Tagarchief: gietende regen

Mr. Niceguy (Swoon 52)

Dit stukje is soort van zwaan-kleef-aan, bij afgelopen woensdag (8/3). Zij het, dat ’n sliknatte ik, J-Lo’s elegantie niet evenaart.

Boodschappen doen. Blijvend avontuur, en dito bron van inspiratie.

Wie dit weer trotseert voor boodschappen halen, zou ’n lintje moeten krijgen. Of beter nog, een droge garderobe. Hm. Ain’t gonna happen.

Daarom sprint de sumo-worstelaar, die ik intussen heus ben, de eerste vijf minuten dat het droog blijft richting discount. Verademing om es niet met m’n zeiknatte spijkerbroek te moeten kampen.

Haal ik dan m’n weerslag thuis, die met m’n lengte is een ander paar droge mouwen. In de super laat ik mijn oog vallen, op voorgesneden soepgroenten. Happy & healthy komt wel weer, vandaag moet ’t vooruitgaan.

Ain’t gonna cooking all day, want ik heb stiekumpjes al ruzie met mijn knorrende maag – en ik wil niet dat ze me dit betaald zet met ’n kletterend cimbaalstukje genaamd migraine.

Maar bummer, ik kom er niet bij. ’t Is te zien dat ’t overgrote mensdeel veel groentjes eet, en dus groot groeit … Of zou het toch ’t hoogtebeleid’ van de supermarkt wezen  ? Hier moet je minimaal 1.80 meten, om überhaupt iets te kunnen scoren.

Aan krimpen van m’n al uiterst compacte compositie wil ik niet. 152 cm – nog éven en ik ben onzichtbaar. Ooh-ooh, wat wil ik dat hierbij inclusieve toverstafje.

Gillend-giftig gekleurde opstapjes, her en der opgesteld, doen niets voor me. Of jawel : mijn toch al niet op punt staande evenwichtsgevoel nog meer verstoren. Lekker dan.

Ik staar de tijd weg, met verlangen naar juliennebalkjes. Pfoe-oeh, dat wordt  el-len-lan-ge weg zo, naar de soep waar ik ze in wil mikken …

Dan intervenieert het hippe universum. Plant pàl voor me Organisatietalent. Een vinnige jongedame, die screent, ziet, pakt en besluit. Ingooien, check, afvinken, weer verder.  Als ze in ene naast me staat, ruik ik mijn kans, om d’r voor m’n soepkarretje te spannen. Braafjes plukt ze, flitsend rap, de pakjes met de langste houdbaarheidsdatum uit de rekken. M’n buit is binnen voor de vraag af is ! Hoera ende joepie : ik kan m’n geluk niet op.

Helaas kan dat niet gezegd, van de andere helft van het setje, waartoe Adjuviaartje behoort. Jongeman Bonenstaak, grimmig verveeld, botsautootje spelend met ’t winkelwagentje. Behalve brokken, maakt ie niets klaar. Blauwe plekken kunnen ‘m gestolen worden. Winkelen, en alles anders, al helemaal. Puh.

“Wa stade gij ier na tegen u eigen te kalleweien, heh ?!” – ventileert ie. Op ‘krijg-nou-wat-er-zit-een vijs-aan-los’-toon. Met mijn soepgroenten nog in handen, draait ze naar hem toe en zegt: “Efkes bezig, voor Mevrouw.”

Ploefffff, ik in dit dispuut. Nietsziend staart Bonenstaak over mij, de Lilliputter, heen. Je m’en fou-geste er achteraan. Bepààld niet charmamt, dit.

Dat heet geen waar, zunne, dat iemand, die me zo attent ‘depanneert,’ de wind van voor krijgt … !

Hét moment om scherp te sneren.

“Hei ja, zeg !” ’t Was voor mij, ik tel ook, al kijk je los over mij heen, omdat ik onder 1m80 blijf !”

En wég zeil ik, all this unpleasantness achter me latend.

Om fluks alweer het volgende obstakel te treffen. ’n Heel praktisch steelpannetje, waarvoor ik wel nog even 30 centimeterkes moet bijkweken. Voor ik klaar ben met denken dat ze ’t net zo goed aan ’t plafond kunnen hangen, doemt opeens Bonenstaak op. Jawel hoor, die – van geweldig leuke Adjuviaartje.

