Tagarchief: gezwijmel

About proof and pudding

Afgelopen december, na een goed ge(s)maakt jaaroverzicht, jubelden m’n celletjes nog. ” De views gaan gewéldig ! ” En floeps, in ene ging ’t woest slecht. Met mij dan. Ik kelderde net zo hard als de views van nu, maar wat wil je ook, als alle kwalen des werelds plotsklaps hartstochtelijk verknocht aan je blijken …

MAAR : ik zou ik niet wezen, als ik niet af wist te komen van deze belachelijk idolate fanclub. HA. Half staat niet in ondergetekendes woordenboek, dus hier met die houten-hamer-AB-strijd. Voor zij die ’t kennen, genre Actifed – omvallen terwijl je d’r bijstaat. Met nog nét niet de hele wereldvoorraad aan zuivel, om – desondanks –  hierbij overend te blijven. Geen kwarkje was nog voor me veilig, beste lezers.

En ziet : het deed de truc. Hoera ende joepie ! Bewijs : dit eigenste blogstuk. The proof of the pudding is no longer in eating only, but in reading also !

Er is nog wel wat puin te ruimen. Dat yoghurt-kwark complex wil ik absoluut nog kwijt. Gooi ik nou de koelkast open dan zingt die me toe ” In de k(wa)ark , in de k(w)aark, zei de dominee … ” Stevig dichtgooien komt me op  “…. en brengt de boter mee ! ” te staan. Hm. ’t Moet niet gekker worden.  Tonnetje rond blief ik niet, en ’n ijskoud in de keuken ‘binnenstuikende’* dominee, ik zit er niet bepaald op te wachten.

Je moet wat, als je keukenapparatuur eigenzinnige mantra’s begint op te dreunen. Dus zette ik m’n al even eigendenkende celletjes aan het karnen. Het lijnen-spoor bracht me bij de Botermarkt. Daarheen dus met Catootje.

Aldus heb ik de boterveldslag beslecht ; nu alleen nog efkes de chocopudding-oorlog uitvechten.

Want : na al dat opgedrongen bleek, ging ik pertinent voor lobbig donker. Tenminste : dat was ’t plan. Want liep (pun intended) me dat even anders, zeg. Iemand een ideetje hoe je choco-zakjes-pudding van Impe.rial in het gareel krijgt ?

Van arm zinnen je brokjescollectie door een ziftje pleuren – het plan B – geeft niet echt pas in het warme pudding met slagroom-script, me dunkt. En erbij bedenken waarom vanille zich helemaal anders gedraagt doet ook niks constructiefs. Net als hels Cat-oooh-ooh-ooh-tje snerpen, overigens.

Pfoe-pfoe, boeltje geknossel**, voor wat met een reuzenboog uitloopt op warme chocomelk. Op zoete smaak, dat dan weer wel…

Deze culinaire fail heet vlaatje met kuren, beste lezers. Of misschien was het wel ” vlaatje met nood aan een AB-kuurtje ” , wie zal ’t zeggen ?


* binnenstuiken : onverwacht aankomen

** geknossel : geknoei

 

Advertentie

Pon de replay : Tulpen uit Amsterdam (Swoon 31)

Daar ben ik dan weer, beste lezers !

The heat is on, zegt een zeker lied, waarop m’n blogzin fluks de off-switch indrukte. WordPress deed ook nog even moeilijk, door van reageren een crime te maken. Mogelijks woon(de) ik bij menigeen in de spam-bak – in veelvoud ook nog. Zo ja, excuus. Zo nee, ik kom er aan, want ook met lezen vlotte het even niet. Ik kom er aan, met terugwerkende en vooral lezende kracht, want de temperatuur is gezakt en de zin weer terug.

Voor vandaagse zwijmel even een pon de replay met Tulpen uit Amsterdam. Dit stukje mét liedlink verscheen in ’n iets andere versie eerder op Ariadnesdraad.

Het voert terug naar mijn studententijd …

De tijd waarin de zomers nog langer duurden dan de spreekwoordelijke vijf minuten, ze ook bloedheet konden zijn, en als klap op de vuurpijl nog ’n heel eind vóór de vakantie begonnen.

In dat tijdvak zwoegde en zweette ik.  Neem dat laatste maar letterlijk, want in het studentenhuis waar ik resideerde, waande je je in de tropen. In juni.

Om niet helemaal weg te smelten, sprak ik met mijn overbuur af, die wél een schaduwrijk stekje had, dat ik tijdens de blokperiode haar paleisje – toch al een volle m² groot – de status ‘bewoond’ mocht verlenen. Overdag dan toch.

Studiegenoot had d’r bed al naar de thuisbasis meegenomen, dus ging ik na een dagje lichtjes bakken, in mijn eigenste little castle nog wat braden bij nachte.

