Tagarchief: en op een zeevloer ook niet

Duvelkes kermis

lightening - Google-kuvat

Afbeelding via Weheartit.

Tekstfragment uit : De donder rolt / Rob de Nijs

Als een duiveltje kom ik weer uit m’n doosje gekropen, beste lezer. Voorzichtig nog, maar kom.

In dat doosje beland door de hitte en some other lovely things of life. Ik sta nog een beetje op spaarstand, dus maak ik maar gebruik van  de “okkasie” die de feestjes van de bende van Zeus, die bij conventie weer zijn gaan heten, me bieden.

Yep, ik doe gezellig mee met de recycling – hype en gooi even wat columns van me in de mixer.

Trop is te veel, en te veel is trop.  Ook wat het weer betreft. Dus nadat de Tropen zich weer herinnerden dat ze eigenlijk in andere contreien thuis zijn, kwam er onweer …

Niet zomaar een braaf flitsje en een ergens ver weg klinkend kraakje. Neenee, echt BBBBBROOOOOOOEEM en boenk en KRAAAK ! Oorlog in de lucht. Duvelkes kermis.

Net voor het zover is word ik wakker.

“Waar moet dit toch heen met mijn slaappatroon”, denk ik nog, “halfnacht, en al weer wakker. Die slaapschuld krijg ik nooit nog ingelost !”

Mijn vermoeide brein, onwillig uit haar slaap gehaald, denkt op die ochtend van 27 juli nog ongeveer dit :

Half vier in de morgen…

regendruppels op de voorruit …..

er hangt storm in de lucht…

en de donder rolt, en de bliksem kraakt…..                                                                        

De donder rolt, en ik rol mee in mijn bed, van de ene zij op de andere. De bliksem klieft mijn slaap aan stukjes, dus zoek ik soelaas bij mijn I-pod.

Het on-knopje licht op, en het eerste lied dat ik hoor is “De Donder Rolt” van Rob de Nijs. Frappante beschrijving van wat zich op dat ogenblik boven mijn hoofd afspeelt.

Toen Rob de Nijs op deze uitbreiding van zijn repertoire wrochtte, had ie vast nooit kunnen denken dat ie gelinkt zou worden aan de natuurelementen.

Geen idee welke ambities Rob als artiest met dit nummer had of heeft, maar een accurate weersvoorspelling zit er vast niet bij. Maar het zit er echt wel boenk op. Ach, de waarheid kiest telkens zelf haar moment en weg …

Grappig wel, dat het ene klank en lichtspel het andere zo waarachtig beschrijft!

In plaats van hierover een innerlijk boompje met me op te zetten, manen m’n little grey cells me alleen maar aan mijn verticale stand te verruilen voor een meer actieve.

Enig gevoel van onheil bekruipt me, dus geef ik toe en graai naar mijn blauwekijkersbijlichtende ding. ??????????!!!

Ik zit pal in het vizier van dit klank en lichtspel. Hoewel, licht. Het is voormiddag, maar nachtdonker. De stroom komt tekort tegen de voltages in de lucht, dus de lichtschakelaar geeft ook al niet thuis.

“O nice ! ” denk ik Onslow-gewijs, als ik geholpen door het piereverdriet lampje van mijn zaklamp – die ik uiteraard natuurlijk niet heb opgeladen – mijn raam tot sluiten wil overhalen.

Je wil het op zulk ogenblik niet ontdekken, maar het klemt. Loeihard. Niet dicht te krijgen. Niet Onslow-gewijs spreek ik met God.

Nee. Geen lief, opbouwend, de ander in zijn waarde latend communicatief pareltje. Absoluut niet. Eerder een woordenstroom die in strips wordt uitgebeeld door een donkere wolk met bliksemflits erdoor heen. Met zaagtandjes en iets als dit  erin : pddritjimbmùgoiugUHujdg hhhhhhhreufyeyeyeyeyeyryfgygeèyf !!!!!!!!!!!!!!!!

Deze spaanse colére helpt me de schade toch nog enigszins te beperken.

Ach ja, dan maar hozen straks … al heb ik geen zeebenen en wil ik allesbehalve Te kaapren varen.

Als de hemelsluizen dicht zijn en mijn living geen zee meer is, slaak ik een zucht. Van opluchting. Weliswaar te laat, maar mijn raam verleende uiteindelijk toch medewerking.

’s Avonds knik ik mijn beeldbuis toe, als de weervrouw het heeft over zware onweders en shelf-clouds. Vertel mij wat. Plankwolken … !

“Eén keer is genoeg !” gillen mijn little grey cells. Helaas. Hun protest wordt “overruled”. Want Zeus en de zijnen vinden : de show must go on !

Laat me je dit vertellen, beste lezer. Niet driemaal, maar tweemaal is scheepsrecht.

Dus al ben ik dan geen man met baard, ik ga aan mijn opleiding tot bootsman beginnen.

While at it, kan ik dan meteen ‘ns aan Jan, Pier, Tjoris en Corneel vragen welke planken ze toch uit die wolken kregen om hun boeg te dichten.

Mijn boeg, dat is mijn raam. Het houtwerk errond begeeft het en plots zit ik, zonder zee, toch op de woelige baren…. !

Tss. Dat een mens nu al zeebonk moet zijn, om bij een plankwolk-onweer zijn raam te kunnen trotseren !

Advertentie