Wie hier al langer meeleest, weet dat Ariadnesdraad een soft spot heeft, voor zachte kantjes én schattige reclame. Dat bleek al eerder, in mijn vorige stukje, en ik ga nog even op hetzelfde elan door.
Op Sint’s verjaardag, en vlak voor ie weer afreist om in Spanje de appeltjes van Oranje te gaan plukken geef ik Goedheiligmans’ hofleverancier podium. Onweerstaanbaar, deze … Je zou er bij smelten als (een mok) warme chocola.
Hartjes voor hartveroverende reclame !
Zoet plezier en een zachte dag voor ieder gewenst …
Hillary mag dan niet van de sugar-coating zijn, ik vind het wel wat hebben, met de Sint in het land. Ideaal, om de heftige voorbije maand te verzoeten.
Sinds de invoering van suiker als algemeen keukengoed is er ’n hele weg afgelegd. Niet alleen in de keuken, in baksels en desserts, maar ook door de witte korreltjes zélf. Tegenwoordig hebben die zich gebundeld en plachten ze T-man te heten. Dit suikeren mannetje stal mijn hart, omdat ie mij zo deed denken aan een paarlen ventje dat ik in de eerste klas maakte – met veel hulp van de juf.
Hoor het tromgeschal en de bazuinen in dit feit, beste lezers, want het is een uniek knutselstuk. Ik heb het nog steeds, en ik ben er nog steeds een beetje smoor op.
Wat toverstof heeft mijn kereltje nu opnieuw leven in geblazen. Tegenwoordig wacht deze eigenzinnige suikercollectie zijn huisgenootjes thuis op – na een lift naar huis, gaat voor hen op pannenkoekexpeditie, en blaast hierbij vrolijk een suikersnoet bij een klein meisje. Een persoonlijke favoriet, beste lezers.
De laatste tijd gaat ie skaten, met zijn nieuwste schat : rietsuiker. Maar dat is nog wel es een verlieslatend ritje, tot het weer tijd is voor thee !
De wereld om ons heen slaat harten vaak aan gruzelementen. Een paar suikerzoete elementjes, met wat plakkracht kunnen dan heel welkom wezen.
Ariadnesdraad ruimt daarom graag wat plaats in voor het zachte kantje van schattige reclame.
Als pancake lover nog een keer de pannenkoekentocht en de laatste nieuwe – omtrent rietsuiker.
N.B. Ik weet niet helemaal zeker of alle filmpjes overal getoond worden door YT. Ik hoop ’t wel, en heb in elk geval voor ééntje een sluipweg. Mocht het meest recente spotje niet te bekijken zijn : ik heb ter verzoeting het muziekfragmentje dat erbij hoort, beste lezers.
Ik weet het, beste lezer, as we speak, wordt er hier weinig gezegd. ’n Gevalletje voorjaarsmoeheid. Of eigenlijk, een groot geval. Echtigentechtig, de fut is wat kwijt. De luciferkes die momenteel mijn blaffetuurtjes openhouden, zijn nog nét in voor wat rondlezen.
Zodoende viel mijn oog op de rubriek ‘As we speak’ van Tales From The Crib. Ieder mag van Lilith meedoen, en dat laat ik me geen twee keer zeggen. Ideaal om de stemmetjesoorlog – ‘Schrijf toch ! en ‘Umpffff, geen idee waarover’ – in m’n hoofd te laten verstommen.
Dus, As We Speak ….
– vond ik mezelf op een weekavond terug om een uurtje of 11. Slapend. Dat moet in de krant ! Maar vooral : slopend. Want met de keukentafel als matras en mijn armen als hoofdkussen. Auchh… ! Ik niet zo, maar mijn tafel is vast wàt blij dat ik me houterig voelde ;
– weet ik zeker dat V.Oltaren prima is tegen houterigheid. Nu alleen nog even niet vergeten die witte wonderdoenertjes door te slikken. Klaarleggen alleen maakt, eh, niks klaar ;
– wringt mijn kaak danig tegen. De tanddeskundige die mijn verstandskiezen tackelde, wist dit jaaren geleden al. Mijn geheugen is, wat dit betreft, ook weer opgefrist. Snertkaken. Willen maar niet op elkaar passen en laten als protest stroomstootjes op m’n gezicht los. Grmbl. Of, om het Smurfgewijs te zeggen : ik hhààààààààààààààt geknelde zenuwen …
– ondervind ik dat een zeer gezicht blogzin en inspiratie keldert. Hoera ende joepie, heb ik naast ontstekingsremmers nog Mr. Flex , om opgelopen averij te bekampen. Ideaal om overprikkelde zenuwen in slaap te krijgen en mijn grijze celletjes, de slaapkopjes, weer wakker.
