Tagarchief: aversie

Kop tegen kei (Swoon 42)

Afbeeldingsresultaat voor someecards

Noot : De vandaagse zwijmel zit onder het linkje mét ster.

Nu het politieke stof neerdwarrelt, is het weer tijd voor de (dokters)realiteit van alledag. Op het moment van schrijven wees niets erop, dat de tegenstelling ‘empathie versus hork’ ZO zou worden uitgemeten. Ik wuif dus maar even naar de jongste presidentsverkiezing, én mijn input leverende lezers.

Dat m’n constellatie vaklui vergt, is publiek geheim.  Constructief bekeken ben ik ’n heus bouwbedrijf. Er is Die Dokter, voor de bewegende delen, met Flex, als onderaannemer. Verder de loodgieter, en voor de algemene constructie Dokter Huis. En dan nog de aandrijving – die van ’t witte wondertje.

Een hele santenboetiek. Tijd voor ‘stratego’ mijnerzijds.

Genre : ik ga op controle en ik neem mee …

Geduld, analytisch vermogen en zakelijkheid.

Ik heb gewoonweg afspraak met m’n gezondheid. Van punt tot punt, en niet verder. Dit houdt scherp.

Wat is noodzakelijk, nuttig, wenselijk ? If not, say no. Zo hoorde ik mezelf ooit tegen Die Dokter, die van een rugscan droomde, zeggen : “Enne, wat hoopt u te zien, behalve dat ik meer versleten ben dan doorsnee ?” Ik hoorde de Rx-jongens al sakkeren op mijn motoriek, namelijk. We proestten het samen uit, want de beste man zàg zich al plaatjesgewijs gokken, naar ieders leeftijd …

Goed, dat gaat mee. Verder nog een I-pod, ’n tablet en ouwerwetsch notitieblok. Wég klaagzangen, tijd vliegt, en voor je ’t weet heb je ’n blogstuk bijeengewacht.

Best niet in je survivalkit : angry bird en struisvogelpolitiek. Dan krijg je kop-tegen-kei momentjes.

Die vrijdagse mei-morgen ben ik ’n errrugg benauwde, krassende kraai. Malheur, dat ik net nu mijn tracheetjes in oorlog zijn met het allergieseizoen, bij de eetfabriek wordt verwacht.

Hondsberoerd + Wachtkamer = Bedblijven. IJzersterk axioma, maar ik doe ’t maar met Ziek = Dokter, dat staat ook als ’n huis. De wachttijd tot de volgende afspraak beneemt me immers helemààl de adem.

Dan ben je dus, ten arren moede, in ’n verdàcht rustig ziekenhuis. Het héle pc-netwerk is alvast aan vrij begonnen, en pen en papier zijn zo voorbijgestreefd dat ze vanuit de diepste krochten moeten opgediept. Enneuhh, goed notuleren, hoe ging dat ook alweer ?

Ziek + wachten = onbedààrlijk hoesten. Dik 80 helse minuten later ben ik. Ik ben niet blij, en Arts heeft ’n dik erop liggend pesthum.

Spekschieten.

Voor ik de eerste halve zin ver ben en ‘Negatie !’ heb kunnen denken, blaft de andere tafelkant : ” Je moet me dat niet vertellen !!! ” ??? Bizar. Ik knipper, maar blijf in de plooi. Uiterlijk dan, want binnenin zijn fluitketel-allures omgeturnd tot ’n stoomtrein.

Je kunt op m’n koorts-verhitte hoofd ’n eitje koken, maar tóch voelt ’t koud in mijn hart.

Nogmaals onderbroken door “IK WIL ‘T NIE WETEN”, ben ik bluspoeier, en heeft Arts honderd.

Dat gevalletje ontact zit hier potjanstropie poen te scheppen, zonder ook maar één klap uit te voeren. ’t Moet niet zo gek worden, dat ik braaf blijf bij ‘mond snoeren en doorgeven als ’t paard van Troje’. *Wat denkt hij nou !*

Kome wat komt, dit neem ik niet. Ik ben zo goed als ieder ander, en mijn hersens, geld en tijd ook. Van m’n medicus verwacht ik de fijnbesnaardheid, die hoort bij verstand. Punt. Hoe menselijk slecht geluimd ook. Je kan het gesprek anders versporen.

