Vandaag het slotstuk van de serie Retrospectief waarvoor Prinses Op De Kikkererwt me inspiratie aanreikte.
(Voor wie even terug wil lezen, deel I staat hier, deel II tref je ginder.)
Zij schreef dit in een commentaartje :
Ik vraag me ook af hoe en of je hersteld bent van dat verdriet.
Ik las ’t en dacht : awel, ik ook. Prachtig blogeffect, als je door lezersinteractie gaat reflecteren. Best uitdagend, want het blijft een spiegelkwestie : wat ikzelf bemerk zien anderen daarom nog niet en vice versa.
Systeemherstel
Hoe staat het nu – na 4 jaar – met m’n novemberverdriet ?
Van lieverlee ga je toch weer plannetjes stoven. Daar is Ariadnesdraad hét bewijs van. Maar wat ’n gevécht tussen hoofd en hart is het om te besluiten, aan het begin van verdriet …
Was er maar een ‘systeemherstel’ ! Maar zolang het leven geen computer is, zit een reset er niet in …
Remonte is : niet meer verpletterd worden onder het gewicht van verdriet.
Beseffen dat je iemand met 2 levens bent – pre- en post-catastrofe – helpt. Bijgeval eens lekker laaiend zijn ook.
Calimero & Hercules als gezelschap
Vóór ik ophield m’n moodswings en ‘rare’ reactiepatronen stuk te analyseren, liep ’t voor geen meter. Toen ik van mezelf mocht ‘afwijken’, gaf dat rust.
Maar ‘verdergaan zonder’ blijft een Herculesjob ; een werk van alledag. Want het verleden is nooit wég, maakt overnieuw z’n opwachting. Dat ondervind ik, nu ik naast belever weerom toeschouwer ben geworden.
M’n persoonlijke proeve van herstel : verdriet van die ander, bij die ander laten. D’r niet in meegezogen worden, zonder ’n hork te zijn. Calimero’s ” Ik is klein, maar mijn daden benne groot ” waarmaken. Mét alles wat is gebeurd in het achterhoofd.
Maar hoe gaat dat, jezelf bijeenrapen ?
Eerst : niet. Daarna : met heul veul tijd, slechte dagen en niet weten hoe. Met het nemen van verlies in je social life. Ariadne 2.0 past niet meer bestig in elk vriendschapskader. Pijnlijk, als mensen letterlijk een blokje om doen, om je niet te hoeven kruisen. Of, als ze dat wel doen, je te verstaan geven dat je nog lang niet uit dat ‘tranentenue’ mag.
Zonder toverspreuken, maar mét aanpak
Je treurige ik bijeensprokkelen doe je niet met toverformules, maar door het nemen van bewuste beslissingen. Ook al voelt dat ‘awkward’.
Voor het eerst weer een Kerstboom optuigen (huilen !) bijvoorbeeld. Of weer rood dragen (de verbijsterde gezichten hierop !) …
Iets wat ik heel doordacht deed, is antwoordstrategieën bedenken bij vragen die me verbrijzelden. “Hoe gaat het ?” is een netelige.
Ik wilde niet per se m’n leven aan de straatstenen kwijt, dus moest ik de pieren-uit-de-neus-halers kordaat pareren met m’n vriendelijkste glimlach en een ongracieus ‘wil je niet weten’. Het plaatje hierbij : ’n neuzige apotheker, jezelf aan de betaaldesk en de hele ‘nieuwsbeluste’ wereld achter je, in hetzelfde pand.
Ook geen sinecure is het, als je écht geen puf hebt om te antwoorden. Dan moet je ervoor zorgen dat je zonder zichtbare tranen overtuigend “Goed !” kunt zeggen. En Oostindisch doof zijn voor het gemeesmuilde “kan toch niet ?!”
Over schouders en een zachte kant
Het minst simpele script : wél eerlijk antwoorden, bij diegenen die niet gillend gek van je worden. Dat vereist reputatie opzij zetten. Personality is een ding, helemaal als je tijdens je respons iemand écht ondersnottert. Echtigentechtig, ’t zijn stevige schouders die zulk een regenbui doorstaan !
Je ‘zacht kantje’ niet kwijt te spelen is innerlijk genezen. Toen ik in de postale verbiage voor Kerst ‘mijn Florence‘ opnam, werd ik overspoeld door erkentelijkheid. Instant voelde ’t alsof ik mijn persoontje weer deels had heroverd ! Hartverwarmend.
Teruglezen en groei zien
Jezelf beter voelen gebeurt steels. Op het moment dat je het net wat minder hard wil. Maar wel door doen. Door het maken van haalbare plannetjes. Zoals lezen. Eerst opgaaf, nu weer oele. En woordtekenen, natuurlijk.
Ok, een blog nemen is misschien niet echt ‘-tje’, maar wel een bijzondere vorm van convalescentie. Iets van mij, dat er kwam in het NA. Het trok de wereld weer open – een zonnetje tussen een zwart zwerk.
De verhalen van anderen, hun interesses en breinhaperingen* – en vooral hun interactie op de mijne – trokken me een nieuw kosmosje in, waarin ik mijn Opgewekte Ik weer tegenkwam. Een onbeschrijflijk kado, beste lezers, dat toch maar mooi staat opgetekend in m’n archieven. Uitstekende remedie voor een slingerend hum, dat zélf zien van hoever je komt.
Vaardigheden aanscherpen en ontdekken
De vraag hoe je iets zult gaan beschrijven, vraagt focus, insteek, blogblik. Je kan de lens net zo scherpstellen als je zelf wil, als je met woorden fotografeert.
Met wat geschreven afstand ‘kijken naar’ biedt opties : de waarheid met een vleugje gefingeerdheid omhullen, of het fictie-gehalte zien in wat is.
Bloggen geeft stem aan mijn gedachten. Mijn denkwerk wordt helderder en de impact ervan gaat verder dan verbaal. Misschien omdat er een oppakken-of-laten-rusten-poort tussen staat ?
Hoe dan ook, het legt fundamenten. Voor herinneringen, én voor verder. Kan en mag dat ? Ja. Het wordt Ja. De toekomst is een poort. Ik duw ze open.
Ik schuif op in de goeie richting. It’s not perfect, but it’s getting closer…
———————————————————
* breinhaperingen : Woordenuitmijnbroekzak is hiervoor inspirator. ** : cursieve tekst is bewerkt. Origineel is te vinden op p. 279 van De vrouwen aan het hof van Maria Jacques.