Tagarchief: Frans

Belle poupée, bonne journee

Fris en fruitig opstaan, het is wat.

Bij ’t morgenkrieken van die woensdag is mijn façade catastrofaal. Ook bij m’n alterego, Superwoman, is de Super dus wel es kwijt.

Te wijten aan dinsdagavond die om te huilen was, wat ik dan ook deed.  Als Sidonia commando heeft, bestaat soepeltjes even niet, helaas .

Aan de basis van de inzinking niks wereldschokkends, eerder een slepende kwestie. Iets in deze zin : Oef-t-is-opgelost-neeeeeeeeeee-toch-niet-miljarste-caramba-hoe-lang-nou-nog-voor-dit-de-wereld-uit-is !!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!  Zaagtandjes dus, en  iets  als dit erin : pddritjimbmùgoiugUHujdghhhhhhhreufyeyeyeyeyeyryfgygeèyf !!!!!!!!!!!!!!!!

Moedeloosheid got the better of me. Geen houden meer an de Zoute Zee. Ai ende oei. Vooral dan bij de volgende wekker, als ik zie wat al die zouttoevoer voor mijn voorkomen heeft gedaan.

Vivat voor de koelkast met daarin ijskoude lepels en dito dagcreme. Het helpt niet alleen, je bent zomaar op slag wàkker.

Awel awel, ik ben weer presentabel, al rateer ik vandaag dan de schoonheidsprijs.

Beter geharnast zo. Voor de dag, en voor Flex. Die kijkt es, zegt tactvol niks en werkt bijna mijn hele hoofdpijn weg. De weergoden – de bende van Zeus ? – helpen ook een handje door het des morgens frisssssss te laten zijn. Zachte winter of niet.

Ha, het wallenspoor maakt plaats ! Je fais non-non-non-non-non tegen een slechte dag ! Brrrrrrrrr, even Bl.Okker binnen om bij te warmen.

Dan richting kassa. De lange aanschuif doet me even zitten : je hebt ’n slechte motoriek, of niet, tenslotte. Voor mij, in de sjarette*, een kleine dame van net geen drie – Dottie. Zij, Maman en Bonmaman keuren me uitvoerig. Twee laatstgenoemden breedvoerig én ‘en français’.

Niet erg snugger te denken dat de tweede landstaal niet ‘gecomprendeerd’ wordt omdat ik Nederlands sprak met de kassierster. Om het over netjes nog maar niet te hebben.

Enfin, ja, zalig de onwetenden. Weten zij veel, dat ik ooit vijf talen te jongleren kreeg. Niet allemaal graag en zeker niet allemaal even gecultiveerd, maar soit. Zalig zij die niet weten, dat je, gezeten op een Vlaanderlandse school, ’n bovenmatige tour de force moet uithalen, om geen énkele notie van Baudelairiaans op te doen.

Du moment zie ik de praktikale kant van Franse les in, al zou ik mezelf bezwaarlijk Fransminnend noemen. Mijn vocabulaire is roestig, door luttel gebruik, maar mijn taalbegrip daarentegen verbeterd. Onmiskenbaar weten mijn praat-overs dat allemaal niet …

Ik voel weerzin, tegen zoveel hooghartigheid. Bahbahbah.

En mijn celletjes, die voelen iets opborrelen, dat ze nog even onder de pet houden. Toute pour la surprise, nietwaar.

Zo dicht als mijn oren gaan voor die misplaatste klets, zo wijdopen gaan de karbonkels van Dottie. Niet zo gek dat ik haar in het oog zit,  wij twee zijn saampjes kleiner dan de rest. Ik val in de smaak, want plots klinkt het klokjesklaar : “Voyez, une poupée, une belle poupée !”

Op het draaien van àlle kopjes, valt Maman stil. PR van de bovenste plank, dit ! Ik ben instant gecharmeerd door dit darling dolletje. Hihi … !

En wat meer is, die kleine sloeber maakt baan voor een tegenzet !

Met ’n kushandje naar dochterlief, gooi ik het gezicht van maman aan gruzels, terwijl ik allervriendelijkst zeg: “Merci pour ça, ma petite, c’est un compliment très jolie ! “

Ik is blij – zeker na mijn oorlogsgezicht ! Ceci est une bonne journée ! Mijn celletjes zijn uitgelaten over het welslagen van hun move, en zingen  “La poupée qui fait non.” Dat wordt nog nagniffelen bij dit lied …

————————————————————-

sjarette : buggy

Advertentie

Talenknobbel

An Education

Bron : weheartit

Dit stukje van Lauradenkt bracht me er toe zélf ‘ns bij mijn eigen talenkennis stil te staan. 

Nederlands laat ik eventjes buiten beschouwing, want dat is m’n eigen taal.

Over naar Engels en Frans dan. Als je ’t mij vraagt is het niet geweldig, maar nu ook weer niet zo slecht dat je me om het even welke blaas wijs kunt maken. Mijn uitspraak is van die aard dat je oren het ook nog wel overleven zonder er ‘permanent damage’ aan over te houden. Tot zover de beschrijving van mijn Engels.

Maar toch… Er is een hemelsbreed verschil tussen mijn Engels en mijn Frans. Hoe dat zo is gekomen?

Alvast niet door geen Frans te horen, want dat is nogal moeilijk in Belgenland. Ook niet door er geen les in te krijgen. Als latiniste kan ik bezwaarlijk klagen over het gebrek aan taalonderwijs. Integendeel. Het lessenrooster dat me een héél schooljaar lang elke dinsdag vijf (!) talen na elkaar cadeau deed, vergeet ik van m’n leven niet. Je tong slaat er van in de knoop, en je hersens ook, maar : een taalbad is het.

Maar ’t heeft niet mogen baten voor mijn Frans.

In mijn taalgetinte opleiding kreeg ik namelijk te maken met een leerkracht die ‘de facto’ aannam dat latinisten krakken zijn in Frans. (Dat is niet zo. Als latinist kies je voor talen, maar je garandeert er niet bij dat je ze allemaal even goed beheerst.)

Fouten maken was dus absoluut not done. Een uiteenzetting houden als je elke 2 seconden in de rede wordt gevallen is geen sinecure. Je gaat er vreselijk van balen. Helemaal als er (hoog) publiek wordt bijgehaald om mee te luisteren.                      Deze hele vertoning was m’n eerste (grote) kennismaking met Frans spreken in het openbaar.

Als ik nu in een Frans gesprek zit, wordt mijn brein geredirect naar dit moment. De aversie komt weer boven, ik blokkeer en het gestuntel begint. Meestal overleef ik het, omdat mijn (franstalige) gesprekspartner galant mijn versprekingen door de vingers ziet.

Het zal je misschien verbazen, maar ik heb niks tegen Frans. Wél tegen het feit dat het taalplezier zo gefnuikt kan worden dat het niks wordt met die taal.

Doodjammer vind ik het, dat mijn Frans is wat het is …