Ik dus, op identieke toon : JAHA, MAAR DAAROM  IS HET NOG WEL ZO ! Ik wil ook niet an waarom ik hier zit, maar het blijft feit.

Sensibel is goed, maar snoeihard beter. Ver-bluf-fend, dat empathie-skippen.

Het register toonladdert eensklaps. Arts neuzelt nog iets als ‘Ik zie, dat je je weg erin gevonden hebt’ en speert weg. Duidelijk niet bedacht, op het vàrken, na z’n spekschot.

Ik gok, dat in de volgende ronde, de struisvogelpolitiek is ingewisseld voor poeslief.

Kan me niet voorstellen dat Arts een nieuwe ‘from-cute-to-gorgeous’ wil …

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

 

Advertentie

Malaguena Matador : Swoon 28

Waar het hart van vol is loopt het scherm van over, beste lezers. Tot mijn eigen grootste verbazing serveerde ik de afgelopen tijden sportgetinte columns. No worries, dit wordt niet de zoveelste. Ik ben weer mijn eigen sport-vrije zelluf.

Maar : ik maak toch van die oeffffffff maar een oei, want het moment om uit mijn sportbubbel te stappen is wel errugg ongelukkig : de Olympische Spelen,  begot. Wie de sluiproute om aan deze sportieve kwelling te ontkomen kent, let me know.

Simpeltjes zal ’t niet wezen, als ik alle nu al opgedraaide zenders mag geloven, die al dàgen met de grootst mogelijke stelligheid roeptoeteren, dat ze vanaf twéé uur ’s middags tot dieeeeep in de nacht verslag zullen uitbrengen, zodat je niets hoeft te missen. Hm. Kan is een beter woord. Grumbeldemumbellllllllllllfrusssssssssssstratie.

In medialand is het verder ook maar frut : lange reportages, vaak niet voor het eerst te zien. Dan kan het twee kanten op : razend interessant of bedroe-vend sa-haai. Geeeeeeeeeeeeuww.

Van de nu al bekende najaarsprogrammatie word ik tot dusver ook geen blij mens, want al zegt het promootje dan wel dat het vonken gaat geven, ik ben stilletjes, bij mijn eigen, toch bang dat we het kleuter-niveau ontstegen zijn. Neerwaarts, wel te verstaan.

Enfin, Gezegend ben ik dat ik blog, en dat mijn lidgeld voor de bieb net is gestort. Kan ik fijn die hele hannekesnest laten voor wat ie is.

Ook een strakke actie voor de dagelijkse bulletins, die zonder uitzondering te vatten zijn onder de vlag “waar staat uwe kop ?” Erdogan die na de coup heulemaal los gaat in ’n uiterst gevaarlijke riching. Verder :  losgeslagen nozems, onder wie één, die een hoogbejaarde herder koudmaakt –  in zijn eigen kerk, dan nog. De kop staat er misschien nog op, maar de hersens zijn al lang buiten gebruik, me dunkt.

Met dat compleet verziekte geval moest daarop flink geleurd : niemand stond te springen om z’n stoffelijk overschot. Tussen al die ????????? in mijn hoofd ook de vraag hoe die ouders ineensteken, en als ze convenabel zijn, de bedenking ‘je zal ’t maar thuis krijgen’.

En wat te denken van die bedrade student, die hartje hittegolf van laatst, in de dikst mogelijk winterjas ging rondhupsen, in de door aanslagen getroffen hoofdstad. Ieder en allen het attaque nabij, en de hele veiligheids-halfse bollenwinkel paraat.

Naast eens achter je oor krabben, kan je hier heel wat vragen bij stellen. Bij voorbeeld : wie gaat dat betalen… ? Te zot om te bedenken, als het niet zo heuselijk echt was. Het zwijgende rectoraat zit in zeerdoend knellende lotusschoentjes.

Ook schreeuwend stil blijft ‘t, rond dat absoluut geen kwaad kunnend lotus-inzicht der politiediensten. Het licht mag van mij per direct aan rond “waarom ?” die hele kermis  vier uur aan de gang bleef. Trommelvlies-doorborende stilte.

