Tagarchief: Cupido

Mr. Leeflust (Swoon 51)

Vooraf : Deze Swoon is een ode aan Leeflust, een bijna-eeuweling met zwier, nu wolkzitter.

2017. Een loodgrijze februari-morgen, een keukentafel en ik. Dat is de setting, beste lezers. Allemaal even troosteloos. ‘Mijne kop’ voelt als het vierarmen-kruispunt : oren, sinussen en ook één oog zitten potdicht. Het enige dat loopt is mijn neus, en tranen. Het doorgaande verkeer bestaat uit een file tissue-propjes.

Oorzaak is het momentum, dat me de fakteurfactor liet trotseren. Sinds mijn correspondentie inclusief vensteromslagen is, vergt dit zo nu en dan vermetelheid. Het is nu dat andere gevaar, het gebroken wit met zwart randje, dat voor stupéfait zorgt.

Leeflust’s tien dagen eerdere “Halloooo, ik ben er nog !” was nu : ik ben niet meer. Ik kijk er daas naar. Mijn oog wordt onweerstaanbaar getrokken naar het bijtend roze Post-itje van Buur dat de ingetogen envelop ontsiert.

“Dit vond ik in de bus, na een paar daagjes weg”. Potverhierenginderenoveral ! Te laat. De gestrenge correctheid van m’n nieuwste wolkzitter indachtig, speelt zich binnenskops de begrafenis van de postbode af. Op het geplogen witte scherm hierbij, nu eens geen wapenfeiten, maar welgemeende tirade. Van MIJ. Want dit brei je niet even recht, n’est-ce pas.

Ook hoofdelijk, hoor ik Leeflust scanderen : “Kijk naar wat je wel nog kan, Ariadne”. Nou. Vooruit. Een reuzemok dampende koffie dan maar. Niet dat ik ze proef, maar de opstijgende warmtekrinkeltjes vertroosten. Een dosis obligate zuivel, en een Exce.drinnetje erachteran.

Now we’re talking ! Vlug condoleren, voor ik weer inzak. Aldoende hoor ik, dat er ’n koffietafel 2.0 komt, omdat er nog liefhebbers waren, voor ‘de postbode schabbernakken’*.

Toentijds. Soms breken mensen binnen in je bestaan op, eh, ‘liefst-niet’ moment. Wat nou, alles in de plooi…? Overhoop is ook mooi. Echtigentechtig.

Ik – pas een half land verderop verhuisd zijnde – was fysiek óp. Alles weigerde dienst, maar ikzelf, noch de dokter, toen nog te leen, begrepen er éne jota van. Dus : ’n batterij opzettelijk ver uiteen geplande onderzoeken, bedrust en ‘kamertje alleen’. Met uitkijk op de badkamer.  Daarin  : ’n gehoofddekseld heertje, zichtbaar moeite hebbend niet te ontploffen. Z’n doodzieke Cupidaatje werd van hot (badkamer) naar her (gang) gesjouwd, namelijk. Kamertekort…

Dat ging zo, tot ik ’t tafereel – plus de lege ruimte naast mijn bed – niet meer kon aanzien, en de verpleging er op aansprak.

“Weet je ’t zeker, ” roloogde witkapje, niet overtuigd.

27 zijnde, wist ik ook wel wat leukers dan ’n haast-hemelende, maar m’n hart was bij dat meneertje, dat straks – kinderloos, net als ik – met een gapend gat kwam te zitten. Moest-ie zich dit alles herinneren, met heisa en beddengeschuif op de voorgrond ? Mooi niet, als ik ’t helpen kon. Met stip iets waarin ik onwrikbaar absoluut was, beste lezers. Zo adopteerden we elkaar, die dag, de 80-er en ik.

Personeel meldde zich prompt kies afwezig. Ik trok dus maar m’n meest fluwelen handschoen aan, en vertelde zo zachtzinnig als kon, dat Piet Hein onafwendbaar onderweg was.

Z’n die-ie-pe zucht en één ontsnapte traan deden konde van de inzinking, maar, ik zag ook iemand die gaandeweg herrees, met lust tot leven. Leeflust.

Precies één week na ’t verscheiden, stond ie weer aan m’n bed ?! Mét ribbelchips paprika. Want was mijn zoutgehalte niet gekelderd, volgens de dokter ?

