Tagarchief: er kan nog meer bij

Be A Woman !

Ik breek even temidden de week in, beste lezers. Met een vrouwenstuk. Want internationale vrouwendag vandaag.

Speaker’s corner voor m’n a-typische dametjes die grey ones heten. Over beautysalons aka wachzalen, klaagmuurtje spelen, vrouwelijke tact versus mannelijk(?) ‘ad rem’, gierende dokters, geestige stress-consulentes en pittige pointe.

Voelt alsof ik die veel te grote olifant ben, in die plots akelig kleine kamer. Je merkt ’t : ik ben nog niet over mijn laatste bezoek heen. De – mijn – horror is een beautyconsulent die op je afstevent alsof je ’t te enteren schip bent. Met de deur nog in de hand – en je hoofd nog niet eens voorbij de etalage, gaat het al over douchegelletjeS ?

Do not be mistaken, beste lezers, Géén zeeploze zondvloed hier. Daarvoor moet, schat ik, de wereld nog een zevental vergaan. Maar, zeep, ’t is mijn achilleshiel.

Letterlijk, want de verstoorde band ermee, gaat terug tot een dubbelkantige voetoperatie. Bloody agony. Overduidelijk, dus moest ik opgemonterd.

Karrevrachten rieten mandjes rukten aan. Meest zeep, en sponzen. Aardigheidjes. De laatste in dat rijtje kreeg woest toegeblaft : ” Stinkekzo, misschien ?????????!!!!!!!!!!!! “ het vermaledijde zeepsel erachteraan.

Omfloerst, het is niet voor mij. Heel wat jaartjes, geduld en tact verder ontgaat me nog steeds  waarom vrouwelijk ad rem voor heisa zorgt, terwijl de mannelijke tegenhanger ervan geen spier doet vertrekken. Au contraire …

Het toneel voor deze bedenking is Dr. Waterwerk’s consult. Nu, daar kom je niet als alles, …. eh…. , vloeiend loopt, zeg maar. Wel bij niet, of te.

Zelf zit ik in de laatste categorie, wat me die nacht op zo’n 6 (!) slaapstoringen is komen te staan. Ik ben bepaald brak. Gelukkig de kangoeroewallen, door giga-slaapschuld, onder een goed gelukte make-up-laag weten te schuiven.

Optisch bedrog is je ware, als je je moreel wil boosten. Very Stylish. Vervolgens ging ik de deur uit en vergat ’t heule pleisterwerk.

Terwijl ik in ’n klein spiegeltje m’n présence verifieer, capteert de over-zittende dame me. Gammele constructie, lijkt haar fiat, om verhaal te houden, over de-zoon-met-dwarslaesie.

Mijn celletjes zetten de verbinding ‘mannelijke grinta’ in. Nodig om de heel ‘leuleke’ karakterschets van zoonlief te doorstaan. Bottomline : alle krakkemikkigen zijn monsters. En bedankt ! Tegenwoordig van geest, slik ik nog net de zegging : ‘omdat ze van mama mogen’ in …

Op naar het volgende level. De details van de verstoorde mannelijke afvloeiing. Beeldend, goddank niet geurtechnisch ondersteund. Aaaaaaaaaarghhhhhhhhhh.

Ik schaam me purper, want de problematiek van ’n handvol rolstoelers, full face ahead, is intussen wel bijtend pijnlijk van alle mystiek ontdaan. Sterker nog : àlleman is in zijn blote kont gezet.

“Mevrou-ouw, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje”. Of het missie-negertjes waren waar je ’n centje in stopt, zo heftig knikken alle wachtzaalzitters.

Oef. Bijtreding. Maar het groepsprotest valt in dove oren.

Ik snak naar dampende koffie, die ik niet mag, en de grootst mogelijke zak ribbelchips paprika, om mijn zoutbalans en mijn ergernis recht te trekken.

Ik ben er klaar mee. Hoelang nog ! “Niet te geloven, dat ik, die niet eens een fluit heb, die piet-praat moet aanhoren. Rauss damit !”

Kommen Sie herein ! nodigt Waterwerk de vrouw in zijn spreekkamer.

Arts en ik hebben nooit eerder ZO gegierd, al komt het me dan op ’n casinootje te staan, binnenkort. Buitengaand houdt een hoffelijk Jongmens de deur. Hij wist lachtranen uit z’n ogen en zegt : “Goddelijke repliek, die wij mannen hadden moeten leveren.”

Thuis neem ik tóch dat chipje bij ’n goed boek. No stress*, van Loretta. Sla open, en kom bij dieetpillen uit.

