Tagarchief: Frankrijk

Comme si, comme ça ? Ça va, Ça va … (Swoon 59)

Het zal niet verbazen dat mijn vandaagse schrijfsel een Frans tintje heeft, beste lezers. Maar erewoord, ik ga niet voor holle slogans, in roeptoeterende verkiezingsdebatten waaraan niet te ontsnappen valt – met als ‘kriek op de gâteau’ flinterdunne, haast niet waar te nemen analyses. Peurre d’être faux, quoi.

Neuheu, ik ga voor zwier. Vavavoum et joie de vivre. Kan ik zelf ook best gebruiken, want mijn gebruikelijke roetsj is nog niet terug ; ik kan nog altijd gigaveul sneller denken dan doen. Ik mis het megabyte verschil, zeg maar.

Die post-op vrijdag loop ik met m’n ziel onder de arm. Het gaat prachtig – als je van plan bent stil te zitten en mooi te wezen. Op het eerste zicht dus. Het tweede zicht vertelt une toute autre histoire. Rugpijn hors catégorie na de ingreep, dus daar moet wat mee. Mijn buik en rug hebben pech : klinkers vormen de scheidslijn tussen Die Dokter en mezelf. Schobberdebonk is de prijs die ik betaal, om van die oei-ai status waarin ik zit, af te komen.

Met het nodige gedoe hijs ik me in mijn Noordpoolpak en haast me weg. Nog geen halve bocht verder hoor ik een bekende stem … “ier é ier woont vroeger clientèle van mij “… en …. Floeps, ik val pardoes in de armen van ma petite Dame de Paris (PD). Mijn Engel zonder vleugels !

Zoals alleen zij dat kan valt ze uit de lucht, op penibele momenten. In een vroeger leven mijn interieurverzorgster, nu mijn seingever van de Voorzienigheid. In ieder geval : altijd daar als m’n ‘moral’ een boost moet.

Héhe, wat ‘n zet van het hippe universum zeg, dat ik nou es ’n keertje op afroep verschijnen mag. Met blije verrassing trekt PD me tegen zich aan, om “ça va mieux ?” in mijn oor te fluisteren, en vite-vite, voor de haast ons weer uiteenrukt, een kus op iedere wang te drukken. Ben ik dan niet heus ’t couchie-couchie-type, een knuffel van PD sla ‘k niet af.

Wat een heerlijke opkikker, dit. Nét wat ik nodig had.

Destijds botsten we, even hoepla-boem als nu, op elkaar. Zij, op zoek naar een vaste ‘standplaats’ en ik, de ontelbare wissels dan wel afzeggingen beu.

Ten tijde was de weg in mijn woonstee weg, en had ik ter vervanging ’n immer aangroeiende zandwoestijn binnenshuis. Hopen-lozen was het devies. Na wéken was ik he-le-maal klaar met Sisyphusje  spelen. Niet liefjes meldde ik daarom de Firma Rap en Proper, dat ik geen nee meer zou accepteren. Kwam het niet uit de lengte, dan maar uit de breedte, maar klaar moest het zijn.

De breedte hield in, dat naar mijn Frans werd gepeild. Enige notie was nodig, om de vrijstaande PD niet helemaal het Nederlandstalige bos in te sturen, namelijk.

De diplomatie kon ik er niet mee in, maar me een Franse blaas wijsmaken, NON. Bovendien: ik wist hoe het woordenboek werkte, en met wat ouwerwetse aanwijsgymnastiek waren we al een end op scheut. En, zo bedacht ik, dat taalbad Frans was ook niet verkeerd. Alles beter dan de letterlijk smerige ellende waarin ik zat …

Het stof is niet van m’n dictionnaire geraakt. Maar dat is dan ook het énige plekje waar ’t op bleef zitten, want de pétillante verschijning die bij me aankwam, bleek ’n ware schoonmaaktornado, die in geen tijd haar Nederlands wist op te krikken – naar het niveau waarvan ik droomde dat ’t mijn Frans betrof.

PD had ’n tweevoudige uitwerking op me. Injectie en ontspanning tegelijk. We giebelden wat af, want ze had humor. Toen onvermijdelijk le temps d’adieu arriveerde, was dat nog best even slikken – wederzijds.