Was er dan draad doorgeknipt, er werd ook een nieuwtje gesponnen. We hielden contact, en giebelden en grienden wat af. Hij maakte me wegwijs, in m’n nog ampertjes ontdekte woonstee, en ik was dol op mijn levend archief. Samen hadden we ’n geschiedenisboontje. De grote oorlogen kwamen dus voorbij, hoewel heul summier. Want op dit punt was Leeflust   oester. Die ik dan weer niet probeerde open te breken.

Hierover verhalen aan ‘jonge’ mensen vond ie passen als ’n vlag op een modderschuit. Dit verlies nam ik sportief. Wat moet je anders, als iemand haast drie keer jouw leeftijd telt ? Af en toe liet zich tóch iets wetenswaard kennen. Zo begreep, sprak en las ie prima Duits. Maar hij zette de toenmalige Voldemort en zijn groot begane kwaad op zijn manier gevangen – door complete negatie van de taal die ze spraken.

De generatiekloof, ze ís er, maar niet bij deze man – die goed twéé keer mijn opa kon zijn. Deze ware gentleman, met humor en open, twinkelende blik, was zowel verademing, als eer, om te kennen.

Zijn oorlogsattitude om ergens voorbij te kijken, zijnde mijn gammele constructie, en de waardering van mijn vrouwelijke input bij dilemma’s, waren kadootjes. Van hem, aan mij.

Kortom, het was me een hemelsbreed genoegen.

Spontaan kwam Harry Belafonte naar voor als swoontje. Deze maartmaand jarig, en ook 90+, met charisma.

Geniet van Hava Nagila, beste lezers !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.


*: iem. schabbernakken : iem. bij ’t nekvel grijpen

Advertentie

De L(ig)usterlaan (Swoon 33)

Of ik nou wél of niet een natuurmens ben, ik ben er nog niet uit, beste lezers.

Ik werd groot tussen bosrijk groen. Welhaast idyllisch ; ’t kwam aardig  in de buurt van ’t peperkoeken huisje.

Ik was er best graag – en het bekwam me. Dit iel, marmerbleek gevalletje transformeerde tot gloedvol blozend. En oeioeiekes, voor de mij dragende ruggen, gezond rondigjes ook nog.

Dat was dus plus. Andere plussen : ik heb een idee waartoe grond en seizoenen in staat zijn. Appetijtelijke paprika’s in de meest uiteenlopende kleuren, om maar iets te noemen. Verder weet ik hoe versche koemelk smaakt, én dat vlees en groente niet zélf netjes geproportioneerd in verpakking gaan wonen – maar via procédés die  bar weinig te maken hebben met rozengeur.

Foodbewustzijn is één, maar blijven kon niet. Hoe zenuwstillend bosgeuren en tsjjjiiiiiiiiirrrrrrrrrrrrrrrrrpende krekels ook zijn, ze matchen niet, met ‘dwarsliggende motoriek’.

Bereikbaarheid werd, met ’t oog op zélf huis houden, ’n dingetje. Zo groen dat ik terug naar paleo wilde, om nomade-gewijs mijn kostje bijeen te rapen, was ik allesbehalve. Angstgroen misschien, dat eterij vergaren een Herculesopdracht zou wezen.

Buurt- en andere supers nabij, was wat, om lichaam en ziel bijeen te houden. Dus deed ik voortaan leentje-boom, en was ik mateloos blij, dat ik niet met tuin zat opgezadeld – niet zo’n gazonzitter, ik.

Mettertijd extra bekrachtigd door over-reacting op. Het éne deficiet hief aldus genoeglijk ’t andere op :  godsgruwelijk hekel aan eten in het lover.

Alsjebliefheelgraag m’n keuken, waar ’t werkblad en de keukentafel niet verder dan armlengte uit elkaar liggen.  Voor mij géén setting waarbij je in de clinch moet met alles dat opwaait. En alles wat zoemt, steekt of kruipt – op, rond of in eten – hoeft ook niet zo, dank je.

Ben ik dan ‘kitchensnob’, het bomengeruis gemis(te) ik deerlijk. Daarom voert m’n eigenste maalstroom me regelmatig naar ’t plaatselijke parkje, waar ik tel hoeveel blaadjes er aan de bomen zitten. Mijn celletjes mogen er wegschieten als elastiekjes, of lekker neerdwarrelen. Ik keer standaard lichter terug. En koeler, bij (deze) hitte.