Van slapen was geen sprake. Hoogstens kon je je hoofd een paar uur op non-actief zetten.  Maar zelfs deze missie kon enkel slagen mits ijsgekoelde waterflessen.

Na de line-up voor de diepvries trok ik met verhitte tegenzin richting beddenbak.

Rits ! Daar bewoog mijn rolgordijn!

“Goh, dat krijg je nou, als je zo lang studeert dat je little grey cells soep zijn geworden” dacht ik nog laconiek, terwijl ik neerplofte.

Grits! Daar had je het weer … ?!

Oventemperaturen én disturbing noises, dat gaat waarlijk niet samen.

Mijn huiszoeking levert niets op. Net als ik me begin af te vragen of ik niet droom, rinkelt de foon. Ha. Mijn persoonlijke klaagmuur meldt zich.

Ik reik naar de hoorn van mijn lange-afstandslijn als ik de laaaaaaaange staart zie. Het verlengstuk ervan zit bovenop mijn foon. Zijn eigen, bruine, rattige zelf te wezen. Groen strikje om de nek. Signed : Ramses. Whaaaaa !!!!

Neem het van me aan : een op slot zittende deur opengooien met de daver op het lijf is géén sinecure.

Hoe het verder ging ? Door mijn krés*  kwam het hele gebouw in stelling. Zegge en schrijve 300 kamers op 5 verdiepingen.

Dat ik dit durf te schrijven zonder door de grond te zinken komt doordat niet minder dan 8 dames zowat een attaque kregen …

Yepyep. De Ramses-route reikte 12 kamers  ver.

De keuken werd crisisopvang, de rest strijdtoneel.

“Brandt het ergens ?” werd gevraagd. ” Neeje, ’t Is Ramses maar ! We hebben kokers, tunnels en kooien nodig om ‘m te klissen … ! “

’t Was 300 tegen 1 en Ramses legde er zich – na een klopjacht –  tevreden bij neer. In het hok van Rammeke, een minder uitstapgericht dwergkonijn.

De langstaartige had zich monter een uitweg geknaagd uit zijn veel te warme kooi. Onderweg z’n bijt-opties vergrotend via potloden, vlakgummetjes, pc-kabels en waterflessen …

Harry, zijn baasje, had er achteraf heel wat mee te stellen.

Z’n tripje naar thuishaven Amsterdam viel “ietsje” duurder uit dan eerst begroot. Naast de tickets werden potloden, vlakgums, pc-kabels en een gratis vat in rekening gebracht. Plus tulpen uit Amsterdam .

Gelukkig kostten de excuses die hij diende te maken hem alleen wat moeite, en een glimlach, want het waren er aardig wat.

Maar eind goed, al goed.

Menig student kreeg een deliberatie omdat hij, zo sluitend dat het wel waar moest zijn, aan de prof wist te verklaren waarom zijn studie-efforts te niet waren gedaan.

Harry’s mams raakte verlost van haar ergste nachtmerrie. Nou ja, op de onkostenvergoeding na dan.

De “jagers” werden gratis gelaafd.  En ik, ik kreeg rode tulpen. Met vaas en al.

Ideaal als bewijsstuk voor mijn  – in een deuk liggende – entourage. Want er hing toch onmiskenbaar een kaartje aan met daarop een rattenverhaal in een ander handschrift. Goed gek konden ze me dus niet meer verklaren.

’t Zal niet verbazen : sinds toen ben ik niet meer in de buurt te krijgen van alles met een lange staart en knaagtandjes … Nog voor geen miljoen !

Ramses. The King of My Castle. Of anders gezegd : de kortste weg naar tulpen uit Amsterdam!

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

———————————————–

* krés : giiiiiiiiil

Bow Wow Wow

Afbeelding via Google.

Cupido, dat slecht aangeklede, gevleugelde joch, is weer voor efkes teruggekeerd naar hogere sferen.  Om zijn pijlen aan te scherpen, een pak voor zijn niet-aanhebbende broek te krijgen, of om een strak plan in het hoofd van een adjunct te doen ontstaan.

Of  : om te bekomen van een gemiste pijl die niet zijn doel, maar hemzélf heeft geraakt. Wie zal het zeggen.

In elk geval, de liefde is voor even geen hete aardappel meer. Zwijmelen is geen plicht meer, en je mag ook weer liedjes liken die niet “kiss” in de titel hebben staan.

Zeemzoete ballades die zich per definitie op een brug afspelen ( let maar eens op ! ) mag je weer lekker skippen.

Oef … zalig is het !

Net als je dit doet, kom je deze mountain van een song tegen, natuurlijk.

Wat nou, te veel gezwijmel, mierzoet en geen bruggen ?

’t Kan allemaal, want het past perfect bij zijn zachte aard …

Bow Wow Wow !