“De pillen werkten, bij wijze van spreken. Ik werd in een ijltempo dun omdat ik alleen nog maar bewoog. Ik was een dansende derwisj. Ik had het meest onberispelijke huis van de buurt. Het ziekenhuis belde op omdat ze mijn keuken wilden gebruiken als operatiekamer.” (p. 91.)

Schaterbuikpijn. De keuken is nog geen O.K., en ik nog geen derwisj. Komt dus goed…

Pointe : durf lachen met je female foolishness. Maar, chica’s, weet dat het hebben van een vlaggemast ‘loterij’ is, géén verdienste.

You need a woman to be a man, tenslotte. Zo. The grey ones have spoken …


  • Relax ! You May Only Have a Few Minutes Left : originele titel
Advertentie

Bring me Edelweiss

Woe-woe-woe 

Na (teveel) ralenti : habemus een blogstuk!

Onderstaande oorwurm kwam onlangs voorbij en boorde zich door mijn Eustachius. De Woeeeeeeeeeews en auuuuuuuuuuuuwhhhhh’s passen als een handschoen bij hoe ik me – al even – voel.

Het komt in 3

Mijn inner Sidonia en ik, wij vechten een kras robbertje uit. Of 2. Of 3. Want één komt niet alleen. Neeje, hij komt in drie.

De Bende van Zeus heeft me weer es te pakken. Yep. Wegens goddelijk houdt dit zootje ongeregeld natuuuuuuuuuuurlijk van drievuldigheid. Oei ende ai.

Bring me Edelweiss – of misschien een gelukje ?

But : help is on the way. In de vorm van een ander hemels figuur : de Sint.

Eén dezer doet de Goedheiligman gelukkiglijk weer z’n intrede in Belgenland.  M’n cadeau is zo gevonden : een bokaaltje straffe graanmosterd. Genre :  Sidonia’s kuif gaat strijk.

Het laken tussen Malfortuin en mezelf moet nodig doorgeknipt.

De scheefloop is geen superchoquante sores, maar toch wel ballast.

Het hoofd is vol – hoera ende joepie, ook met stukjes – , de tijd te kort, de  zorgjes talrijk en het lezersgemis groot, lieve lezers. Het goeie hum ? Even naar Spanje, de elastiekjes ervan achterna …

But I survived … vrijdag de 13de !

Mijn ‘plunge into nothingness’ is vast over tegen de tijd dat de 800-jarige pakjesgooier goed en wel aan zijn paard-en-dak-concours begint.

Hou dus de leeslamp en ’n fleeceje klaar voor nieuwe capriolen van mijn celletjes, beste lezers :

  • Take a walk on the wild side : gaan wandelen als ’t blaasjes regent, ’t zal mijn hondenkarma wel zijn, zekerst ?
  • Rain and shine : zeg maar gerust het nougatine-effect.
  • Tutti, Frutti & de Filistijnen : het komt in drie, weetjewel. En Samson, die komt gewoon niet !
  • My Silver Lining : het verband tussen mijn zwarte goud en een witte setting. Ofte ’n schat van een verkoopster die moet ingekaderd …

Voor nu gooi ik jullie allemaal nog een alpenbloempje toe … till then !

Lascaux, waer bestu bleven ?

seo zoekmachine optimalisatie

Dat uitslapen, beste lezer, is aan mijn wieg niet gezongen. Is het m’n waterindustrie niet die me belet horizontaal te gaan, dan zijn ’t wel ‘bijbelkenners’ die me met alle (bel)geweld voor de nakende Apocalyps willen behoeden. Vanzelfsprekend liefst als de wereld zélf nog op één oor ligt. Zeg, zondachochtend, half acht.

But, fair and square : de Eindtijd is géén partij voor een deurbonkend duo op sakosjen-jacht. Dan ligt de kick-start van de dag nog een dik uur eerder. Maar de setting – de buurtjes in PJ – is gigantisch veel leuker.

Goed, wat staat er dus zoal in het rijtje ik-geef-het-slapen-er-aan ?

Ergernis, ellende, ’n opdreunactie van de (door mij niet) uitverkorenen, en een ring-ring-erlebnis (zonder de but I’ve got to sing). Gieren (met dank aan de nu eens niet perfect in de make-up zittende overbuur en d’r unieke volt-kapsel) mag niet ontbreken. Wat kan er nog meer bij *zangmodus* ? Zingen niet, maar mystiek is ook een goeike.

Perfect decor hierbij is het orkaangetinte weer van tegenwoordig en zeebonken van ramen, om die zeeën aan water buitenshuis te houden. En ondergetekende, natuurlijk. Die in bed blij ligt te zijn dat ze d’r niet door hoeft…

Ik, die in weerwil van talloze slaapexperten, de mantra “Slaap nou!” steeds dwingender opdreun. Too demanding. Geen verrassing dus, dat ‘vraag en gij zult krijgen’ niet opgaat.