Hoewel : we zaten en zitten sindsdien altijd wel in een hoekje van elkaars oog.

Ook dan, op die Siberische dag. In de trein, op weg naar afscheid.  Als ze mij zo in de kreukels ziet is ze aangedaan – helemaal als ze tot de conclusie komt dat ze precies even oud is als de dame op de roze wolk.

Samen vervolgen we de reisweg en delen we de stilte. Voor mij een echt geschenk.  Toen, en ook nu nog. Helemaal omdat ze zich eraan had kunnen onttrekken, maar dat hoegenaamd niet deed.

PD is voor mij zo’n zandkorreltje dat zichzelf tot een prachtige oester heeft weten te slijpen. Een ware Coquille Saint-Jacques.

En het mooiste : ze deelt haar glans graag met anderen !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

NB : dit stuk is een herwerking van “Deze cirkel, daar kan je niet rond“, eerder verschenen op Ariadnesdraad.

 

 

Advertentie

Zwarte Vijfkant Zomer : Swooning Saturday 20

Dat wordt weer puffen, beste lezers. Woestijntemperaturen of niet. Want de sportzomer is afgetrapt. The Era Of The Black Pentagon Starts.

Mijn ach-ende-wee-gevoel beschreef ik al in Belgian Style. Gooi ik vandaag even in re-post, wegens brandend actueel. Met toevoeging, uiteraard, van  puike voetbalmuziekjes. Want – tegen alle logica in – juijj voor de voetbalhymne !

Geniet van Belgian Style 2.0, beste lezers. Ik ga voluit voor sportskipping intussen …

Sport. Ik kan er maar niet warm voor lopen. ’n Godsgruwelijke hekel heb ik ‘r aan.

Voor mij dus huilen met de (tricolore) pet op, tegenwoordig. Want zet om het even wat waar beeld of geluid aan te pas komt op en ‘t is groenes groenes grasje. Eerst Roland Garros, nu WK voetbal. Of nog erger : ooovverr-enthousiaste (radio)commentatoren die ” Jjjajaa-jaaaaaaa !!! ” in mijn luisterend oor brullen bij een momentum dat mij helemaal-totaal ontgaat. Snik ende snif.

Het compleet ontbreken van dat sportgen is evenwel een raadsel te noemen. Of godswonder, als je bedenkt dat ik dochter ben van ’n man die RX-gewijs kan aantonen dat ie een sporthart heeft. En daarbovenop aardig uit de voeten kon op een renbaan. Als in : aan atletiek doen in vroeger tijd.

Ondanks bovenstaande feiten, beste lezer, was mijn jeugd  geen sportieve kwelling. Want ik bewees mezelf als doorzetter eerste klas(se) . Prompt was m’n sporthuiver –  en die van mijn zus en moeder erbij – geen issue.

Wij dames waren wàt blij dat we ten huize geen voetbalfanaat hadden met toeters, bellen, vlaggen en dies meer. ‘t Was echtigentechtig  genoegen dat Gulliver er niet moe(s)t aan denken. Pfoe-pfhoe !

Bovenstaande context maakte dat niemand zich thuis stoorde aan een occasionele voetbalsamenvatting of een nog sporadischer WK/EK-match.

Een geweldig uitgangspunt, waarmee je heel wat kunt. Bijvoorbeeld nog meer voetbal ontduiken, als je later zelf huis gaat houden.

Maar vandaag ligt die strategie aan diggelen. Zelfs in mijn favoriete duidingsprogramma is voetbal geïnfiltreerd. Opgewekt hoor ik Annelies, het Terzake-anker zeggen: ” U keek voetbal en wij keken hoe u keek “. In deze beeldgewijs toegelichte one-liner zit zowaar het allerkortste voetbaloverzicht van mijn hopelijk lang leven vervat. En nog met een goeie uitslag ook ! Hoera ende joepie !

Een zenderflits later hoor ik iets van sputteren en wissels door Wilmots (bondscoach). Misschien wel onder ‘t motto : comme si, je n’existe pas ?

Nog een switch later een Grote Grinnik als ik een radio-presentatrice op JOE hoor zeggen ” … om de Algerijnen te bedanken dat ze niet al te goed gespeeld hebben, nog es hun nationale trots – dat is dus niet de voetbalploeg – maar deze Khaled met Aïcha.”