– krijg ik alvast geen tijd om een heuse slaapmuts te worden. Daar zorgt m’n telecomprovider wel voor. AltijdDichtbij zit me dezer dagen flink op de huid. 8 oproepen in 4 dagen. Eigen schuld. Had ik maar niet moeten zeggen dat ik op een ander moment graag zou luisteren.
Maar beste Flodderanske, ik heb ’t gehad met dat Prox-muzieksken. Spreek of zwijg, maar breng mijn Dumdiedummetje niet steeds in stelling om in te haken als ik opneem. Tsss. ’t Is weer es april, zekers. Keep calm & heb geduld tot ze ‘ t beu is, is voor nu het devies ;
– vind ik mezelf door al die vroege morgenden op andere tijdstippen in de bib terug. Alwaar enthousiaste medewerkers me begroeten. ‘Maar mevrouw, u lacht altijd !’ Van ware boostyourpositivity gesproken ! Tot ik op een punt kom waarop het lachen me vergaat, is er geen reden om dat niet te doen, toch ? Die redflags zijn er wel, maar ik loop ‘r niet zo mee te koop.
Bovendien is lachen energiebesparend. Chiquita’s way of niet, ’n glimlach voorkomt flink wat malcontentie, waardoor je zelf nauwelijks boos bent en je de tijd om weer blij te worden zomaar in je zak steekt.
– zingt het in mijn hoofd : You Need a Schriftje And A Stylo. YNASAAS. Grote Grinnik. Smile, Ynasaas is het nieuwe zwart, als ’t op budgetbeheer aankomt. Nog geen common knowledge, want ‘top secret’ wegens geldtechnisch. De floor van dit systeem, de opschrijfdiscipline, omzeil ik via uitgeprintte uittreksels. Works like a charm.
Zo. Dik 517 woorden later heeft deze As We Speak de ‘grey ones’ weer aangezwengeld, geloof ik. Een geweldig nieuw rubriekje, dit !
Een kwestie waar Beatrix mee worstelde, afgaand op de rapte waarmee ze haar hoofddeksel bij diverse occasies op haar hoofd vastpinde … Goeie grutjes, ik mag niet denken aan het werk dat haar kapsel vereist.
Zelf ben ik niet matineus. Een full welness treatment in de morgen zit er niet in.
Dat mijn badkamer geen spa is, zit er voor niks tussen. Ook het ontbreken van een slim hondebeestje met een acute aanval van ijdeltuiterij is het niet.
Neenee, mijn little grey cells zijn hiervoor responsabel.
Ze draaien nog wel ’s ongevraagd dubbele shift. Modus waaruit alleen maar het mannetje met de houten hamer ze kan halen . De klap die mijn hoofd tot een aambeeld maakt, laat zich ’s morgens voelen. Ik raak aartsmoeilijk uit standje automatische piloot.
Het opzet is nochtans veelbelovend, al zeg ik het zelf. Weinig mensen zijn zo met het begin van de dag bezig als ondergetekende. In die mate zelfs, dat er de eerste verticale tijd van slapen niks komt, omdat de woordgroep “niet verslapen” steeds weer opduikt.
Tegen de tijd dat Klaas Vaak zijn werk doet, lig ik al een eind achter op schema. Hoeveel, dat ontdek ik dan wel weer bij het wakker schrikken … Meestal laat genoeg om de “ik-sta-rustig-op” -fase te skippen, maar vroeg genoeg om geen potten te breken. Wat nou, een element van suspence kruidt toch de dag ?