Kan ik misschien iets aangeven, Mevrouw ? Niet vriendelijk, maar stuk-ken beleefder dan zopas. Ik herken ‘m, en zeg daarom nog ietsje bozig : ” Gestuurd om die steelpan te pakken, soms ? ” Al wijzende zie ik pioenrood naar z’n haarwortels oprukken. Warempel, he redeemed himself !

Als ik de steven huiswaarts wend, denk ik vergenoegd aan Adjuviaartje. “Ain’t your mama !”, zal ze gedacht hebben, toen ze Bonenstaak voor me liet opdraven.

Ware girlpoweRR !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

Advertentie

Under the boardwalk : Swooning Saturday 23

“Onze Frank”, zijnde de weerman, geeft mee, dat juni 2016 de natste maand is sinds 1839.  Amai. Sinds de start van het apenlandje dat het mijne is, is het dus niet – misschien wel nooit ?  – veel waterachtiger geweest dan nu. Dat zal ik geweten hebben. Die Zeus ook, met zijn bende en hun waterballetten.

Die galjaars hadden het vorige maand op mij en de wereld gemunt. So much voor een mythologische connectie, dus.

Het regende constant ouwe wijven. Omdat die volgens het spreekwoord toch klompen dragen, trok ik ten langen leste m’n Crocs maar an buitendeurs. Desperate times call for desperate measures, tenslotte. En echtigentechtig, ze zijn stukken sneller droog dan sneakers.

De modepolitie heeft m’n fiat om, bij niet akkoord, de droogtijd van (stoffen) schoenen te timen. Wedden dat zelfs zij niet aan de eeuwigheid willen die dat in beslag neemt ?

Naast modemissers – hip zijn in regentenue of als verzopen waterkieken is nog wat – zag je vooral pluutjes op de bühne. Ze hadden ’n glansrol in het vaak daverende klank en lichtspel dat veelvuldig werd opgevoerd.

Bummer voor al wie om prakticale redenen pluu-loos door het leven moet. Met goeie luim is verregend zijn minder erg, dus hield ik de elastiekjes van m’n goeie hum in vorm door aan shampoo in de regen en daardoor schuimbellen te denken.

Works like a charm, behalve die keer dat ik het halen van papieren boodschappen ZO lang principieel achterwege had gelaten dat er in mijn heule have en goed werkelijk waar niet één keukenrolletje meer te detecteren viel. Toen joegen bozige dromen  – van eeuwig getomateerde theedoeken – me lichtelijk op stang, en de deur uit ook wel, ja.

Open doel was ik voor de wolk die net dan brak – wat zeg ik, met donderend geraas openscheurde. Alweer geen modische voltreffer, maar een regelrechte afgang als trendsetter. Snif.

Om nog wat bij te dragen aan het gewicht van ‘bad karma’ besloten mijn huishoudrolletjes om ook gezellig uit hun verpakking los te scheuren. Want wat die wolken kunnen, kunnen zij ook, en rappperderderr !

Gelukkig zagen ze af van ’t modderbadje voor hun teint, maar het resultaat was desalniettemin zwaar onflatteus. Ten behoeve van de modepolitie geef ik graag  mee, dat dat afscheurpapier een nog langere eeuwigheid dan schoenen opeist, om weer droog en bruikbaar te worden.

Na een miskleun van dat formaat krijgt je weer-app de overroepen hoofdrol. Want het weer, dat kan nog meer dan regenen. ’t Kan vriezen of dooien. Ergo : je trekt tig keer per dag je plunje aan, en dan toch maar weer uit, want de radar predikt hemelwater. Deze klucht is pas klaar als je boos bent, omdat ’t na sluitingsuur is, en je je voordeur niet bent doorgekomen. En de gevallen zeeën ook niet, hoera.

Dat is één optie. Maar er zijn meer alternatieven. Bijvoorbeeld.

Als ’t vriest, dan bibber je haast je vel uit, maar blijft nipt droog. Dat was die keer dat ik bij Flex aan de deur verscheen, die hij met een opgwekt : “’t Regent niet,” opendeed – om mijn duim te volgen, richting die inktzwarte wolk achter m’n rug. Hij wist me zonder een drupje tijdsoverschot naar binnen te loodsen. Hoera ende joepie !

