Tagarchief: blogpost-overzicht

Floriaantje : Swooning Saturday 21

Wat doe je bij snertweer ? Gewis dromen van de zon. En vooruitziend bedenken dat ze ook verzengend heet kan zijn, die Lora. Dus kregen mijn zogenaamd zonfilterende hoogbouwramen een extra laagje zilver. Onder de bezielende leiding én co-uitvoering van Vadermans ben ik nu de trotse bezitter – en vooral : gebruiker – van zonnerolletjes !

Lange neus naar wegsmelten ten huize, gebraden vissen in de visbak, gekookte hersentjes of ’n ‘tomatkop’, zeg ik !

Ik is blij, en the grey ones niet minder. Geniet mee van hun happy thoughts, beste lezers. Met glimmende knipoog naar eerder verschenen stukjes.

Floriaantje, zo zwart als roet, ging es wandelen zonder hoed, en het zonnetje scheen op z’n bolletje – daarom droeg ie een parasolletje.

Ja, mijn kinderlijke koppie ontweek al fluks menige culturele angel door het steevast zo te willen horen. Kinderen ervaren de dingen nog wel precies zoals ze die zich vooraf hadden voorgesteld, schijnt ‘t.

Wat doe ik vandaag met de overige coupletten ? Mijn celletjes zingen dit stukje kindernostalgie nog altijd jolig – de sloebertjes, want als ik zélf melodiemix, zetten ze het geluid uit – vaste prik.

Verder ga ik fris en fruitig de deur uit, om te wandelen zonder zélf de hond in het plaatje te zijn. Sinds mijn woonstee uit de herhaling van de loopgravenoorlog is weg-gerenoveerd, en de weg dus niet langer weg is, kan dat weer gewoon.

Zonder hoed natuurlijk, want hoewel ik na de stoom-zomer van 2015 wel een zonnehoedje heb, is dat niet bovenmatig waterproof.

In de hoosbuien van tegenwoordig, zou een eco-vriendelijke douche  – compleet met modellerend shampootje, mijn hoofddeksel in no time weer kunnen shapen, maar dat gaat ‘m alsnog niet worden. De bibbermodus die hieruit voortvloeit, laat vooral groen uitslaan, namelijk. Echtigentechtig, niet opbeurend. Al helemaal niet voor de elastiekjes van mijn goeie hum.

“En dat parasolletje dan ? “, hoor ik nu opperen. Welnu, daar gaat het net zo mee als met m’n pluu. Geskipt uit het script. Net als die prachtige boom voor mijn keukenraam. Nog altijd snik ende snif, hierbij …

Ondanks dat er van Floriaantjes handel en wandel weinig overend blijft, behalve guitige opgewektheid, is de rek van mijn elastiekjes gegarandeerd, beste lezers.

Want pluus en solletjes zijn zomaar even uitgedijd naar heuse zonnewering ! Op het moment van lezing dezer zotte zwans geniet ik heeeeeeeeeeerluuuuuuk van mijn ‘klimaatregeling’. Hoera ende joepie ! Dat het nieuwe groen nog altijd niet verder is gegroeid dan Piereverdriet, is  ’n kleinere catastrofe, eensklaps. Groene rampen buitenluiken is vanaf nu een optie, immers. Na puzzelen en pezen sloegen we de rol-opstand der parelsnoertjes overtuigend – in zesvoud maar liefst – neer.

Die no(i)sy neighbours met hun (verre)kijker en de mij immer vriendelijk toezwaaiende – maar onverbeterlijk laattijdig aangekondigde – glazenwasser annex hersteller hebben voortaan het zilveren nakijken. Ha !

Let de good vibes get a lot stronger, deze zomer !

Voor meer Zwijmelplezier, klik hier.

Advertentie

Retrospectief : sequens

seo zoekmachine optimalisatie

Vandaag het vervolg van mijn vierluik, dat hiermee steels een vierluik + wordt. Hoe verging het mij in die nieuw ontdekte letterkeswereld ?

(Voor wie even wil teruglezen, deel I staat hier.)
Ariadnesdraad als constante

Ik schreef, schreef en schreef. De lange donkere nachten weg, en helderder gedachten tegemoet. Het bedenken en uittikken van columns bleek ideaal om mijn concentratie terug op peil te krijgen. 700-900 woorden, dat redde ik nog nét. Allengskens werd mijn aandachtsboog groter, en hoefde ik het journaal niet meer op te nemen en tig keer terug te spoelen om op wereldniveau iets op te pikken.

Het blogritme gaf een zekere structuur. Nodig om tot iets te komen. Hoe idyllisch een nieuw leven ook mag klinken, als ‘ t plotsklaps bij je op de stoep staat, is het heel andere kantuit …

Jij schrijft, wij lezen stelde een eerste doelletje. Nieuwsgierigheid en lezersverwachtingen schiepen regelmaat. Een echt hoefijzer.

