Tagarchief: Dumdiedummetje

Murphy’s Law

Geen televisiereeks, dit keer, beste lezer. Al had dit cursiefje schrijven dan weer wél wat van een soap. Zo van : wanneer staat ’t ?

Zat ik bij het zingen van Cupido nog zo’n beetje op een deuntjeswolk, intussen ben ik d’r vanaf getuimeld. En hard neergekomen ook.

Hij Die Niet Bij Naam Genoemd Mag Worden had me afgelopen vrijdag de 13e goed liggen.

Of het nou kwam omdat Amor toch vals kweelde, of omdat Murphy niets moet van ontbrekende broeken en pijldoorboorde harten, zal ik nooit weten. Maar gevoeld heb ik ‘t, en hoe… !

Celletjes die geen datum meer kunnen plakken op je laatste valpartij, daar kan Murphy niets mee. Geen eigen schuld, wél dikke bult is zijn devies. Die morgen heb ik géén idee. Integendeel.

Ik stap lichtvoetig uit bed. ’t Is te zeggen : voor zover dat lukt met een weerbarstige motoriek. Niet betrubbeld door het snipje te laat dat ik eigenlijk ben, begin ik aan mijn matineuze worsteling met m’n outfit. Ik win vlotjes het pleit en weet nu zeker : met wat passen en meten moet ’t gaan lukken.

Een goed uitgetekende dag, ’n missie en goed weer, wat wil je nog meer ? Hm, … een gelukje, zou ik snel ontdekken.

Een haperende motoriek is garantie voor valpartijen. Die horen erbij voor me, net zo hard als licht bij de dag. Maar evengoed is voorkomen een sport. Een stoel doet de truc. Logisch dus, dat deze ‘vierpotige’ een vast item is in mijn ochtend. Wat zeg ik : mijn ochtend mààkt.

Met een zwierige zwaai maak ik de switch van bed … en al even gezwind draait Stoelemans nét dan, de andere kant op. Zul je zien, preventie die uiteindelijk je ondergang is. Tja, stoelzingen is niet bij Cupid opgekomen…

Het kleinste kind weet : daar komen vodden van. Maar toegepast op tijd geeft de relativiteitstheorie nog denkpistes genoeg, zo tussen besef, duikvlucht en crash.

Stap gezellig in de interne conversatie van mezelf en mijn cerebellumpjes, beste lezer. (O, ja, omdat mijn celletjes gezellig door elkaar kletsen, zijn ze gemakshalve genummerd.)

Ik : Miljarstecaramba, ’t is vrijdag de 13e ! Nou ben ik zalig ! Hoe gaat dit aflopen…?!

C1 : Snoeihard op de grond … !

C2 : Weet ik. Maar ’t is extra spannend als zélf opstaan niet in het script staat en die grond keihard beton is met een verwaarloosbaar laagje vinyl er bovenop …

Ik mag die morgen blij zijn dat de ‘grey ones’ meer souplesse aan de dag leggen dan m’n spieren.

C1 & 2 : Valbreken ! (gilbrullend)

Op hun commando graai ik in m’n val de kussens en het dons van m’n bed, om m’n val te breken. Tegelijk gris ik ergens vandaan Dumdiedummetje vast. De neerwaartse spiraal vordert, maar denken gaat door.

Ik : Een zwabber zou te pas komen, om es duchtig onder ’t bed te stoffen, zeg !

C1 & 2 : ??? !!!

Ik registreer bijna  journalistiek objectief, terwijl de duikvlucht onverminderd doorgaat.

Inmiddels zit ik op het ‘brace for impact !’-punt.

C1 : Hoofd beschermen, klein maken, zoveel mogelijk ontspannen… 

Op automatische piloot zit ik weer in de dril van de valtraining destijds. Je reinste fysiomatiek sadisme, maar (opnieuw) onbetaalbaar. Die gefundeerde marteling zorgt ervoor dat ik dit afwas zonder breuken en met crisiskalmte de toegesnelde hulp kan geruststellen.

Na de BAAAAAAFFFFFFFFFF ! is handelen nog een heel ander chapiter. Je gaat dan immers je rechts wel erg gekneusde en ei zo na ontwrichte lijf zo voelen. En geloof me, dat wil je niet, met weekend voor de deur.

Inmiddels ben ik beurs als ’n gladiator. Verbouwereerd vordert mijn grijze massa : ‘Koffie en chocola !’ Midderwijl is ze druk met endorfines en vooral adrenaline.