Tussen alle terror-nieuws door, andere flardjes die blijven hangen. Waarbij je niet anders kan dan denken : Ochotte, krijgt dat voor.

De matador-ondergang. Het zal je kind maar zijn, dat daar ocharm live – voor het oog van de wereld – geregen wordt. Muy triste. Wat heb je dan nog aan Spaanse folklore, die al eeuwenlang bestaat ? Tss.

Ze zal niet wijken, daar verander je niks aan. Maar ik voel boos bij ‘ al 30 jaar geleden ‘. Ja-ha, en al die gevallenen achter de coulissen dan ?! Unfair, niet alleen in feit, maar ook nog eens in telling …

Actualiteit. Altijd reuring. In de wereld, in hoofd en hart – hopelijk.

Dus vandaag, voor al dat nieuws dat pijnlijk ondergesneeuwd raakt, en waarin je best niet participeert, ’n temperamentvol fragment met toepasselijk dramatische aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaahhhhhhhhhh aan het eind.

En dan. Dan lees je dit, en gaat ’t wat beter. Pleister voor het beurse hart.

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Zwarte Vijfkant Zomer : Swooning Saturday 20

Dat wordt weer puffen, beste lezers. Woestijntemperaturen of niet. Want de sportzomer is afgetrapt. The Era Of The Black Pentagon Starts.

Mijn ach-ende-wee-gevoel beschreef ik al in Belgian Style. Gooi ik vandaag even in re-post, wegens brandend actueel. Met toevoeging, uiteraard, van  puike voetbalmuziekjes. Want – tegen alle logica in – juijj voor de voetbalhymne !

Geniet van Belgian Style 2.0, beste lezers. Ik ga voluit voor sportskipping intussen …

Sport. Ik kan er maar niet warm voor lopen. ’n Godsgruwelijke hekel heb ik ‘r aan.

Voor mij dus huilen met de (tricolore) pet op, tegenwoordig. Want zet om het even wat waar beeld of geluid aan te pas komt op en ‘t is groenes groenes grasje. Eerst Roland Garros, nu WK voetbal. Of nog erger : ooovverr-enthousiaste (radio)commentatoren die ” Jjjajaa-jaaaaaaa !!! ” in mijn luisterend oor brullen bij een momentum dat mij helemaal-totaal ontgaat. Snik ende snif.

Het compleet ontbreken van dat sportgen is evenwel een raadsel te noemen. Of godswonder, als je bedenkt dat ik dochter ben van ’n man die RX-gewijs kan aantonen dat ie een sporthart heeft. En daarbovenop aardig uit de voeten kon op een renbaan. Als in : aan atletiek doen in vroeger tijd.

Ondanks bovenstaande feiten, beste lezer, was mijn jeugd  geen sportieve kwelling. Want ik bewees mezelf als doorzetter eerste klas(se) . Prompt was m’n sporthuiver –  en die van mijn zus en moeder erbij – geen issue.

Wij dames waren wàt blij dat we ten huize geen voetbalfanaat hadden met toeters, bellen, vlaggen en dies meer. ‘t Was echtigentechtig  genoegen dat Gulliver er niet moe(s)t aan denken. Pfoe-pfhoe !

Bovenstaande context maakte dat niemand zich thuis stoorde aan een occasionele voetbalsamenvatting of een nog sporadischer WK/EK-match.

Een geweldig uitgangspunt, waarmee je heel wat kunt. Bijvoorbeeld nog meer voetbal ontduiken, als je later zelf huis gaat houden.

Maar vandaag ligt die strategie aan diggelen. Zelfs in mijn favoriete duidingsprogramma is voetbal geïnfiltreerd. Opgewekt hoor ik Annelies, het Terzake-anker zeggen: ” U keek voetbal en wij keken hoe u keek “. In deze beeldgewijs toegelichte one-liner zit zowaar het allerkortste voetbaloverzicht van mijn hopelijk lang leven vervat. En nog met een goeie uitslag ook ! Hoera ende joepie !

Een zenderflits later hoor ik iets van sputteren en wissels door Wilmots (bondscoach). Misschien wel onder ‘t motto : comme si, je n’existe pas ?