Maar ja, die mooie liedjes, ze duren nooit. Al heulemaal niet als je geen nat pak wil halen. Euforie is de vijand, beste lezers. Want bén je dan een keertje droog thuis én zo slim geweest om een natte braderie te skippen, kan je alsnog zomaar de doorweekte sigaar zijn !

Bij ’n doorbrekend waterzonnetje wil ik nog even over de deur ’n vergeten artikeltje halen. Het omen is goed, dus doorlopen maar, die waterproof-cyclus. Ik ben nog geen ‘gecrocte’ halve meter verder of Zeus draait de douche vér voorbij open. (Jaa, wat had je anders verwacht ? Sliep uit modepolitie…)  Hercle * ! ’t Wil weer es lukken dat terug nog een grotere merde is dan door.

Ik scan de uitweg. Dan valt mijn oog op ’n uitgetekend wandelpad en luifeltjes. Restanten van de voorbije braderie. Vanonderrrrrrrrrrreeeeeeeeeeeennnnnnnnn ! Andere schuilers moedigen me aan : “Hier, hier !” ondertussen plaatsmakend. Eén engel  heeft zelfs een handdoek voor me. Kouwe botten, maar ’n warm hart.

Als ik de waterdruppels uit m’n kijkers heb geboend, kan ik de humor van de situatie inzien. Staan we dan, met zijn allen onder een luifeltje, under the boardwalk. Drenkelingen die aan het driften zijn. Sommigen hun app checkend, en foeterend tegen hun mobieltje ” Awel, isda nu droog en zonnig ?!!!!!!!! ” Hilarisch tafereeltje, dat me tot The Drifters inspireerde.

Enne, Zeus, gehoord ? Droog en zonnig, alsjeblief !

Voor meer Zwijmelplezier, klik hier.


  • Hercle : Latijnse krachtterm

Floriaantje : Swooning Saturday 21

Wat doe je bij snertweer ? Gewis dromen van de zon. En vooruitziend bedenken dat ze ook verzengend heet kan zijn, die Lora. Dus kregen mijn zogenaamd zonfilterende hoogbouwramen een extra laagje zilver. Onder de bezielende leiding én co-uitvoering van Vadermans ben ik nu de trotse bezitter – en vooral : gebruiker – van zonnerolletjes !

Lange neus naar wegsmelten ten huize, gebraden vissen in de visbak, gekookte hersentjes of ’n ‘tomatkop’, zeg ik !

Ik is blij, en the grey ones niet minder. Geniet mee van hun happy thoughts, beste lezers. Met glimmende knipoog naar eerder verschenen stukjes.

Floriaantje, zo zwart als roet, ging es wandelen zonder hoed, en het zonnetje scheen op z’n bolletje – daarom droeg ie een parasolletje.

Ja, mijn kinderlijke koppie ontweek al fluks menige culturele angel door het steevast zo te willen horen. Kinderen ervaren de dingen nog wel precies zoals ze die zich vooraf hadden voorgesteld, schijnt ‘t.

Wat doe ik vandaag met de overige coupletten ? Mijn celletjes zingen dit stukje kindernostalgie nog altijd jolig – de sloebertjes, want als ik zélf melodiemix, zetten ze het geluid uit – vaste prik.

Verder ga ik fris en fruitig de deur uit, om te wandelen zonder zélf de hond in het plaatje te zijn. Sinds mijn woonstee uit de herhaling van de loopgravenoorlog is weg-gerenoveerd, en de weg dus niet langer weg is, kan dat weer gewoon.

Zonder hoed natuurlijk, want hoewel ik na de stoom-zomer van 2015 wel een zonnehoedje heb, is dat niet bovenmatig waterproof.

In de hoosbuien van tegenwoordig, zou een eco-vriendelijke douche  – compleet met modellerend shampootje, mijn hoofddeksel in no time weer kunnen shapen, maar dat gaat ‘m alsnog niet worden. De bibbermodus die hieruit voortvloeit, laat vooral groen uitslaan, namelijk. Echtigentechtig, niet opbeurend. Al helemaal niet voor de elastiekjes van mijn goeie hum.