De erehaag aan bomen, zo hoog dat hun bladerdek al hemelgroeiend naar elkaar toebuigt, geeft én heeft iets vertrouwd veiligs. Bestendig. Net als de tussenstaande verlichting, die toch al drie cijfers op de teller heeft. Ik zit net te bepeinzen, hoe dat zo ging voor de lantaarnopsteker….

Tja, breinkronkels van zomers warm, en vroeg donker …

In ene verschijnselt ’n kleine HP voor me, kompleet met bliksemschichtje op het voorhoofd.

Z’n ‘DA !’ is geen toverspreuk, maar de aanzet naar verstaanbaar Nederlands. Ook code voor : ik zie iets interessants. Zo verrukt zwaait ie, dat-ie  niet overend blijft. Ter aarde storten is ’n gave, die we delen. Dus, ik wacht tot ie is rechtgeklommen, om allervrolijkst terug te zwaaien. Dagdag, kleine (gentle)man.

Ten anderen dage is ie ‘r weer, en ik ook. We doorlopen andermaal ’t zwaai-ritueeltje. Erbovenop krijg ik ’n kushandje toegegooid. Mama complimenteert haar hartendiefje, vertederd.

Geduldig wacht ze tot ie is uitgewuifd ; dat geeft mij de tijd om ook ’n zoentje weg te blazen  Al half gekeerd naar ’n omegapunt, ontgaat het mams. De kleine Cupido vangt ’t nog nét, kraaiend van plezier. Hihi… lieffff.

Wat een lantaarn al niet brengt, zeg ! Een tochtje in J.K.Rowling’s L(ig)usterlaan …

Vandaar deze Leave a light on.

Lumos !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Swooning Saturday 3 : ZoZ

Vorige Valentijnsedities op Ariadnesdraad lieten al zien dat ik nogal wat te stellen heb met dat gevleugelde broekloze en pijlschietende ventje, dat Cupido heet. Tsss….

Of hij is lui, en schakelt zijn rechterhand in, wat mij dan weer geweldige herinneringskeramiekjes oplevert, of hij wil het zeemzoet, terwijl ik niets van Ballade(s) moet – nee, ook niet als het boterzacht is gezongen, dankje.

Of hij is niet tevree, omdat ie te weinig is toegezongen naar z’n zin, en dan stuurt hij Murpy op me af. Dan wordt ’t een bonte avond, waarbij het enige dat door een pijl geraakt wordt, de idee is dat ik piloot ben en dus de zwaartekracht overtref….

Nou ja, laat ik lief voor ‘m zijn en ervan uitgaan dat ie niet express mijn presentie aan flarden schiet maar gewoon overwerkt is en daardoor verstrikt zit in m’n mythologische connectie

Ik heb wat te stellen, met die kleine guitigaard. Zeker als je bedenkt dat zeemzoet en kwinkeleren niet aan mijn wieg zijn gezongen, en al helemaal niet als ze ook nog naast elkaar moeten voorkomen.

Melodische klankproductie is niet voor mij. Toonladders waren een marteling, en heus niet alleen voor m’n eigen oren, weet ik nog. Niet zelden haalde ik ’n muziekcijfer door andermans hemelse klanken te analyseren en om te zetten in een notenreeks. De voldoende kwam tot mij als ik maar zweeg, zeg maar. Tja, nog ’n aanvulling op het lijstje mijner defaults.

Sterker nog, de bende van het hemelrijk zorgt ervoor dat ik dit stem(d)e(f)fect niet vergeet, want als ik tóch klankenreeksjes maak – al is het dan zonder gehoor, dan draaien die leukerds mijn klankkast voor onbepaalde tijd dicht. Hoewel ik de lol niet inzie van krassen als een zwaar verkouden kraai, is stembandontstekingen krijgen een  betreurde kwaliteit van me. Snik ende snif.

Zo is het wel vraagstuk, natuurlijk, Cupido blij krijgen. Niet zelluf zingen, niet zeemzoet, maar all about love. Om een aangepaste Star-Trek- oneliner te gebruiken : to boldly sing like never before, beste lezers.