Nog een switch later een Grote Grinnik als ik een radio-presentatrice op JOE hoor zeggen ” … om de Algerijnen te bedanken dat ze niet al te goed gespeeld hebben, nog es hun nationale trots – dat is dus niet de voetbalploeg – maar deze Khaled met Aïcha.”

Typisch Belgian Style, dit. Eerst sputteren, dan toch doen en daarna nog even de tegenstander bedanken.

Ik ga alvast de Algerijnen, vertegenwoordigd in deze Khaled, niet passeren – daar is deze Aïcha te mooi voor.

De beste man had waarschijnlijk geen idee hoe profetisch en/of inspirerend de zin ” Comme si, je n’exist(e)(ais) pas ” nog wel zou worden….

The pressure’s on !

Voor meer Zwijmelplezier, klik hier.

 

Mrs. Boekee : Ronde Twee…

Telefoon cliparts

Bron

Met de zon in ’t hoofd en de klok in m’n hart vergat ik die sunny day mijn agenda. Niet slim, maar pas slameur als je little grey cells onweersgezind zijn, beste lezers. 

Het ene doktersconsult is het andere niet. Na mijn rencontree met the Bucketwoman, gingen de consulten bij Die Dokter vlotjes. Ik roetsjte er  doorheen. Zodus was er vervolgafspraak op de 26ste.

Binst Happy Diary die datum voorstelt, rommel ik wat an, met attestjes. Papier-plooigeluid overstemt mijn celletjes. Vinden ze niet tof, maar ach, ’t zijn gannefjes, en ze moeten niet altijd hun zin ! 26 is ’n leuk getal, goed uur – dus dikke prima.

Terug thuis zat m’n zakboekje weer ‘ns in de verkeerde handbag. Dàt was dus ’t protest. Geen erg, dit gaat tijd sparen. Want Kriebelingen ontcijferen … ! Celletjes overruled. Ze zwijgen, als vermoord.

Weer ’n paar warme weken later, zit ik mét agenda voor mijn weekplanner en zie dat die 26ste niet mijn vaste consultdag is.

Hoewel de haan nu voor de 3de keer kraait, en ik door deze misser op éénendezelfde dag dan maar 2 keer ’n haast identiek parcours moet belopen, doe ik niks. Ik accepteer dit bummertje. De wereld blijft er wel recht bij, al is ’t niet geschikt. Pfff, consult verzetten in vakantietijd …

Petrus wist ’t al, dat die haan je écht wat wil inpeperen, en ik nou ook. Mijn straf : Mrs B., ronde twee. Jawel, die planner, die me ooit door poolweer stuurde, omdat ze ‘slecht weer zonder auto’ geen valabel excuus vond.  So, there’s no love lost.

Nog niet eens bij de balie, voel ik mijn hart zakken, bij haar snerpende stem. Goodness !

Ik heb de waarheid lief, dus moet ik bekennen dat Boekee dit keer beter gezind is. “Ha, Ariadne !” klinkt ‘t.

Dat je iemand die je absoluut niet mag, benadert alsof dat wél zo is, ik blijf ’t knullig vinden. Daarom plooien m’n expressiebogen zich via een ontstemd “Pardon, mijn voornaam ?” in een hoge frons.

Meneer Rechtover wenkbrauwt geamuseerd, als ie ziet dat ik ‘strategisch’ ga zitten wachten. Terwijl Boekee voor de tigste keer d’r riedeltje opdreunt, hamer ik mezelf wat Zen in.

Alleman kijkt dit keer schutterig, omdat we  wel errrugg persoonlijke redenen vernemen van verhinderd zijn. Oef, dat CleanWait – wie het betreft – in consult zit, aan het eind van ’n redelijke gang. Wij toehoorders doen allemaal ferm ons best niks te horen. 

CleanWait is ‘n medicus die ZO van lege wachtkamers houdt, dat ie het liefst ieder een onderzoekskamer induwt. Ja. Maakt geen zier uit, of het de eigen spreekkamer dan wel andermans patiënt betreft. Doortastend, maar toch is de wachtzaal altijd gezellig vol. Want  : niemand zit graag voor nop én ongenood in ’t dokterskabinet.