Typisch Belgian Style, dit. Eerst sputteren, dan toch doen en daarna nog even de tegenstander bedanken.

Ik ga alvast de Algerijnen, vertegenwoordigd in deze Khaled, niet passeren – daar is deze Aïcha te mooi voor.

De beste man had waarschijnlijk geen idee hoe profetisch en/of inspirerend de zin ” Comme si, je n’exist(e)(ais) pas ” nog wel zou worden….

The pressure’s on !

Voor meer Zwijmelplezier, klik hier.

 

Re-post : Gulliver’s Travel – Swooning Saturday 14

Sinds mijn Saturday’s Swoonen, staat de inspiratie-switch van de grey ones op on, beste lezers. Zo ook het knopje ‘deerlijk de tijd onderschatten, die gaat zitten in het opzetten van een blogstuk’. Daarom, en omdat het toen van destijds  – 2013 –  vandaag weer aan de orde is :  een rondje archives to the rescue.

Morgen alweer mei. Maand vol feestdagen en symboliek. Helemaal voor Vadermans en m’n moeder. In de vijfde van het jaar gingen zij namelijk trouwen, (van) elkaar houwen, plus ’n gezinnetje bouwen. De ooievaar bracht de dame op de roze wolk. Eigenlijk zou ie dat voor Bibi overdoen, maar raakte prompt van z’n kompas af en kwam dus in die andere maand met de M. Tja. Daarmee is natuurlijk wel m’n legendarisch ontbrekende richting-gevoel verklaard.

Behoorlijk wat ‘mei-en’ later, gaat Gulliver solo op reis. Uiterlijk alleen, innerlijk met twee. Naar de plaats waar hij en zij “wij” werden. Waar hij nu “hem met haar in zijn hart” zal worden.

De first journey blijft toch the One.  Op de tunes van Dua Lipa, een muzieksuggestie van Gulliver himself, allen dus nog ’s daarheen …

Ergens in maart laat ie voorzichtig zijn reisbootje te water. ” Ha, geweldig ! “, repliceer ik,” Wanneer vertrek je ? ” Stilte.

Ik sla hem met verstomming – en echtigentechtig, ik sta zélf paf van mijn snelle antwoord.

Maar werkelijk waar, wat een GOED idee. Dit zal hem helpen alles met een ander oog te bekijken en nieuwe invalshoeken te zien. Dus dat zeg ik hem, om de stilte die is gevallen, te doorbreken.

Telefoneren zonder praten is tenslotte een beetje gekkigheid.

Wat belletjes later is alles concreter.

Ja, hij heeft zich ingeschreven. Want ach, door een geldtechnisch gelukje is die single-room-taks toch geen ramp.  We praten z’n garderobe nog even door.

Hij twijfelt over het formaat van z’n valies, en ik, ik kom aan de weet hoeveel sokken hij nou exact heeft, en dat ie van hemden met streepjes houdt.

Bij de volgende rinkel is de single-room-taks van de baan. Ik hou m’n hart vast voor een melt-down.

Maar de travelling mood survives. Hij heeft een room-mate gevonden, bezoek voor mijn moeder geregeld en Mrs Cook & Clean strijkt ijverig hemden.  Net als ik een beetje bang, vermoed ik, dat hij zich zou bedenken …

Als Dumdiedummetje de volgende keer zingt, heeft ie vertrek en terugkomst geregeld en de formaatknoop van z’n valies doorgehakt.  Het wordt de grootste.

Tussendoor maken we ook samen een reisje, mijn vader en ik. In de geest.

We gaan terug naar zijn Banane-broek-tijd. Want stiekem kent hij zijn kamergenoot-op-reis dus al zoo lang. Hij schetst een beeld van de man. Ietwat apart. Precies wat hij nodig heeft. Hoewel mij onbekend, ben ik de man dankbaar, omdat hij drempelverlagend werkt.

