Tagarchief: gemeenschapszin

Birthdaygirl ! (Swoon 53)

Tussen de waan van de dag door, moest er ook nog jarig geworden gewezen zijn, beste lezers.

Daarvoor haal je, her en der, wat in huis. En dan afrekenen in de winkel-lange kassarij.

Iedereen profiteert natuurlijk van dat éne droge intermezzo tussen die gietende snert van de laatste tijd. De bende van Zeus lijkt zich maar één act van zijn repertoor meer te kunnen herinneren : water, en doe ze nog es vol. Tja, het is niet anders.

Voor mij, in zo’n winkelkarretje met zit, zit ’n Zonnetje, dat geen snipje last heeft van dat humeurverpestende regenwater.

Niet moeilijk, ze draagt een verjaardagskroon. Zo’n door de juf bijeen-geniet knutselstuk, dat je de heeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeeele dag mag dragen. Zonnestraaltje neemt dit op het woord, want ook nu, al een poos na schooltijd, siert ie haar jarige koppetje. Ze demonstreert aan papa hoe de klas voor haar heeft gezongen – en hoe ze alles heeft begrepen !

?????????? – denk ik …

Algauw zingt de trotse vader met zijn allerschattigste oogappeltje mee. In vlekkeloos Nederlands – terwijl moeders naderhand invalt in wat Arabisch moet zijn.

De kleine miss vind het heer-luk, en ik, die er vlak nakom, mag delen in de feestvreugde !

Haha, zalig toch, die twinkelende oogjes ! Helemaal blij, ik.

De taalinclusie zorgt voor elfendertig coupletten van Happy Birthday. Zekerheidshalve werpt het ouderduo wat zijdelingse blikken, om te kijken of het niemand àl te errugg enerveert. Als dat al zo is, wordt het in ieder geval tactvol gemaskeerd.

De spekjes, waarop ze vol overgave, en met ouderlijk OK, de toehoorders trakteert, verzoeten. Happend zit ieder weer bij ’t moment waarop ie zélf ooit vier werd, waarschijnlijk. Met juffenkroon, dat spreekt…

Als de lekkernijen op zijn, maar de adem voor zingen nog niet, krijg ik een lachend “Sorry,” van paps.

“Welnee”, zeg ik, lekker mee-giebelend. Kon niet gepaster komen immers, nog luttele daagjes, en dan ben ik OOK jarig.

We wisselen nog wat gemeenplaatsen, ze rekenen af en dan, dan ben ik. Zo, die verjaardagskous is gebreid, zou je denken.

Het naadje moest echter nog  ingestopt. Dus houden ze halt bij mijn bocht naar huis.

Wat timide biecht Zonnestraaltjes paps op: “Mevrouw, ze wil absoluut nog ’n keer voor u  zingen, omdat u strakjes ook jarig bent.

Aaaaaaaaaaaawwh, wat lief  ! Kan je geen nee op zeggen, vinden m’n celletjes. Groot gelijk. Maar de ‘grey ones’ hebben nog wel ’n verzoekje. Wie jarig is, mag wensen, niet ?

“Eh”, begin ik dus voorzichtig, “mag ’t in uw taal, Mevrouw ? ” Arabisch, zoals gedacht.

Als je die avond iemand voor ’n driekoppig, glunderend koor hebt zien staan : dat was ik. Met de serieux des hymnes werd ik toegezongen. Misschien wàs ’t dat ook wel. Weet ik veel – ik snapte er geen Griekse Jota van.

Maar hierin ben ik stellig : het was heu-mels prachtig. Meerstemmig ook nog, en mesmerizerend gewoon.

Zelden heb ik me ZO jarig gevoeld, zonder het dan al te zijn !

Duimpje op voor zulk een ‘Toezang’ ! Je moet het maar doen … Helemaal geweldig !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

Advertentie

Swooning Saturday 7: ZoZ Rock the Boat

 ‘Opsteektelevisie‘. Ik mag ’t graag kijken, beste lezers.

Om die reden ben ik zwaar fan van “Verborgen Verleden” en o.m. “Andere tijden”. Want voetstappen teruglopen, ’t blijft me maar boeien.

Sinds we in een kijklandschap zitten waarin het óf eeuwigdurende komkommertijd is, óf alles tegelijk, óveral, en bovenal op hetzelfde uur, ben ik met dat ‘achteromkijken’ nóg blijer.  Tegenwoordig kijk ik dus lekker uitgesteld, dan wel in herhaling. Krijg ik tenminste tussen al dat ‘kijkerskaf’ alsnog wat koren te pakken.

De weekend-edities van bovengenoemde programma’s geven me, als kadootje, altijd een stukje Fryslân Dok erbovenop.