Blogeffect : rust en regelmaat

Schrijven en gelezen worden, beïnvloedden mijn gedachten positief. Onmiskenbaar was dit creatieproces een sterke opponent voor de verbijstering die regelmatig een robbertje met me uitvocht. Eén van m’n missive’s was een virtueel partijtje waarop gezellige blogvisite kwam : een op schattenjacht zijnde pottenbakster. Ik viel voor haar Appeltjes en andere klei-creaties, en zij voor Ariadnesdraad.

Een ander blogeffect van mijn gewaardeerde schrijverijen was rust. Helemaal toen bleek dat lezers zich zo om me bekommerden dat ze mailden tot een terugbericht na een rondje casino.  Blogzorg is empowering.

Ik wil dat je me ziet, zelfs al ben ik er niet.

Ik kreeg een vangnet. Voelde me minder tweedehands. Bloggen en alles daar op en rond gaf me interactie en inspiratie. Lucht, om de sores rondom beter de baas te kunnen. In één van z’n mooie comments schilderde Bentenge een tafereeltje ‘Kerstsfeer-op-komstige-groet’ dat me daadwerkelijk door die eerste aartsmoeilijke Eindejaarstijd hielp. Ook vandaag kruiden mijn lezers alledag.

Stukje bij beetje ging ik zien dat Ariadnesdraad een kans was om afstand te overbruggen. Een troost-tool, die de spagaat van ‘overal tegelijk zijn’ voor me maakte. Ik wil dat je me ziet, zelfs al ben ik er niet. Tastbaar dichtbij, on screen !

Al lezend praten met

Op afstand nabij zijn heeft wat, maar alleen als de tegenpartij er vanaf weet, natuurlijk. Alleen, hoe zou Vadermans reageren op deze sleutel tot hoofd en hart ?

Ik dubde nog wat, terwijl ik voor mezelf uittekende waarover ik ’t allemaal niet zou gaan hebben en zag daardoor een zekere gelaagdheid in mijn stukjes ontstaan, die me wel zinde. Het had wel iets, om op meer dan één echelon leesbaar te zijn. Madddox zou hierover een boeiende gedachtenwissel met me aangaan. Dat gaf zonneklaar aan dat ‘al lezend praten met’ een krachtig blogeffect is.

Zo’n gesprek dat je kan oppakken of laten rusten wanneer het uitkomt, dat was toch echt wat voor Gulliver. Rechtstreeks was het verdriet vaak zo immens, dat ‘laat ons maar zwijgen’ de enige optie scheen.

Dat was één overweging. De andere, die me Ariadnesdraad deed onthullen, was van veel praktischer aard.

Vadermans surfte even fluks door het hele internetgebeuren als ik. Zoniet gezwinder. Tegen die achtergrond, zou ie wel es rappekes op een stuk met mijn signatuur kunnen botsen. Dat wilde ik  gekaderd hebben.

Daarop ging Gulliver dus braaf aan de lees. Dat ie wat met mijn neergepende conversaties deed, bleek twee maandjes nadat ik over de tocht van mijn I-pod naar de Filistijnen berichtte. Ik kreeg voor Kerst een nieuwe.

Toen Vadermans me telefonisch dit kado annonceerde, kon ik enkel ‘Hhuhh ?!’ denken, en later ‘O ja, Ariadnesdraad ! Had ik zo goed over censuur nagedacht, werd ik toch nog verrast !

Teruglezen en groei zien

De vavavoem van mijn persoontje is wat terug. Wat is het prettig om dat via mijn eigenste blogarchief te bemerken ! Pittig, met hier en daar een hoek af en wat geblutst. Eigenzinnig, en niet in een niche te zetten. ’t Zal mijn aversie voor vakjesdenken wel zijn die me tot omniblogger bombardeert. Oeps, toch een hokje …

Mijn draadjes brengen nog immer lezers naar het labyrint dat mijn hoofd heet, en hoewel ze zich soms wel es afvragen waar de uitgang is, klinkt  ‘echtigentechtig‘ hen plezierig in de oren. Sterker nog, Ariadnesdraad is een pop-up in het hoofd, zonder de exacte inhoud van mijn stukjes (nog) te kennen. Ikke blij !

Ariadnesdraad heeft me leesplezier en kadootjes gebracht. De meest bijzondere in dit rijtje is Toetemie, mijn fluffy huisgenootje*, die een speciale band heeft met mijn meest pluizige lezer, Toet

Een heuse Toet-groet van haar, bovenop mijn dank voor al het verrichtte leeswerk op dit blog is jullie deel, beste lezers.