Forcefull, dat moest ’t worden. Ik moest er hersentjes op kraken, but I guess I prevailed.  I present : Jefferson Airplane met Somebody To Love.

Zo, Cupid, dat staat als ’n huis op Valentijn, me dunkt !

Enjoy !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

Murphy’s Law

Geen televisiereeks, dit keer, beste lezer. Al had dit cursiefje schrijven dan weer wél wat van een soap. Zo van : wanneer staat ’t ?

Zat ik bij het zingen van Cupido nog zo’n beetje op een deuntjeswolk, intussen ben ik d’r vanaf getuimeld. En hard neergekomen ook.

Hij Die Niet Bij Naam Genoemd Mag Worden had me afgelopen vrijdag de 13e goed liggen.

Of het nou kwam omdat Amor toch vals kweelde, of omdat Murphy niets moet van ontbrekende broeken en pijldoorboorde harten, zal ik nooit weten. Maar gevoeld heb ik ‘t, en hoe… !

Celletjes die geen datum meer kunnen plakken op je laatste valpartij, daar kan Murphy niets mee. Geen eigen schuld, wél dikke bult is zijn devies. Die morgen heb ik géén idee. Integendeel.

Ik stap lichtvoetig uit bed. ’t Is te zeggen : voor zover dat lukt met een weerbarstige motoriek. Niet betrubbeld door het snipje te laat dat ik eigenlijk ben, begin ik aan mijn matineuze worsteling met m’n outfit. Ik win vlotjes het pleit en weet nu zeker : met wat passen en meten moet ’t gaan lukken.

Een goed uitgetekende dag, ’n missie en goed weer, wat wil je nog meer ? Hm, … een gelukje, zou ik snel ontdekken.

Een haperende motoriek is garantie voor valpartijen. Die horen erbij voor me, net zo hard als licht bij de dag. Maar evengoed is voorkomen een sport. Een stoel doet de truc. Logisch dus, dat deze ‘vierpotige’ een vast item is in mijn ochtend. Wat zeg ik : mijn ochtend mààkt.

Met een zwierige zwaai maak ik de switch van bed … en al even gezwind draait Stoelemans nét dan, de andere kant op. Zul je zien, preventie die uiteindelijk je ondergang is. Tja, stoelzingen is niet bij Cupid opgekomen…

Het kleinste kind weet : daar komen vodden van. Maar toegepast op tijd geeft de relativiteitstheorie nog denkpistes genoeg, zo tussen besef, duikvlucht en crash.

Stap gezellig in de interne conversatie van mezelf en mijn cerebellumpjes, beste lezer. (O, ja, omdat mijn celletjes gezellig door elkaar kletsen, zijn ze gemakshalve genummerd.)

Ik : Miljarstecaramba, ’t is vrijdag de 13e ! Nou ben ik zalig ! Hoe gaat dit aflopen…?!

C1 : Snoeihard op de grond … !

C2 : Weet ik. Maar ’t is extra spannend als zélf opstaan niet in het script staat en die grond keihard beton is met een verwaarloosbaar laagje vinyl er bovenop …

Ik mag die morgen blij zijn dat de ‘grey ones’ meer souplesse aan de dag leggen dan m’n spieren.

C1 & 2 : Valbreken ! (gilbrullend)

Op hun commando graai ik in m’n val de kussens en het dons van m’n bed, om m’n val te breken. Tegelijk gris ik ergens vandaan Dumdiedummetje vast. De neerwaartse spiraal vordert, maar denken gaat door.

Ik : Een zwabber zou te pas komen, om es duchtig onder ’t bed te stoffen, zeg !

C1 & 2 : ??? !!!

Ik registreer bijna  journalistiek objectief, terwijl de duikvlucht onverminderd doorgaat.

Inmiddels zit ik op het ‘brace for impact !’-punt.

C1 : Hoofd beschermen, klein maken, zoveel mogelijk ontspannen… 

Op automatische piloot zit ik weer in de dril van de valtraining destijds. Je reinste fysiomatiek sadisme, maar (opnieuw) onbetaalbaar. Die gefundeerde marteling zorgt ervoor dat ik dit afwas zonder breuken en met crisiskalmte de toegesnelde hulp kan geruststellen.