Het Fries is me Esperanto, maar zo nu en dan komt er een woord voorbij dat prachtig is, gewoon. Neem nou Mienskip ofte gemeenschapszin. Een woord dat scoort. In het hedendaagse nieuws dan toch, maar misschien nog liever en beter daarbuiten.

Vanwege dat ‘skip’ produceerden mijn celletjes hier hardnekkig waterplaatjes bij en speelden ze aldoor bootje-varen, terwijl het in de Friesche docu toch heus ging over groene stroom, energiezuinig, en zonnepanelen. Ook vertier, jawel, maar toch een tikje minder compatibel met waterspelletjes …

Insert heugenisje bij zonnepanelen. Die ‘zwarte zonnevangers’ zagen er, gelegen op dat groooooooooote schuurdak van die ‘ferme Friesche farm’, waarlijk impressionant uit en, in ene, viel mij m’n moeders fascinatie ervoor in.

En mijn vaders niet-warmlopende reactie erop. “Ze wil zonnepanelen” – mét toegeeflijk glimlachje en opgetrokken wenkbrauw erbij.

Binnenkopper : ten moeders huize zijn ze nooit geïnstalleerd.

Hoewel gezegend met groot oor voor mijn moeders* (al dan niet groene) verzuchtingen, sloeg Vadermans welhaast mosgroen uit, bij de gedachte aan deze realisatie. Potjanstropie – al dat werk eraan ! Het destijds gifgroen getinte prijskaartje erbij, hielp ook niet bijster. Njet won dit pleit.

Gulliver’s groene nuchterheid is op mij overgegaan, bemerk ik.

Sorteren doe ik braafjes. Van mij geen afval op de weg. Doorn in mijn oog. Bahbahbah.

Neuh, mijn ‘volgesnuute’ zakdoekjes plemp ik niet her en der in het (lees : ieders) rond, maar netjes in m’n afvalcontainer, thuis.

Edoch. Terzelfdertijd erger ik me groen – dat dan weer wél – aan de woensdagse Flex-route, die parallel loopt met die van de reinigingsdienst.

’t Zijn toffe jongens, en dat willen ze best weten ook. Dus krijgen ze van mij ’n vriendelijk hallo en goeiemorgen, of snelweg een duimpje. Waarom ook niet ? Ik vind de respons – een vette, verbaasde knipoog best leuk, en echtigentechtig, waar zouden we zonder ze zijn ? Deze dame Griezelt bij het idee alleen al.

Dit soort micro-talk biedt niettemin tijd te over, om eigen-ogig, vól te kunnen aanschouwen hoe ze onbezwaard, en bomvol overgave, al dat sorteerwerk fluksweg weer ‘samenklisteren’.

Eeeeh, justement, ja, en wij ondertussen maar hannesen aan die kassa, met veul te kleine, schreeuwend dure, flinnnnnnnnnnterdunne tasjes. O, ecologische gruwel !

Want, of je d’r nou grif en graag – of wat groenigjes – voor betaalt of niet, ’n tweede exemplaartje erbij vragen is heuse heiligschennis en dus ‘no passaran’.

Over het ‘gekoter’ tussen je spullen, op zoek naar dat  bottom-down kasticket – dat moet bewijzen dat je waarlijk niks ‘gelift’ hebt – zwijg ik wijselijk, wegens ‘nog geen accurate omschrijving gevonden’ voor zulk een “door-de-grond-ga-moment’. ’t Vuur slaat me d’r bij uit.

Evenzo bij al die mensen, die bij gebrek aan een tasje, dan maar met hun hele zootje tegen me opbotsen. Alles gestapeld houden vergt superfocus, namelijk. Wetmatigheid is, dat ’t je blikveld vernauwt, en je dus niemand ziet, al staat ie dan nog zo pal voor je neus.

Kortom : overtuigd schuldig. Een zero-waste boodschappenronde zit ‘r hier ten huize beslist nog niet aan te komen.

Zo. Wat een woelige wateren doorzwemmen die celletjes van me ! Where do they got the notion ?!

Terug naar die Friesche wateren … Van mienskip naar schip is kort varen. Vooruit dus maar, met die zeebenen – de zeebonk in mij staat vandaag aan het roer.

Skipper, rock the boat !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

———————————————————————————-

N.B. bij de cursiefjes : omdat dit een moeder-heugenisje is, heb ik enkele van ‘haar’ woordjes in deze column gestopt, zijnde potjanstropie, en snuuten (snuiten). En als we toch mijmeren, Friesche dan ook maar met ‘sche’ geschreven, omdat ’t me deed denken aan het flesje koffieroom dat we vroeger altijd hadden, van Friesche Vlag.

* : groot oor hebben voor : zeker en vast rekening houden met