Ach, ik heb ervaring met rise and shine en alles wat daar onlosmakelijk mee verbonden lijkt.
Van klabatsboembaf – toestanden tot outfits die er de avond tevoor blitser uitzien dan het moment waarop ik ze aanschiet. Komt doordat mijn broeken ’s nachts groeien. Werkelijk waar, beste lezer, “er beuren rare dingen “.
Dit scenario is verkiesbaar boven de onaangekondigde verhuis van mijn sleutels, het rondcrossen van mijn chaos-organizer in de dwaaltuin die mijn handtas heet, of de onweerstaanbare drang van mijn dumdiedummetje naar een stoombad.
Maar : been there, done that.
Vivat de voorlopende horloges, de telefonische wekdiensten, het make-up weigerende velletje en de no-maintenance-kapsels. Echt, de wetenschap dat je haar altijd goed zit, scheelt een slok op een borrel.
Uzing wellness, hoor ik je denken. Mispoes.
Want de flow die hierbij hoort wordt ergens in januari verstoord door mijn foon. Die heeft uitstekend geslapen. Blakend van alertheid klingelt ie onophoudelijk.
Hm. Eigelijk geen tijd. Toch neem ik op, want het kan zomaar de taxidienst zijn die ik belde.
Nog voor mijn “Hallo ja,” word ik overspoeld door een woordentsunami. Waaruit ik enkel halooo, Sylvie, moi en hôpital kan plukken.
Hoewel ik geen hoge ogen gooi voor de kruising tussen Frans, jakamakkaans en nog wat anders, doe ik er alles aan om uit te leggen hoe het zit. Net als ik ‘ns lekker wil foeteren op de door mijn ouders in mij geïmporteerde burgerzin, is Moi er opniew. Insert loop here.
Vijfvoudig. Zolang heb ik nodig om de mij ingehamerde beleefdheid overboord te gooien en onvervalst plastische taal te gebruiken, teneinde het voor Moi helder te krijgen dat het welletjes is.
Gelukkig, het werkt. Het tafellaken tussen mij en Moi is volledig doorgeknipt. Als ik een mentaal post-itje maak, met de bedenking dat ik mijn vader ’s moet vragen hoeveel tijd dit hem zou kosten, is het weer van dat.
Een heerschap ditmaal. Dat er een punt van maakt zo vaak mogelijk het woord sexy te gebruiken in zijn verkoopspraatje voor ondergoed. Versta hieronder de niemendalletjes, die om te kunnen promoveren tot lingerie, een godsvermogen kosten.
Ik spreek die testosteron in mijzelf aan om hier een eind aan te maken. Want echt, hierover wil ik mijn vader niet bevragen.
Niet bars genoeg. Herkansing. Nog geen minuut later heb ik een hijgstem aan de lijn die mij verzekert dat ik écht niet buiten een tanga kan.
Nog een graadje erger dan de ongewilde bespreking van “my underwear” vind ik het ongeoorloofde gebruik van mijn naam.
Vurig, zei ie toch? Ik brand los en leg hem het zwijgen op, door te zeggen dat ie kan terugbellen als hij een even grote pleitbezorger is geworden van pampers als van de lingerie die hieraan voorafgaat.
Als ik inhaak, gonst mijn hoofd. Neeje, ik wil niet wéten wat mijn vader van die laatste oratie vindt … Maar zakelijk als ie is, ziet hij vast wat in lik op stuk.
Mijn haar zit nog goed, maar zelf lig ik na al die telefonades wél een beetje in de kreukels. Helemaal als de taxi laat weten niet te zullen verschijnen … Moet ik weer hebben !
’t Is duidelijk. Ik moet in de leer bij Mister Dog.
Wat een flow heeft ie ! Gaat onverstoorbaar zijn eigen gangetje … Sinds ie geen tv meer kan kijken en ook de radiatoren niet meer kan inrichten als braadspit voor worstjes, heeft ie zich met overgave op de pronksector gestort.
Echtigentechtig, je zou voor minder in zo’n badkamer. Met compleet equipment voor hairdressing @ home … Jaloers ! Maar niet op de rekening achteraf ;-)
Hij checkt en dubbelcheckt. Zit m’n haar goed ?