Na de BAAAAAAFFFFFFFFFF ! is handelen nog een heel ander chapiter. Je gaat dan immers je rechts wel erg gekneusde en ei zo na ontwrichte lijf zo voelen. En geloof me, dat wil je niet, met weekend voor de deur.

Inmiddels ben ik beurs als ’n gladiator. Verbouwereerd vordert mijn grijze massa : ‘Koffie en chocola !’ Midderwijl is ze druk met endorfines en vooral adrenaline.

Als ik alles op heb, vinden mijn celletjes het tijd voor Flex.

Ik geef ze groot gelijk en ga dus aan de bel. Maar Murphy is er ook nog, dat wordt karwei.

Mrs. Flex neemt op. Beloven is goed, maar weten nog beter, inzake boodschappen. Geen idee meer wat ik zei, en hoe, maar ik kan de beste dame wel zoenen, als Flex zich instant zélf meldt. Goeie zet om in z’n tijd in te breken, zegt z’n stilte, als ie me ziet.

En nu ? Nog niet alles, maar beter – er zit schot in.

Maar auch, die Valentijn, zeg ! Deze editie was ’t meer Valenpijn !

Cupid Sings : My Jolly Sailor Bold

Hoewel de timer van m’n lichtschakelaar al een zwierige draai naar achter heeft gekregen – geluksmomentje dat het lengen der dagen bewijst – is het rijk der cocooning nog verre van uit.  Multimediacenter, zetel en fleeceje, here I come … !

Als er wat te kijken valt dat niet tien kwadraten boven saai uitstijgt, tenminste.

Mijn kijkkast wegdoen gaat me een brug te ver, maar tegenwoordig ben ik allerminst boven de huizen over wat ik te zien krijg. Integendeel. ’t Is huilen en de lamp vasthouden.

Die lamp heb je bij tijden écht wel nodig om tussen alle bagger en brak nog een visueel pareltje te kunnen spotten. Gelukkig ben je met een digicorder al een heel eind op scheut. 

En halleluja, voor die beeldbuisvrije avonden, als je een blog hebt en die ook nog zo’n beetje up and running wil houden. Doet wonders … !

Rechttoe-rechtaan tellywatching is ten huize Ariadnesdraad eerder uitzondering, want die grijze korreltjes van me weten wat ze willen ! Die slimmerds zijn niet met om het even wat te sussen, moet je weten …

Tenzij doodmoe, zorgt ‘zalig neerploffen’ zomaar voor aanvaring met m’n innerlijke bossemuurtjes. Niks geen rust en stilte, maar eerder kermis in de hel !

Ten behoeve van m’n arme hoofd, leg ik dus, zo nu en dan, het deskundig advies om me niet door multimedia te laten overprikkelen naast me neer. Vrank en vrij. 

Of juister : zo vrij als je zijn kan, als je celletjes de bokkepruik op hebben en daarbovenop ook nog ‘ns doordouwers zijn. Voor ’t geluk van je grijze massa doe je wat, alleen al omdat ’t amusante gevolgen heeft.

Tss, dictaat van m’n grijze massa. Meestentijds kijk ik maar met één oog.

Die gewoonte sloop erin, toen ik – uit protest tegen ‘flut’ – voortaan weigerde een programmablad te kopen. Onwaarschijnlijk groen en geldtechnish een gelukje, maar weinig verhelderend. Want net als grijze celletjes weigeren digitale tv-gidsen soms sportief mee te doen.

Veelal skip ik zo moeiteloos – want zalig onwetend – heel wat filmische snert.

Héél af en toe ook wel ‘ns een paar key-moments, maar ach, dat geeft verder kijken suspence. Op een klassieker na – Spartacus bijvoorbeeld – heb ik echt niet de idee dat ik nou een Gouden Palm mis … Alles komt terug  – en heroïeke prenten al helemaal. Met genoeg geduld en boterhammen !

Maar als die kleine gannefjes van celletjes hun muts weer opzij zetten, dan klopt het hele plaatje.

Dan krijg ik ‘n sprookje voorgeschoteld. Zeg maar : een flinke snuif mysterie, met een schepje ongeloof erbovenop. Het evenwicht daartussen wordt zorgvuldig bewaard door een piraat met ’n hoek af. Zijn naam is Jack Sparrow, Captain of it all.  In de ware piraterij vast een vloek, maar voor de elastiekjes van m’n goeie hum ’n zegen.