“En dat parasolletje dan ? “, hoor ik nu opperen. Welnu, daar gaat het net zo mee als met m’n pluu. Geskipt uit het script. Net als die prachtige boom voor mijn keukenraam. Nog altijd snik ende snif, hierbij …

Ondanks dat er van Floriaantjes handel en wandel weinig overend blijft, behalve guitige opgewektheid, is de rek van mijn elastiekjes gegarandeerd, beste lezers.

Want pluus en solletjes zijn zomaar even uitgedijd naar heuse zonnewering ! Op het moment van lezing dezer zotte zwans geniet ik heeeeeeeeeeerluuuuuuk van mijn ‘klimaatregeling’. Hoera ende joepie ! Dat het nieuwe groen nog altijd niet verder is gegroeid dan Piereverdriet, is  ’n kleinere catastrofe, eensklaps. Groene rampen buitenluiken is vanaf nu een optie, immers. Na puzzelen en pezen sloegen we de rol-opstand der parelsnoertjes overtuigend – in zesvoud maar liefst – neer.

Die no(i)sy neighbours met hun (verre)kijker en de mij immer vriendelijk toezwaaiende – maar onverbeterlijk laattijdig aangekondigde – glazenwasser annex hersteller hebben voortaan het zilveren nakijken. Ha !

Let de good vibes get a lot stronger, deze zomer !

Voor meer Zwijmelplezier, klik hier.

Omega blocking : Swooning Saturday 19

Het lijkt alsof de wereld huilt, beste lezers. Niet een dipje – maar een megalomane depressie. Het weerbericht leert me dat het zeeploegen van de afgelopen dagen te bestempelen valt als omega blocking. Daar dromen de onfortuinlijken, die tegenwoordig bootje varen in huis, zonder assistentie van hun badkuip nog wel, vast ook van. Iets zegt me, dat de compensatie van al dat leed, ook blocking gaat opleveren.

Met op mijn netvlies de jongeman, die zijn fauteuil met daarop de exceptioneel droog gebleven plunje zag voorbijdrijven in z’n woonkamer, moet water wel de topic van deze column zijn.

Zijn desperate gelatenheid en het cowboyloopje waarmee ie zijn droog kleedsel probeert op te vissen kruipen onder de huid.

Ik zit in éne weer terug in die zomernacht dat plankwolken mij noopten om een onvrijwillige opleiding tot bootsman te volgen.

Met dank aan het houdende ramen, ben ik nu gebrevetteerd Zeebonk. Hoera. Het nachtelijke hozen, met bij het morgenkrieken een ramp in volle glorie is er even niet meer bij. Hout vasthouden …

Zonder dank, maar met waternatte tegenzin, ben ik in kletsnatte tijden wel nog altoos ’n binnenpletsende zeemeermin.  Je hebt het, of je hebt ’t niet, beste lezers, een mythologische connectie met de bende van Zeus. Just my luck dat het ondeugden zijn, met een ongekend zwak voor godsgenadige waterballetten.

Dus : regent het zeeën, dan tref je me buiten de deur. Niet dat ik sta te springen om een hoosbui te trotseren, maar je draait nou éénmaal niet op water alleen. Af en toe moet er toch echt ook wat brandstof in.

Tegenwoordig beperk ik het risico door het verhaalrecht van papieren boodschappen te kelderen.

Scheelt ’n slok op een borrel, maar verder blijft het toch echt springen in het diepe : neus en oren dicht. De periscoop, alias mijn paraplu, laat ik standaard achterwege. Wegens geen vriendjes met mijn niet-standaard motoriek.

Dat valt op natuurlijk. Niet in het minst bij mijn nabuurschap – dat niet betrubbeld wordt door de Bermuda-driehoek die een woeste waai, rechtblijven en daarbij boodschappen dragen van tijd voor me zijn.

Niks aan te doen, ik kleur het buitenbeeld, ook als il pleut comme vache qui pisse aan de orde is.

Wat mij dan weer frappeert, is dat pijpestelen zonder paraplu gegarandeerd de vraag “Ga je wandelen ?” oplevert.