Als ik alles op heb, vinden mijn celletjes het tijd voor Flex.

Ik geef ze groot gelijk en ga dus aan de bel. Maar Murphy is er ook nog, dat wordt karwei.

Mrs. Flex neemt op. Beloven is goed, maar weten nog beter, inzake boodschappen. Geen idee meer wat ik zei, en hoe, maar ik kan de beste dame wel zoenen, als Flex zich instant zélf meldt. Goeie zet om in z’n tijd in te breken, zegt z’n stilte, als ie me ziet.

En nu ? Nog niet alles, maar beter – er zit schot in.

Maar auch, die Valentijn, zeg ! Deze editie was ’t meer Valenpijn !

Advertentie

Mr. Sandman, bring me a dream

Wie Ariadnesdraad al langer leest, weet dat matineuze kolder hier wel vaker aan bod komt.

Niks aan te doen, ik ben wat ik ben : een legendarisch slechte slaper. Dreef ik vroeger mijn huisgenoten tot nachtelijke merode, nu ben ik vlakuit zelluf de klos.

Ik wil nog wel es in de veren liggen met Mr. Sandman in het achterhoofd. Maar ach, … ’t Ventje heeft busladingen zand voor me nodig, en die heeft ie op verplaatsing natuurlijk niet voorhanden …

De witte nachten zijn niet ’t ergste. ’t Is dat uitgevloerd opstaan. Dat noopt  bijgeval om de dag met een marathon te beginnen. Achter mezelf aan. Des morgens checken of alles aan me wakker is, zit er dus niet an te komen. Aan pre-opstaan doe ik niet.

Slaap-preparatie gaat zo’n beetje Ernie-style. Al pas ik nog prima bij dat boek en schrijfblok.

Ideaal om die outburst van energie in de kleine uurtjes te kanaliseren. Lief voor de buurtjes ook, die m’n reversed-day-rythm maar matig enhousiast onthalen. Want de diepe stilte van de nacht is nou éénmaal next toe not compatibel met stofzuigen, of ’n handmatig afwasje …

Waar ik zélf maar sobertjes positief over ben, is de ongebreidelde ijver waarmee ik in het tijdvak van Janneke Maan kluslijstjes opstel.

Echtigentechtig, ik krijg ’t nie gerijmd, soms. De nachtstart die me dikke tomen laat oplijsten in het idee ‘doe ik wel even’ en het krieken van de dag die van krék dezelfde opsomming plots straaaten zonder end maakt. Brak als ik dan ben, is het wat, om me m’n Superwoman-kant te herinneren.

Al dat geceel maakt weinig klaar, op een paar ik-heb-hier-zo-geen-zin-in taken na. Mijn celletjes zijn niet blij met ‘de schrijf het van je af, dan moet je er ni meer aan denken’ – methodiek. Ze krijgen er stress van …

En zo komt bloggen in het plaatje terecht. Naastwoners denken niet meer dat je de hel bouwt, en je kan er de fratsen en frutsels van de grey ones in kwijt !

Een gerief, beste lezer, als je nog ‘ns wil schuddebuiken om je eigen straffe stoten. Onder het motto : slapen we niet, dan lachen we wel. Humor geeft pep, toch ?

Dat die grijze guitjes je je bed uitzwieren om stukjes te tikken en filmjes op te snorren neem je op de koop toe … Dorst kan je zo bestrijden met een (grote) beker warme chocola …

en koekjes zijn ook geen punt, want je krjgt nu geen kriebelende kruimels in bed …

’t Moeten tenslotte niet altijd Dumdiedummetjes zijn die voor storing zorgen, nietwaar ?

Als Morpheus dan zijn zandwinkeltje opzet en het daglicht ‘sta  op !’ commandeert kan ik doorgaans toch nog wel ” Relax, take it easy ” zeggen, in de wetenschap dat er toch weer een paar colummetjes in de steigers staan of af(gevoerd) zijn. Of niet.

Geniet mee van het hindernisparcours dat mijn hoofd dit keer voor mijn slaap aanlegde, beste lezer, … Met – gegniffelde – dank aan Bert en Ernie.

Kindernostalgie !

Ode aan Sjoklatteke

seo zoekmachine optimalisatie

Ken je die van dat vrouwtje dat ’s morgens opstond en dacht : dit wordt een dag waarvan ik steil achteroversla ? Die ging zo.