Pure correctheid. Tenminste, ik zie mezelf nog niet soepeltjes de behandelkamer van Die Dokter inlopen, zonder z’n uitdrukkelijke invitatie.

Omdat niemand van het binnenvallen is, zitten we ons weetgraag af te vragen of CW Boekee’s aanpak onderschrijft. En wie bij Clean wordt geroepen, vast ook nog wat zeggen.

Ten langen leste antichambreren alleen Meneer Rechtover en ik nog. Giebelend. Want we hebben allebei de evolutie gehoord. Van “in opdracht van CleanWait bel ik … ” schakelde Boekee naar : “het ziekenhuis laat weten” om simpeltjes te eindigen bij “IK ga … verplaatsen”. Wat een autoriteitsopgang !

Rechtover en ik kunnen onze oogbogen niet meer strak houden en proesten. Nét voor we hiervoor van Boekee ‘onder ons vijs krijgen’ is ’t aan ons.

Ik enter de praktijk gierend en praat daarom maar Die Dokter bij. Daarop vraagt hij, met de glimlach, hoe ’t leven staat.  Achterom duimend zeg ik, “Oh, ik heb wat probleempjes die te vermijden zijn”. Zonder verpinken, maar met begrip, repliekt ie: “Zo, dan zie ik je over een maandje of 3, 4, op een vrijdag“.

Die blikseminslag vat ik gelukkig wel.

Ik dus een vrijdagse Novemberafspraak. Mijn knoken doen het redelijk, maar 4 maand tussentijd in winterweer gaat niet gebeuren.

Boekee : “4 maand, zei de dokter !”

Ik : “3 à 4 maand, heeft ie gezegd. 3 dus, want ik ben diegene met ’t gammele lijf, die ook nog mag betalen. Dus ik heb, geloof ik, ook nog wat te vertellen !”

M’n ooghoek gaf tijdens deze kif ’n kiertje bij Die Dokter’s deur aan … Wordt vervolgd !

 

Belgian Style

Sport. Ik kan er maar niet warm voor lopen, beste lezer. ’t Is geen overdrijving te zeggen dat ik er een godsgruwelijke hekel aan heb. 

Voor mij dus huilen met de (tricolore) pet op tegenwoordig. Want zet om het even wat waar beeld of geluid aan te pas komt op en ’t is groenes groenes grasje. Eerst Roland Garros, nu WK voetbal. Of nog erger : ooovverr-enthousiaste (radio)commentatoren die ” Jjjajaa-jaaaaaaa !!! ” in mijn luisterend oor brullen bij een momentum dat mij helemaal-totaal ontgaat. Snik ende snif.

Het compleet ontbreken van dat sportgen is evenwel een raadsel te noemen. Of eigenlijk eerder een godswonder, als je bedenkt dat ik dochter ben van een man die RX-gewijs kan aantonen dat ie een sporthart heeft. En daarbovenop aardig uit de voeten kon op een renbaan. Als in : aan atletiek doen in vroeger tijd.

Ondanks bovenstaande feiten, beste lezer, is mijn jeugd  geen sportieve kwelling geworden. Want ik bewees mezelf als doorzetter eerste klas(se) en mijn vader van zijn kant bleek zich prima te kunnen verzoenen met m’n verder niet-sportieve inborst. En die van mijn zus en moeder erbij.

Wij dames waren wàt blij dat we ten huize geen voetbalfanaat hadden met toeters, bellen, vlaggen en wat al niet meer. ’t Was echtigentechtig een waar genoegen dat vadermans er niet moe(s)t aan denken. Pfoe-pfhoe !

Bovenstaande context maakte dat niemand zich thuis stoorde aan een occasionele voetbalsamenvatting of een nog sporadischer WK-match.

Een geweldig uitgangspunt, waarmee je als vrouwelijke niet-sportieveling heel wat kunt. Bijvoorbeeld nog meer voetbal ontduiken, als je later zelf huis gaat houden.