Uit wroeging voor alle kijkgewijs bezorgde kopbrekers zorgen ze dan ook nog voor een muzieksken waar ik Zen van word. Zimmer-zen, zeg maar.

Dik twee weken terug was ’t weer zover. Tijd voor een goed-maak-offensief van mijn cerebellumpjes.

Om het verstoorde tij van mijn hum weer in rustiger vaarwater te krijgen doen ze me met één – eigenlijke ongeplande – zapflits in de Pirates-film ‘On Stranger Tides’ belanden. Ik breek nog net op tijd in om een bevallige jonkvrouw met vissenstaart deze serenade te horen zingen : ” … My heart is pierced by Cupid, I disdain all glitter and gold … “

Glitter en goud misschien wel, maar niet dit lied !

Je zou warempel in mythen, sagen en sirenes gaan geloven ! Het mesmeriseert. Daar moet en zal ik meer van weten :

Reuze, maar nogal kort van tekst … Na tig fragmenten die niet om aan te horen zijn, komt deze uitschieter boven drijven.

Van een jongmens dat Apathetic Onion heet, en zich verstopt achter de looks van Gemma Ward, die het ook verre van slecht uit haar stembanden toverde.

But this, I like even better ! A capella, zonder falderietjes en met een degelijke tekst.

Mysterious, incredible and heart-melting ! Perfect om het hartje van Cupido mee te doorboren, als je ’t mij vraagt …

 Have a jolly sailor bold Valentine, beste lezers !

————————————————————————————–

* tekst : hier nog es volledig. Lichtjes aangepast, omdat de troubadour kennelijk enige moeite had met het Oud-Engelse ‘ye’. Maar dat kan de pret niet drukken…

Liefde Is Alles

Cupido’s feestje zit er weer op, net als de “pongkoek”* indigestie. De peperkoekenhartjes zijn uitgedeeld : de liefde daarentegen nog laaangg niet, mag ik hopen.  Want ja, zonder loopt het meestal ergens mis …

Desalniettemin hou ik niet van zeemzoet gedoe rond Valentijn. Dat je het even weet, beste lezer.

Ahum. En dan nu een levensgrote contradictie.  Goed uit de bocht, maar dat geeft niet, want het is een mooitje. Pak iets stevigs beet, zodat je niet omvalt van verbazing, want dit blogje wordt de overtreffende trap van zeemzoet. Plakkerig als tien potten perensiroop. En toch echtigentechtig : een heuse liefdesverklaring op Ariadnesdraad. Speciaal voor de rechterhand van Cupido, die nu z’n Valentijntje moet missen.

De liefdesgeschiedenis van je ouders. Gek om het je voor te stellen. En toch, daarzonder was je niet. Onpeilbaar of iets van die orde. Nog zotter om het een buitenstaander te horen (be)zingen. Alsof ie erbij was. Dat is evenwel precies wat Bart Peeters doet. En elke dag wordt het méér waar !

Liefde is alles, wat er overblijft wanneer de rest verloren is

——————–

*pongkoek : peperkoek

Bow Wow Wow

Afbeelding via Google.

Cupido, dat slecht aangeklede, gevleugelde joch, is weer voor efkes teruggekeerd naar hogere sferen.  Om zijn pijlen aan te scherpen, een pak voor zijn niet-aanhebbende broek te krijgen, of om een strak plan in het hoofd van een adjunct te doen ontstaan.

Of  : om te bekomen van een gemiste pijl die niet zijn doel, maar hemzélf heeft geraakt. Wie zal het zeggen.

In elk geval, de liefde is voor even geen hete aardappel meer. Zwijmelen is geen plicht meer, en je mag ook weer liedjes liken die niet “kiss” in de titel hebben staan.

Zeemzoete ballades die zich per definitie op een brug afspelen ( let maar eens op ! ) mag je weer lekker skippen.

Oef … zalig is het !

Net als je dit doet, kom je deze mountain van een song tegen, natuurlijk.

Wat nou, te veel gezwijmel, mierzoet en geen bruggen ?

’t Kan allemaal, want het past perfect bij zijn zachte aard …

Bow Wow Wow !