Laat september sta ik naast bed met kletterende cimbalen. Die morgen blieft het m’n celletjes een danske te placeren. Ze negeren fit en fluks m’n twee linkerbenen en zetten een pijnlijke choreografie in. Juist, beste lezers, Mr. Migrain is visiting, again.

Als de ‘grey ones’ een paar uurtjes later hun dansschoentjes over de haag gooien, galmt het hoorbaar ‘Oeffff’ in m’n hoofd. Gevolgd door een verre, vage, echo van ‘slecht nieuws’. Als een voice-over zal dit bericht de hele dag m’n gedachten doorkruisen. Om koekoek van te worden.

Ik ben die avond aan het bedenken waarmee ik mijn hersens tot de orde kan roepen, als Dumdiedummetje zingt. “Ja…, ehm, ik heb geen zo goe nieuws …,” hoor ik Gulliver zeggen. Mijn innerlijk kabaal valt opeens stil ?! Deze frase is een gekende aanloop naar een Jobstijding. Ook nu.

Malfortuna heeft toegeslagen : Sjoklattekes wederhelft is wolkzitter geworden. Ik ben onthutst. Vadermans, denkend dat ik ni mee ben, helpt me op weg : ” Je weet wel, Sjoklatteke, van school …

Of ik Sjoklatteke zou kunnen vergeten ! Mijn onafscheidelijke schaduw. Mijn redder in kouwe nood … Mijn kleine beschermengel. Samen konden we de hele  (school)wereld aan. Wat had ik haar graag eeuwig geluk gegund, en niet dit …

Het duurt niet lang, of mijn vader en ik halen herinneringen op aan de chocomelk van Sjoklatteke. O sweet memory !

Sjoklatteke werd Sjoklatteke in de kouwe winterdagen van de vierde klas. De directeur beende handenblazend binnen ; dat kon alleen maar betekenen dat de ‘sjoffage’ weer es wijlen was. Zumba, om warm te blijven, was geen optie, wegens weerbarstige motoriek. Alras bibberde ik haast uit mijn vel.

Sjoklatteke, die me kouwer en grauwer zag worden, trok m’n klappertanden niet en gaf me tenslotte hààr warme Cécémel te drinken. Werkte prachtig, als antivries. Alleen had zij nou niks warms meer, en wél nog kou.

Dus hobbelde ik in de ‘speeltijd’ het buro van het schoolhoofd binnen, om te vertellen waarom ik zélf niet in vloeibare warmte kon voorzien. Daarop mocht Sjoklatteke uit de les, om thuis een nieuwe lading te halen.

Wat zal Sjoks Mum ogen als schoteltjes gehad hebben, toen dochterlief ruim voor de bel thuis binnenviel ! Gelukkig had ze ook een groot hart, twéé thermossen en megaveel inspiratie qua warme drankjes …

Het regime van de kouwe-drank-bricks moest vallen, wilde ik niet als sneeuwpop eindigen …

Hoewel deze maatregel Spartaans lijkt, was ie oorspronkelijk gewoon probleembesparend.

Want mijn moeder wist waartoe die eigenzinnige motoriek van mij vaak leidde : een zeer nabije studie van de grond en een Sjoklatteke dat dan de netelige taak had me op te krikken. Doffe ellende, die je niet wil vergroten met zompige boekentassen door een gevalletje gesneuvelde thermos.

But desperate times call for desperate measures. Nu we onvrijwillig in een nieuwe ijstijd werden gestort, gold als kersverse strategie : Sjok twee thermossen, ik twee brooddozen. Later werd dit bijgesteld naar boterhammenruil.

Ja, beste lezers, ik was dat kind dat andermans lunch verorberde. Zonder represailles. Onze ouders kenden dit publiek geheim, maar lieten het er verder bij. We zagen er per slot van rekening happy & healthy uit.

Daarbij kwam dat ons beider mums wel opgedaan waren met het culinaire compliment dat ze kregen. Win-win all over. Ik bleef warm, dus m’n moeder beloonde Sjoklatteke’s geniale inval wat graag. Met broodjes ei, die Sjok hemels vond. Anderzijds vond ik de bokes rauwe hesp van Sjoks Mum helemaal niet verkeerd – tot jolijt van Sjoklatteke, die ze graag aan me sleet.