Ja joh, ik ben zo groen dat ik gewapend met shampoo ten allen tijde ’n regendouche neem. Niks liever dan nat tot op mijn hemd, dat dan ook nog es ecologisch verantwoord wordt gewassen. Not.

Op dagen met haast kijk ik ’s scheef, roloog vanbinnen en loop door.

Soms echter loopt mijn emmer wel es over en kan ik ’n afgemeten ” ik heb hond nog leiband bij ” niet blokken. Mild gestoord. Boze variant hierop is :  ” Ik ben geen hond, en hoef niet aan de leiband… !!!!!!”

Wat jammer dat zulke hoekige opmerkingen, uitingen van onbehagen, niet eenvoudig, en voor altijd, aan de ketting te leggen zijn.

Afijn, de ene hond is de andere niet. De zoektocht naar de parerende onliner is nog gaande, beste lezers. Wie het weet, mag ’t zeggen.

Ik zeg : viervoeters in het voordeel. Ze moeten geen puntige respons verzinnen en een leiband hoort gewoonweg bij ze … Het noodweer en al dat gewandel bracht me bij Lou Reed en zijn Take a Walk on The Wild Side.

Hopelijk helpt dit Zwijmeltje om je hum en het weer aan de goeie kant te houden !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

De hemelsluisdeur is kapot

denk ik. Het lek dichten gaat nog niet zo makkelijk.

Het bewijs daarvan is de miezerregen die – na heel even droog te zijn geweest – gezapig wordt. Gezapigheid, daar houdt de bende van Zeus niet van. 

Dus komt de plensbui ten tonele. Die zich uiteindelijk tranformeert in een stortbui, waarbij het water met bakken uit de lucht valt, en iedereen (lees : ik) er komt uit te zien alsof ie met kleren en al in een zwembad is gevallen … dagenlang.

Of zou er wat mis zijn met mijn mythologische connectie ?

Naar mijn idee hebben de weergoden een raar beeld  van een voorkeursbehandeling …

Hoe dan ook, het was weer prijs. Ik heb wat met water. Teveel, of te weinig.

Nog even, en ik ga echt geloven dat Cupido er voor gezorgd heeft dat één of andere weergod “the hots” voor mij heeft.

Nou, laat ik je dit vertellen. Het wordt niks. Wie zit er nou te wachten op die plenzende stortbuien – waarbij het blaasjes regent – die je er doen uitzien als een verzopen waterkieken ? Ik alvast niet.

Maar miljoenen mensen in Afrika dan weer wél. Die zouden er een moord voor doen. Wat zeg ik, ze doen het. Bij gebrek aan dit vloeibare goud. En anders doet de honger het wel in hun plaats.

Hier zou hemelwater niet alleen liefde maar ook leven brengen.

Geen te weinig zonder een teveel. Denk hierbij aan tsunami’s, of aan beginnende overstromingen. Hier zou het dichtdraaien van de hemelkraan het begin van drooglegging kunnen zijn. Van de tranen van miserie in ieder geval.

Ik moet bekennen, water laat me niet onberoerd.

Heb ik te weinig, dan ben ik chagrijnig. Heb ik teveel, dan ben ik een bibberend verzopen waterkieken, dat foetert. 

Als de (matige) regen zorgt voor extra zuurstof in de lucht,  haal ik  – letterlijk – opgelucht adem. Ook met de regen als tranenmasker ben ik blij.

Maar soms, – als ik er niet door hoef –  heeft de regen ook iets geruststellends.

Vanuit een warm bed, heeft dat getik tegen het raam iets vertrouwds. Iets troostrijks. Iets bekends. Een zekerheid. Iets dat er altijd was. Op steeds dezelfde manier. 

Vanuit een warm bed lijkt de regen een wiegelied. Op weg naar een – zorgeloos ? – land der dromen …

Zoals Jose Feliciano me opdraagt, luister ik er naar. Bij elke druppel die naar beneden valt, stel ik me voor dat het mijn verdriet is. Verdriet dat valt, verdampt, oplost, wég is.

Een tranenzee, zonder dat verdoofde en afgematte gevoel achteraf.

Ballast die verdwijnt, omdat ze wordt opgenomen in een veel groter geheel.

De zachte kant van water … Nostalgie.