Jullie zijn een fantastisch publiek ! Zeg dat ik ’t gezegd heb !

—————————————————————————

N.B : Dit vierluik krijgt na een specialleke volgende week, nog een epiloogje. (30/11) Stay tuned !

* Toetemie is een Cliniclown-muis, gekregen via Wiebeltjes.

 

Raspoetitsa ruimt baan !

Uit wrijving ontstaat glans, schreef ik al. En of het waar is ! De nagelnieuwe stoep voor m’n deur is spic-en-span, en de baan blinkt als gitzwarte schoenpoets ! De woestijn is terug naar Egypte verkast en de  modderstromen wasten zichzelf intussen schoon …

Hola-di-ee en hopsasa … Raspoetitsa ruimt baan ! Ja, beste lezer. Je leest het goed : de weg is terug van weggeweest. Na zowat 2 (!) jaar. Dat moet gevierd !

Of het mooi is geworden ? Eerlijk : nou nee. Een parking knàl voor je deur is niet bepaald het summum van schoonheid. Ik mis m’n boom-vanuit-het-keukenraam. De huidige zogenaamd ‘lage beplanting’ is daar geen partij voor. Denk : errrrugg laag, klasse piereverdriet.

Oei, dit klinkt niet vrolijk.  Maar echtigentechtig : het kan me niet verblotekonten.  Alles beter dan wegloosheid. 

Ander heuglijk feit : ik heb mijn nachtrust terug. In principe.

Mijn lijf is daar zo ondersteboven van, dat het tegenwoordig het ene na het andere cimbaalstukje op me loslaat. Totaal ontregeld. Je zou voor minder, na al die maanden van boren, klieven, kappen en kleunen.

Wég zijn de aardbevingen waar mijn bed me aan onderwierp. Geen slaapbevorderende wiegeliedjes waren het, maar regelrechte fakir-tortuur.

Wég zijn de slijpschijven, die me tot op vandaag een nagelvijl-complex bezorgen, annex een nooit meer overgaande hekel aan schuurpapier.  Ze kliefden op het laatst niet alleen stenen en stilte aan stukjes, ook mijn zenuwen…

Maar ’t kan nog erger.

Langstaartigen in huis – met of zonder strikje –  compleet met bijpassende rioolgeur. Die invasie is, met vastbeslotenheid, uitgeroeid. Pfoe-pfoe.

Ah ! Mijn zintuigen  (nose-eyes-ears) komen tot rust ! De martelende luchtspielingen zijn opgelost. Fata morgana’s, vertel mij wat !

Niet zo gek, die woestijntaferelen.  Genoeg zand voor tonnen zandzakjes. Met variatie in kleur als bonus… Gelukkig is de eeuwig opduikende zandvlakte zo finaal overwonnen dat ze zich braafjes permanent liet opborstelen ! Wég woestijn.

Nog een pluspunt is dat je vandaag geen kaartkundig genie meer hoeft te zijn om m’n huis te vinden. Ik is blij.

Aan de weg als inbreker hoeft ook niet meer getimmerd. De deur kan weer open. Mijn loopbaan als acrobaat geef ik er ook aan. Gracieus, dat spreekt.

Wég putten, bulten, loszittende stenen en inzakkende bruggetjes, waarover je je nek kan breken – en de rest van je constitutie erbij. Goed voor de sierlijkheid.

Binnen is het ook weer heerlijk warm. De über-echte pool-simulatie is weer netjes waar ie thuishoort : op de Noordpool.

Weggesmolten zijn de ik-bevries-proof-outfits en de daarbij horende niet-communicatieve pareltjes met God. 

Een bakje troost is weer aan de orde, want de kraantap doet het. Voor mij geen deur tot deur meer, op zoek naar een barmhartige water-samaritaan. De visioenen die me ei zo na een delirium over waterpompen bezorgden, spoel ik nu lekker door. Met datzelfde vloeibare goud kan ik ook nog efkes die kamele(o)n wassen, dus dat komt snor.

Wég zijn ook de onverwachte stroompannes. Dat scheelt aardig  in néééje, “het-werkt-wééér-nie”-momenten. Alles doet het gewoon. Zo goed, dat die kapotte badkamerlamp nu wel heel erg afsteekt. Er is (onvolledig) licht in de duisternis.

Maar ach – een kniesoor die daarover valt. Of het moesten de tele-nuts-bedrijven zijn, die nu een superklant  aan me verliezen. Wellicht verguldt een event met een energieke dj – een cute hondebeestje – deze pil.

Daarna komt de slaap – die nog aardig de weg kwijt is – vanzelf. Is het niet van moeite, dan val je wel om van de energierekening …

Woehoeii ! Let’s party, Mister Dog !