De repercussie is dat ik wide-awake in bed lig en het uit-knopje van mijn hoofd niet kan vinden.

Maar : ik respecteer m’n onuitgeslapen, kikkerkoele lijf en haar leden en blijf liggen. Want : op zondagmorgen om half acht donderen tegen de huisbaas dat de ‘soffage’ het niet doet is geen optie. Niet stijfbevroren en ‘saggerijnig’ opstaan zit er wél nog in, dus daar ga ik voor.

Om deze affirmatie kracht bij te zetten rol ik me strak in mijn dons en ga aan vuurtjes allerhande denken. Al dat visualiseren scherpt echter wél m’n oor.

Grrrrglll. Dat is het badkamermeubel waarmee de band me soms té nauw is – vooral dan in koude nachten. De ‘sjaz-patat’ van m’n bovenbuur doet me denken aan een mondspoeling bij de tandarts. Moet ik toch weer ‘ns heen, binnenkort …

Intussen voelt ’t niet meer alsof ik op een trilplaat lig, en een doezeltje maakt rentree. ZWWWWWWWWWOOOOINNNNNNG !!!!!!!!!!!!!!

Een kudde bizons dendert m’n (relatief warme) badkamer binnen ! Nou ja, die zijn natuurlijk geprogrammeerd om de kortste weg naar een vuurplaats te vinden …

Na ’n tweede ” ZWWWOEOENGGG !!!! ” besluit ik toch maar poolshoogte te gaan nemen. Met rammelende knoken en een ijskelderlach.

In mijn ijskast die welness hoort te zijn, tref ik een heruitgave van de ijstijd. Verschillende vuurplaatsen met nederzettingen. Lees  : kapstokjes met zuignap en de troepjes die er aan hingen. Mijn eigenhandig aangebrachte Lascaux – een skyline van niet permanente haakjes – is niet meer. 

So much voor niet mogen boren in de tegelwand ! Zucht. Na wat koorddansen is de skyline van de wetroom weer in orde. Héhé, ik heb een lekker dampend bakkie verdiend ! Ik zit er nog aan, als de bizons alweer terug zijn … !

’t Was vast de kou, die me ‘vuur met vuur’ bestrijden ingaf. Ergo : ik plakte de weerbarstige haakjes vast met bison-klustape. Een strak plan, toch, om die àndere zwartgelijnde veestapel de weg te versperren ? Mijn vingers en schaar zeiden JA, maar de haakjes : ho maarrr.

Een paar oorverdovende ZWWWWWWWWWOOOENNGSS later is niet alleen Lascaux verzakt, maar mijn hart erbij.

De door ergernis gegenereerde warmte port mijn celletjes weer an. Ik besluit back-to-basics te gaan met nieuwe napjes. Je doet wat, om bizons buiten de deur te houden, tenslotte.  Zoals het inwendig citeren van een gebruiksaanwijzing  : ” aanbrengen op een schone en droge ondergrond.”

Die zondagmorgen lach ik ijsgroen bij ‘eenvoudig te bevestigen’.

En nu ? Bizons eruit, Lascaux d’r weer in.

Het reserveplan : plàkkende haakjes. Aangebracht door Vadermans. Want die heeft geen schoon-scheef-is-ook-ni-lelijk-oog. Kleuterbizons mogen dan authentiek heten, een badkamersilhouet dat aan de kleuterklas herinnert is nou niet bepaald design …

 

Wod kan er nog meer bij ?

Placht ik wel eens te zeggen – of eigenlijk te zingen, en dan nog vals – als er wat in het honderd loopt … Maar nu !

Mijn huis lijkt wel een iglo !

Het lijkt er op dat ik de schuld niet moet zoeken bij mijn eigenste verwarmingsinstallatie, maar bij de ondertussen al meer dan eens vervloekte  werken …

De “soffage” heeft last van het ik-wil-wel-maar-ik-kan-niet-syndroom…

“Even doorbijten” dacht ik vorige week nog, toen de weerman deze winterprik aankondigde. Doorbibberen lijkt me op het ogenblik waarlijk een beter woord.

Grmbl … ’t Zal me benieuwen wanneer die olie op het vuur komt, die mijn vuurhaard ten huize weer aanzwengelt …

Maar één ding weet ik zeker : Ik hou NIET van jou, winter ! Integendeel … !

N.B. Beste lezer, bedankt voor het doorlezen van mijn geschreven klaagzang … Iets warms voor mijn hart … ;-)