Van de kindertijd gaat het naar de busreis van z’n leven. Samen met mijn moeder. Duidelijk een twinkel in z’n stem als ie zegt : “Maar samen slapen deden we natuurlijk niet …”

Alle joy en laughter daargelaten, is het natuurlijk wel een tikje beladen. Wat zal de impact zijn ?  Dat ie met joyeuse gedachten terugkomt, en op leuke dingen kan terugblikken. Hoop ik. Wens ik.

Vandaag vertrekken dus twee ventjes. Op een schitterende dag, naar Frankrijk.

Zonder tuinman, zonder klokken en misschien ook wel zonder bloeiende appelbomen – maar met zin, en mijn fiat.

Marja is initiatiefneemster van Zwijmelen op Zaterdag.

Gulliver’s Homecoming

ImageBam

Bron : Weheartit

Ariadnesdraad heeft vanaf nu haar eigenste jumelage ! Onderstaande column heeft namelijk een zusterstukje.

Gulliver is terug !

Zijn reis begon ver voor ie de deur achter zich dicht deed, maar is niet compleet zonder terugkomst- en reisverslag. Vandaag dus Gulliver’s Homecoming. Uiteraard natuurlijk doorspekt met een paar hersenkronkels van ondergetekende.

De reisperiode zit ruim op voorhand op mijn prikbord gepind. Op de vooravond van de Gulliver-fase dus nog even belgewijs uitwuiven. Ik voel reiskriebels aan de andere kant.

“Komkom, wat zou er nou intussen zijn”, zeg ik – om de als, moest, en je-weet-nooits het loodje te laten leggen – ” het wordt zeker weten leuk, je komt als een ander mens terug ! “

Tuurlijk, de lucht kan invallen en dan hebben we allemaal “nen blauwe frak aan”, of het kan bananen regenen, maar so what.

Gulliver gaat een korte nacht en ik een nieuwsgierige ochtend tegemoet.

Mijn hoofd maakt elke reisdag een tripje naar Frankrijk. Hoe zou ie het stellen ? De reisfoon blijft stil op een “goed aangekomen”- bericht na. Geen nieuws is goed nieuws, is immers het motto.

Als het reisplan geen dagen meer telt, denk ik Gulliver een lol te doen met wat ” ik-kom-op-mijn-plooi ” – tijd voor ik aan de lijn hang. Quelle idée … !

Voor ik het weet, blijkt Gulliver terug. In de plooi, maar zijn hum is lichtjes gekreukt. “Segmoettegijnievragenhoemijnvakantiewas ?!”  klinkt het, nog voor ik de tamtam die telefoon heet zélf kan gebruiken.

Oepppssssssss ! Een abuis dat verkeerd is. Mijn – enfin zijn – reisplan is langer dan de echte voyage … !

Gelukkig komt aan het gladstrijken geen stijfsel te pas. Al snel komt ” voor herhaling vatbaar ” voorbij. Precies wat ik horen wilde. Vreugdedansje. Hoera ende joepie !

Ook formidabel is, dat zijn reisgenoten fungeerden als een troostrijk dekentje. Want Gulliver’s tristesse ging hem voor  – op de best mogelijke  manier. Menig oor wist dus al het ongezegde. Misschien was hierdoor het weerzien met het kerkje waar hij en zij “wij” werden en hij nu – solo – ” hem met haar in z’n hart ” moest zijn, minder heftig.

Z’n geslaagde Sint-Christoffel-beeldjacht moet ook vermeld. Verder nog het feit dat hij zichzelf ook een snuifje blijdschap toestond. Bewijs : een gniffeltje in zijn stem terwijl ie vertelt.

Tussen al die leute toch ook wat last. Hij doet een oogontsteking op –  en de voorloper van mijn “erreur” doet zich voor. Auto Oompje, die hem zou afhalen van vakantie, bloopert ook al met de terugkomstdag. Taxi Broerman ondervangt dit, heureusement.

Een dubbele faux-pas ! Incroyable ! De  mega-milde bolwassing als gespreksintro is gekaderd.  Ondanks dat dit toch een klein malheur is te noemen, verlies ik mijn sérieux. En uiteindelijk  … lachen we allebei !

Gulliver zelf vat  z’n reis zo samen : ik was nu eens blij, dan weer geëmotioneerd. Ik heb verdriet gehad, en troost. EN ik heb me geamuseerd !

