nog over iets dat ver van hun bed staat. Er doorheen moet je zélf.
Blogwizard zei niets, en zag het met bezorgde ogen aan. Aan het verdriet viel weinig te veranderen, maar met de verzuchting dat ik wat wilde dat er helemaal los van stond, kon ie wél wat.
To blog or not to blog ?
Levendig stonden hem nog die lijvige boekbesprekingen uit het middelbaar voor de geest, annex de hele schare werkstukken, met als kroon daarop een eindwerk dat ie deels voor me uittikte.
Prompt opperde Wizard een blog te starten. Vol begeestering als ie was, zag ie de voordelen van schrijven voor me in : ik kon het oppakken of laten rusten.
Van geesten was bij mij enkel sprake bij nachte : de gebeurtenissen hielden me uit m’n slaap. Daardoor had ik in mei 2011 nog niet eens het concentratie-vermogen van ’n goudvis. Hoe zou ik dat gaan klaarspelen, bloggen, met een focus van ergens min dertig ? Ik zag d’r een groot beest op kruipen.
Hiervoor had Blogwizard ’n pasklare oplossing : hij zou ’t blog gebruiksklaar online zetten. Ik hoefde alleen de naam en wat paswoorden te verzinnen en te zien of stukjes schrijven wat voor me was.
Daarmee bleef me een boel IT-gehannes bespaard, en het idee ging me steeds meer aanstaan.
Focus verleggen ?
Mirakel : ik kreeg er project ‘hypothetischblog’ bij, waardoor verdriet niet meer met àl mijn aandacht aan de haal kon. Ik moest gaan nadenken over wat, waar, wanneer, hoe vaak, wat niet ? Dat klinkt als een plan. Een plan dat Ariadnesdraad ging heten, want dat zongen mijn ‘little grey cells’ aldoor.
‘Ik neem een blog !’ besluit ik finaal, nadat ik tussen m’n spullen een boekbespreking aantref, waarop ruim 20 jaar geleden Meneer Nederlands schreef : “Dit is niet alleen in lengte, maar ook in diepte zeer goed uitgewerkt…” Als ie dat toen al kon zien, zijn m’n schrijverijen vast niet zo beroerd.
Mijn celletjes stellen gerust : ik kan terugdraaien bij ‘niet leuk’. Stilletjes, alleen voor mij hoorbaar, voegen ze er aan toe : “Je hoeft er niet voor in de make-up, of de deur uit. Schrijven kan altijd, ook met rode ogen … Yep, ’t zijn durvers, die ‘grey ones’ van me !
Door mét mij naar een project te zoeken dat me paste als een handschoen, en daarvoor ook nog es ’n leeuwedeel aan werk op zich te nemen, gaf Blogwizard me iets buitengewoons : rouwzorg. Voor mij alleen, en weg van platgehamerde boutades. Een onbetaalbaar kado, beste lezers
Ariadnesdraad als constante
Daar ging ik, in augustus 2011, met de bibber en wat kinderziektes. Ik schreef me een slag in de rondte om een noemenswaardig archief te krijgen. Nu zou ik voor ‘the big launch’ eerst een poosje ‘droogschrijven‘. Maar ach, het ging zoals het ging. Best goed, want Ariadnesdraad werd snel opgepikt.
Lezers van het eerste uur : ik zwaai even naar jullie !
Ik was zowaar een nieuwe wereld ingerold, met een bijzonder vangnet nog wel …
———————
Tot zover deel I. Deel II van Retrospectief is overmorgen op je scherm te zien.
‘Dapper doorgaan’ schreef Appelig eerder in een Stijvol Commentaartje. Zo gezegd, zo gedaan. Dapper doorgaan doe ik aldus op de kop af 36 (!) maand vandaag. Zo’n 191 postjes geleden had ik dat nooit durven dromen. Ariadnesdraad ging immers van start toen in de boksmatch die leven heet, de klappen vielen in mijn hoek.
Wat een klapper, om op ’t moment dat je de rode draad van het journaal steeds kwijt bent, een blog te beginnen ! Maar, wat toentertijd voor Theseus werkte, deed dat voor mijzelf ook ! Ik vond mijn eigenste gedachten en interesses terug. Via kronkelige wegen weliswaar. Meanderende bochten, die jullie, beste lezers, – schatten als jullie zijn – telkens weer mee in gingen. Hersengymnastiek en labyrintjes, het lijkt bij dit blog te horen als pannenkoeken bij suiker.
In vroeger tijd plachtte ’t me wel es te betrubbelen, maar niet meer sinds deze schrijfstijl-analyse. ’t Is gewoon m’n Clausiaans mannelijke kantje, de Hugo in mij.
Of, dixit Rebelse Huisvrouw, spannend, onvoorspelbaar. Een compliment van een schrijfster die ook haar grijze celletjes op gymles durft te doen en van haar VZTZ-rubriek een echte thriller kan maken – wat dan vaak mijn lachspieren doet ‘thrillen’.
Ik maak graag het turnveld der letterkes vrij voor deze mooie gastlog – een tradie op Ariadnesdraad.
Enjoy, lieve lezers !
De Draad van Ariadne
Ariadne. Dochter van koning Minos van Kreta en koningin Pasiphaë. Theseus vond, dank zij de Draad van Ariadne, de uitgang van het labyrint.
Toen ik op Ariadne’s blog belandde, begreep ik na een tijdje de symboliek van haar blogtitel. In Ariadne’s stukjes is het soms zoeken naar de uitgang. Naar de betekenis van haar tekst. Zit er een dubbele boodschap in? Missen we nu iets essentieels?
Lezen bij Ariadne is een soort hersengymnastiek. Zo af en toe frons je je wenkbrauwen en denk je: ‘wat staat hier nu precies?’ Vervolgens kijk je in verwarring om je heen – waar is de uitgang! – en je begint vol goede moed opnieuw te lezen om uiteindelijk beetje bij beetje te begrijpen wat er staat.
Dit is natuurlijk niet altijd het geval. Maar soms wel. En dat maakt het leuk om bij Ariadne te lezen. En spannend. En net dat beetje anders. Want ze is onvoorspelbaar. Je zit in het labyrint – HAAR labyrint – en je doet je best haar Draad vast te houden. De uitgang te vinden. En als je eenmaal daar beland bent leun je achterover en glimlach je tevreden. En je laat de tekst nog even op je inwerken.
In de dagen die erop volgen echoot het woordje ‘Echtigentechtig’ je nog wat na in de oren. En je glimlacht weer. ‘Knap’, denk je dan, ‘dat ik niet eens meer exact kan navertellen wat er nu precies stond, maar toch aan haar stukje denk.’
Kortom: Ariadne’s Draad is niet zomaar een blog. Het is een taalkundige speurtocht in een labyrint van woorden, teksten en hersenspinsels waar alleen de aandachtige lezer de uitgang vindt.
Proficiat Ariadne, met je jubileum! Ik hoop dat je ons, jouw lezers, nog vaak zal verrassen met je onnavolgbare en altijd weer verrassende teksten!
———————————————–
In dit stuk is enkel de intro van Ariadnesdraad. De vetjes zijn van De Rebelse Huisvrouw. Credit, copyright en waardering voor deze column gaan dan ook naar haar uit.
Voor de schwung in dit stukje ook een vette knipoog naar Zr. Mary Clarence ( Joyful joyful – Sister Act II )