Maar vandaag ligt die strategie aan diggelen. Want zelfs in mijn favoriete duidingsprogramma is voetbal geïnfiltreerd. Opgewekt hoor ik Annelies, het Terzake-anker zeggen: ” U keek voetbal en wij keken hoe u keek “. In deze beeldgewijs toegelichte one-liner zit zowaar het allerkortste voetbaloverzicht van mijn hopelijk lang leven vervat. En nog met een goeie uitslag ook ! Hoera ende joepie !

Een zenderflits later hoor ik iets van sputteren en wissels door Wilmots (bondscoach). Misschien wel onder ’t motto : comme si, je n’existe pas ?

Nog een switch later een Grote Grinnik als ik een radio-presentatrice op JOE hoor zeggen ” … om de Algerijnen te bedanken dat ze niet al te goed gespeeld hebben, nog es hun nationale trots – dat is dus niet de voetbalploeg – maar deze Khaled met Aïcha.”

Typisch Belgian Style, dit. Eerst sputteren, dan toch doen en daarna nog even de tegenstander bedanken.

Ik ga alvast de Algerijnen, vertegenwoordigd in deze Khaled, niet passeren – daar is deze Aïcha te mooi voor.

De beste man had waarschijnlijk geen idee hoe profetisch en/of inspirerend de zin ” Comme si, je n’exist(e)(ais) pas ” nog wel zou worden….

Aaaaaaaaaaaah… Sport!

Fashion Gray Half Sleeves Three-Piece Lycra Cotton Yoga Clothes Set-Yoga Clothing-Yoga Supplies - Fitness & Sports Clothing - Milanoo.com

Bron : weheartit

Deze week is er iets geks aan de hand.

Ik lees blogs. Prachtige blogs die allemaal, zonder uitzondering, … over sport gaan.

Of ik ze heb uitgezocht ? Die blogs natuurlijk wel. Maar de topic niet.

Sport en ik, dat is geen match. Op het lijstje met ‘door te geven kwaliteiten’ stond fervent sporten niet aangevinkt.

Die kwaliteit mis ik dus. Niet dat ik er wakker van lig. Maar een tikkeltje eigenaardig is het toch wel. Vooral als je bedenkt dat mijn vader aan atletiek deed en er aardig wat jaartjes sportschool heeft opzitten.

Wat hij van mijn sportiviteitsgehalte denkt spreekt hij niet uit. Heel diplomatisch van ‘m. Lief ook. Want de adjectieven die dat kenmerk zouden moeten beschrijven, die hoor ik geheid niet graag.

Onfortuinlijk genoeg weet m’n dokter dat niet. Met dat bedoel ik dan de adjectieven, en mijn roloog daarop. Dus hebben we regelmatig onze sportiviteitsbattles.

Die bij deze dokter altijd gelinkt worden aan mijn gewicht. Niet raar, want deze arts is gespecialiseerd in maagproblemen en het daar al of niet mee gepaard gaande onder- of overgewicht.

Nadat ik me eerst jaren de pleuris heb gewerkt om op een gezond gewicht te raken (lees: er niet uit te zien alsof ik een onvrijwillige hongerstaking heb overleefd) wil deze man, die me hierbij uitstekend heeft geholpen, nu dat ik aan het sporten sla.

Sport. Iets waar ik echtigentechtig een godsgruwelijke hekel aan heb.

Nou wil ik me nog wel uit de naad werken met iets oervervelends als het positief effect heeft. Als ik blij word van het resultaat, tot daar aan toe dan.

Maar me groen ergeren en er geblesseerd door raken, dat is te veel van het goede. Exit sport dus.

Mijn sportaversie komt zwaar onder vuur te liggen door al die sportgerichte stukjes die mijn oog kruisen …

Tot ik Shirley ’s reactie ergens lees.

Ik zie het voor me, zou ’t zelf niet beter kunnen zeggen :

‘herkenbaar… ik ben zelf ook maar liefst 2 jaar lid geweest van de sportschool … en ik ben mss 10 keer geweest. Ik heb zowiezo altijd een kop als een biet als ik ook maar iets van sport doe en dan staan de mensen met maatje 34, helemaal opgemaakt in de make-up naast je te hupsen alsof het niets is…. nee ik ben niet gemaakt voor de sportschool! haha’

Meid, ik mag je, zelfs zonder je te hebben gezien!

You made my day!