Nu, in ’t donkerst der dagen, hoop ik dat iemand ‘mijn’ Sjoklatteke van ‘hot chocolate’ voorziet. Want zoiets warmt het hart, en dat gevoel gaat niet verloren …

Sjoklatteke(s) for the world !

 

Ode van Bart Peeters aan Luc De Vos vind je ook hier.

Robinson to the rescue : Gastblogging

De foon kan evenzeer een vloek dan een zegen zijn. Denk maar aan de  klabats-boem-baf-toestanden, die je met een smak (op de grond) uit je slaap en in de foonwereld slingeren. Vooropgesteld dat de reden serieus genoeg is, kan je hierna toch vaak waarheidsgetrouw tegen de andere kant van de lijn zeggen “Ach, geen man over boord”.

Vele keren erger zijn de spammers, de hackers, de “echtniet ?”-ers en zij die nee alleen kunnen begrijpen via een Cursing-tirade. Zeg maar : de multi-overtreffende trap van miljarste-vlammenste-caramba-nu-niete ! Jaa, die Rossa geeft niet op. Een bijtertje. 

In het Eden van de eeuwige bereikbaarheid wil NEE verkopen nog wel es een Tantaluskwelling zijn, als je hoffelijkheid hoog hebt zitten.

Niet voor het eerst zie ik mijn goeie luim verdampen tussen een argeloos moment, “daar hang ik weer” en een identiteitscrisis. Jawel, beste lezer, ik wil dan op slag ‘the other gender’ zijn. Wegens vermoeden van een kloeke aanpak inzake telefoon-idiotie.

Maar, beste lezer, over deze inzinking(en) ben ik heen. Voortaan eet ik tijdens dergelijke telefonades alleen nog dikke en ronde koekjes, zodat marketeers voor een propvolle mond gaan passen.

Verder ga ik me bedenken dat ik minstens één man ken die ook wel ‘ns ‘geplakt’ wordt. Ik geef ‘m graag ’t woord.

Deze Robinson – Sharp Ben – heeft de lijnvriendelijkste strategie om van die plakkerige babbeluten af te komen. Oorvervuilers eruit, metronomen erin … ?

Veel plezier met deze gastcolumn, een ware turnles voor het elastiekje van je goede hum !

Stel je een doordeweekse avond voor, ergens tussen pakweg 18 en 21 uur. Etenstijd ten huize Sharp Ben. Net wanneer we onze eerste hap naar binnen werken gaat de telefoon.

Een op zijn minst binnensmonds gevloek stijgt op. In een reflex neem ik toch maar op, er zijn nu eenmaal mensen die je moeilijk kan laten wachten.

“Hallo!”

“Spreek ik met de heer Sharp Ben?”

“Ja, daar spreekt u mee. En wie bent u?”

“Goeie dag meneer, ik ben mevrouw Kwettermie van enquêtebureau Disturb en in opdracht van koekjesfabrikant Dik & Rond doen wij een onderzoek naar uw eetgewoonten. Mogen wij daarom 2 minuutjes van uw tijd?”

De niet onaangename stem van mevrouw Kwettermie dreunt als een metronoom haar obligate litanie af, terwijl ik mezelf verwijt nog maar eens in de val te zijn getrapt.

Ook voel ik de aandrang om mevrouw Kwettermie zonder veel poeha het zwijgen op te leggen. Niet zo moeilijk zou je denken: één druk op de knop volstaat.

In plaats daarvan doe ik niks en bedenk in een flits dat ik eigenlijk veel te beleefd ben opgevoed om aan deze situaties het hoofd te kunnen bieden.

Het enige antwoord dat ik over mijn lippen krijg is:

“Nu ja, vooruit, 2 minuutjes dan”.

Het vervolg laat zich raden: 2 minuutjes worden er 5 en 5 minuutjes worden er 10 of zelfs 15! Niet zo erg natuurlijk, maar de niet onaangename stem van mevrouw Kwettermie warmt wel mijn verpieterd bord niet op…

Bovenstaand scenario zou grotendeels tot het verleden moeten behoren.

Sinds kort staat mijn naam immers op de Robinson-lijst.

Die lijst is een initiatief van de bdma (Belgian Direct Marketing Association). De leden van de bdma verbinden zich er sinds 2010 toe geen commerciële aanbiedingen meer te sturen naar diegenen die op de Robinson-lijst prijken.