Alle elementen van een geslaagde vakantie. Missie gelukt.

Op de vraag hoe Gulliver het heeft gehad luidt het antwoord overtuigd ” Très bien ! “

Vraiment excellent !

Gulliver’s Travel

Pinterest

Bron : Pinterest via Weheartit.

Vrees niet, beste lezer, dit wordt geen literaire uiteenzetting genre “bestseller-résumé”. Ik ben geen kenner. Sterker nog, mijn little grey cells moesten betreffende dit item aangezwengeld om de puntjes op de i te krijgen.

Maar ik voel wel verwantschap. Want ik reis al een veelvoud van maanden tussen twee werelden. De wereld van vroeger en nu. De wereld van Luggnagg, waar verdriet heerst en mensen hun hoofd verliezen, en daarmee alles wat ze zijn.

Dat alles geldt in het kwadraat ² voor mijn vader.

Na een immens omvattende adaptatieperiode gaat ie nu iets nieuws aan : de Gulliver-fase.  Hij gaat op reis.  Uiterlijk alleen, innerlijk met twee.

Naar de plaats waar hij en zij “wij” werden. Waar hij nu “hem met haar in zijn hart” zal worden.

Ergens in maart laat ie voorzichtig zijn reisbootje te water. ” Ha, geweldig “, repliceer ik,” Wanneer vertrek je ? ” Stilte.

Ik sla hem met verstomming – en echtigentechtig, ik sta zélf paf van mijn snelle antwoord.

Maar werkelijk waar, wat een GOED idee. Dit zal hem helpen alles met een ander oog te bekijken en nieuwe invalshoeken te zien. Dus dat zeg ik hem, om de stilte die is gevallen, te doorbreken.

Telefoneren zonder praten is tenslotte een beetje gekkigheid.

Wat belletjes later is alles concreter.

Ja, hij heeft zich ingeschreven. Want ach, door een geldtechnisch gelukje is die single-room-taks toch geen ramp.  We praten z’n garderobe nog even door. 

Hij twijfelt over het formaat van z’n valies, en ik, ik kom aan de weet hoeveel sokken hij nou exact heeft, en dat ie van hemden met streepjes houdt.

Bij de volgende rinkel is de single-room-taks van de baan. Ik hou m’n hart vast voor een melt-down.

Maar de travelling mood survives. Hij heeft een room-mate gevonden, bezoek voor mijn moeder geregeld en Mrs Cook & Clean strijkt ijverig hemden.  Net als ik een beetje bang, vermoed ik, dat hij zich zou bedenken …

Als Dumdiedummetje de volgende keer zingt, heeft ie vertrek en terugkomst geregeld en de formaatknoop van z’n valies doorgehakt.  Het wordt de grootste.

De first fun is in te preparation. Waar. Ik voel me zowaar zélf in vakantiestemming. Er waait een nieuwe wind door de telefoongesprekjes. Speelser. Eéntje van plannetjes stoven.

Tussendoor maken we ook samen een reisje, mijn vader en ik. In de geest. 

We gaan terug naar zijn Banane-broek-tijd. Want stiekem kent hij zijn kamergenoot-op-reis dus al zoo lang. Hij schetst een beeld van de man. Ietwat apart. Precies wat hij nodig heeft. Hoewel mij onbekend, ben ik de man dankbaar, omdat hij drempelverlagend werkt.

Van de kindertijd gaat het naar de busreis van z’n leven. Samen met mijn moeder. Duidelijk een twinkel in z’n stem als ie zegt : “Maar samen slapen deden we natuurlijk niet …”

Alle joy en laughter daargelaten, is het natuurlijk wel een tikje beladen. Wat zal de impact zijn ?  Dat ie met joyeuse gedachten terugkomt, en op leuke dingen kan terugblikken. Hoop ik. Wens ik.

Maar dit is zeker :  ikke onzegbaar blij dat hij niet zo erg op Gulliver wil gaan lijken dat ie misantroop wordt …. pfoe-phoe !

Vandaag vertrekken dus twee ventjes. Op een schitterende dag, naar Frankrijk.

Zonder tuinman, zonder klokken en misschien ook wel zonder bloeiende appelbomen – maar met zin, en mijn fiat.

Save journey !