Toen de dieren nog spraken, zat ik op ’t hartsgrondig verfoeide internaat. Geen geweldige uitgangspositie. Ter compensatie verslònd ik boeken. In het boek was uit de kostschool, tenslotte.
Om de verplichte boekenlijst malen was d’r niet bij. Wel erover, want ik greep steevast mis in de schoolbib, en de boekenbank thuis, op plus 50 kilometertjes, kon weinig voor me betekenen. Maar was die dijk geslecht, zat ik gebeiteld. Mét boek, en – naar ik nu weet – formidabele inhoudelijke vragenlijst. Ik las, noteerde, schreef en herformuleerde dat ’t een lieve lust was.
Of het Meneer Nederlands ook zo lieflustig was, geen idéé, mààr : hij kreeg zeker weten het volle pond voor zijn ‘goed uitgewerkt en onderbouwd’ – aspiraties.
Het bewijs : z’n openingsrepliek op m’n allereerste boekverslag in zijn opdracht. “Dit is niet alleen in lengte, maar ook in diepte een goed uitgewerkte boekbespreking.”
Spijkers met koppen, want ’t was op ’n haartje na manuscript, beste lezers. 18 kantjes vol. Bijschrift : zo’n 20 leidvragen en nog best groot uitgevallen hanenpoten.
Na de meewarige blikken en snedige opmerkingen bij inlevering, was diep doorvoeld soelaas én van oor tot oor grijnzende voldoening mijn deel.
Ergo : ik bleef heerlijk boekwonen hierna, en lijvige pillen oppennen. Hoera voor doorwrocht – het werd m’n handelsmerk, slechte motoriek of niet.
Zo ging dat, tot ik groot was, en ik niet alleen in boeken, maar ook in het échte leven van alledag ging wonen. Daarin kwamen dikke tomen misericordia voor, die me zo opslorpten, dat ik, wat lezen aanging, nog slechts ’t geheugen van een goudvis overhield. ’t Leesgekwakkel gold, tot die goudvis lucht wilde, en ik een deur – tussen de tristesse en mezelf.
Met Ariadnesdraad was de leeslust terug.
Ik fact-checkte me een slag in de rondte, en genoot er ook nog van.
Dat feiten nalopen gaf input, en daar moest toch wel een boekrubriek inzitten ? Reading Thoughts.
Parmantige naam in eigen categorie. Met, op vandaag, slechts de inhoud van 1(!) artikeltje erin. In aanvang veelbelovend, maar qua uitvoering om te huilen.
Echtigentechtig, ik mis de leidvragen van weleer, om me door het boekbeschrijf te loodsen. Een heus draagvlak om de inhoud én mijn enthousiasme tot iets leuk leesbaars te transformeren.
Wil ik weer die steunende vraagstelling hebben, dan zal ik ze zelf moeten aanleveren. Ben ik groot genoeg voor, maar er is dat addertje. Het sist niet, maar het gonst zeurderig.
Goeie vragen vereist verdieping – inhoud kennen, dus meermaals lezen – kortom, er eens goed voor gaan zitten. Zo’n spreekwoordelijke vijf eeuwtjes. Vadertje tijd is, wee ende helaas, niet zo goedgunstig …
Knelt het schoentje hier al, dan wordt mijn princiepsbeslissing om geen tijd te gunnen aan niet-boeiend, pas écht pijnlijk lopen.
Bovenop komt, dat ik in denken altijd meer wil dan kan. Om over uitvoersnelheid maar stilletjes te zwijgen. I wrote the book is nog wel even een ander chapiter dan ‘I read it’.
Na veel nee-ja-misschiens, laat ik kortelings de categorie RT opgaan in Gericht Schrijven. Hierin huizen al de WOT- Writing On Thursday – en mijn Swoontjes, de Zwijmeltjes op Zaterdag.
Deze schrijfstuurtjes worden dus vervoegd. Het boekbeschrijf van weleer is niet meer, al zal Ariadnesdraad altijd wel plaats hebben voor rake passages.
Reading Thoughts Reversed dus, ofte een blogtechnische swoon met Beth Ditto !
Voor meer zwijmelplezier, klik hier.