Er werden 2 lijsten aangemaakt : Phone & Mail (per telefoon en per post). Medio 2012 ging het Phone-register over in de Bel-me-niet-meer-lijst. Willen werd hierdoor wat meer wet en bedrijven waar u reeds klant bent mogen u niet meer standaard contacteren.

En nu maar hopen dat koekjesfabrikant Dik & Rond lid is van de bdma…

Surf naar de site, laat je gegevens achter en Kees is klaar.

_____________________________________________________________________

Dit stuk heeft 2 auteurs. De cursieve tekst werd mij aangeleverd door Sharp Ben. Credits en waardering hiervoor gaan naar hem uit. Ariadnesdraad nam de intro en een kleine updating op zich.

Christmas Calling

Precies één week voor Kerstmis laat ik een bruine omslag achter op het buro van m’n Florence. Want niet alleen zij zet paperasserijen op het juiste spoor, ik doe het ook. Zeker als het jaar op z’n laatste benen loopt. Dan hou ik er nog meer van, als losse eindjes netjes worden ingestopt. Al is het dan in een verfoeid jasje … 

Bruine enveloppes, da’s voor mij een dikke dislike. Ze representeren vaak een warboel, vergelijkbaar met een breiwerk dat je net hebt uitgetrokken. Een knopenfestijn. En, beste lezer, je raadt het al … Juist ja, daar loop ik niet warm voor !

Dit idee flitst door mijn hoofd als ik aan mijn dossierdame denk. Ik kan me zomaar indenken dat er beslist een kleur briefcover is waar ze niet blij van wordt … Nu maar hopen dat dat niet bruin is ! 

Mijn little grey cells houden ook niet van donker, want ze seinen onmiddellijk deze lichte boodschap door  : “Maar de inhoud maakt veel goed !”

Haha, die celletjes toch ! Het werkt nog ook. Bij thuiskomst is de gedachte dat mijn postale verbiage voor Kerst vlotjes is gegaan frontnieuws in m’n hoofd.

In goeie luim buig ik me vervolgens over de kwestie hoe ik twee opeenvolgende ovengerechten in mijn kerstmenu kan passen zonder dat de eters van lieverlee aan plafondstaren moeten gaan doen …

Ik pas en ik meet druk. Diverse schalen, mijn oven, de tijd. Zodoende verdwijnt de favo kleur van Flo naar de achtergrond. Sterker nog, ik hou de traditie van een goeie daad in ere – ik denk er niet meer aan.

Twee dagen later. Ik ben naast keukenattributen naarstig op zoek naar mijn kerst-hum.

Dat is tussen de spullen die ik had-maar-nu-natuurlijk-niet-kan-vinden, een opkomend kletterend cimbaalstuk en het plotse Adieu van Dokter Huis even de weg kwijt.

Geen leuk kerstkado, denk ik nog, als de bel van mijn foon opnieuw klingelt.

Ik kijk er scheef naar, want de nummerherkenning van mijn vaste dumdiedummetje doet het niet. De batterij is alvast aan de Kerstvakantie begonnen. Tja, dan maar zo opnemen. Je hebt tenslotte geen foon om er naar te kijken als een koe naar een trein. Bell importeerde  de wetmatigheid “opnemen bij rinkelen” ook in mijn systeem.

Dus dat doe ik. Met een “halloooo ?!” die ergens tussen verbaasd en argwanend in zit, schat ik.

“Hallo, met Florence !” klinkt het opgewekt in mijn telefoon-oor.

In mijn hoofd ruzieën “toch weer geen stop-bericht-met opgewekte-intro” en “de goeie inhoud is aangekomen” om voorrang.

Florence is van veel markten thuis, blijkt nog maar eens. Niet alleen kan ze van puinhoopjes weer mensen maken, ze kan ook prima blij worden van kerstkaartjes die een foute façade (bruine envelop) hebben.

En gedachten lezen kan ze ook. Zonder dat ik de vraag hoef te stellen hoor ik al de gerustelling : ” Ik stop nog niet met werken, hoor ! En jouw kaartje geeft moed …”

Verdraaid, ik word er zélf blij van ! De mist in mijn hoofd trekt op tijdens een aangenaam gesprekje met een mooie kerstwens : dat de zachtheid van mijn entourage naar voor mag komen.

En dat, beste lezers, is ook mijn late Kerst- en vroege Nieuwjaarswens voor ieder van jullie. En mocht dat moeilijk zijn : een eigen Florence om hierbij een handje  te helpen.

Het is jullie allemaal van harte gegund !