Yep. Dus krijgt ie als beloning een aaitje. En daarom, de volgende morgen … je raadt het al !
Mijn Pandoradoos doet een verlate poging me een aprilvis te bezorgen. Mijn elektriciteitsafrekening. Verdienstelijk, maar het lukt niet.
Want : het bij te betalen saldo is verwaarloosbaar.
Het nieuwe heeft, naar mijn zin, veel te veel toeters en bellen na de komma.
Daarom besluit ik mijn actie-plan van vorig jaar nog eens dunnetjes over te doen. Met name : de nieuwe voorafbetaling naar boven toe afronden. The next best thing to géén betaling, als je een hartinfarct wil voorkomen.
Nu moet je weten : ik ben dol op afgeronde voorschotten. Vooral als de bedragen mijn little grey cells onmiddelijk omleiden naar een bepaalde afdeling in het huishoudbudget.
Dat je dan zoiets krijgt als : ping, dat bedrag, dat kan alleen maar dit zijn.
Wie wil nou géén rust in zijn of haar hoofd hebben ?
Dus denk je : dat pas ik wel efkes aan.
Vergeet dat maar. Niet in de factuur, maar in dat ‘efkes aanpassen’ zit de grove misrekening …
” Maar mevrouwtje, voor uw gezinsbezetting is dat voorschot toch veel te groot “, zegt Energieman aan de andere kant van de lijn als ik ‘m verzoek het – vanzelfsprekend met de grootst mogelijke accuraatheid berekende – voorschot naar boven toe af te ronden.
Hij zegt het op een toon die klinkt alsof ik het zopas gewaagd heb in mijn upje de wereldvrede te bedreigen.
Weet hij veel dat hij door zijn intonatie alleen al oorlogsgevoelens in me wakker maakt !
Ergerlijk, als ze je mevrouwtje noemen en tegen je praten alsof je twee bent en niet kunt tellen. Nutteloos ook.
Want welke kind van twee ligt nou wakker van een energierekening ? En ook : welke peuter voert in eigen naam stortingen uit, met eigen giro en al ?
Heerlijk ding, die logica. Maar lang niet altijd afdoende. Want Energieman geeft niet op.
Langs een labyrint van consistente verklaringen, waarbij zelfs een wereldeconoom de weg zou kwijtraken, doet hij er alles aan om mij de juistheid van ZIJN berekening te doen inzien.
Onderwijl krijg ik fluitketel-alllures.
Het enige wat ik consistent vind aan een energievoorschot, is dat het volgende steeds hoger uitvalt. Hoe ultra-zuinig je ook bent.
Plus het feit dat de rekening noooooooooit verklaart waarom dat zo is. Ow, ja, en het logo op de rekening misschien …
Heerlijk ding, die logica.
Want het helpt me om mijzelf uit de ik-ben-een-fluitketel-die-droogkookt-en-straks-ontploft – toestand te halen.
Zo. Kookpunt vermeden. Ik kom tot de wel heel volwassen conclusie dat ik geen tijd en vooral geen geld heb om deze oeverloze dicussie verder te zetten.
Immers, ook al dat laaiend zijn komt mijn toekomstige telefoon – en elekriciteitsfactuur niet ten goede.
Deze logica werkt verkoelend, mijn brein slaagt er warempel in om zich het juiste doorkiesnummer te herinneren en zo van Energieman af te komen, zonder eerst weer een wachtrij vol ogenblikjes geduld door te moeten.
Oef ! Eindelijk gelukt. Weer een energievreter minder.
Maar logica is echt een heerlijk ding !
Eureka ! Sinds ik onderstaand spotje heb gezien begrijp ik het. Het is de verkoopsstrategie van de Energie Smartbox … Het onderschatten van de te betalen rekening is een verkoopsvoorzet natuurlijk !
Mister Dog Is In Da House heeft in de mini-remake van Home Alone een glansrol !
Werkelijk adorable is ie ! Maar stiekem ben ik blij dat ik geen hond alleen achterlaat als ik van huis ga … hoe veelzijdig die ook is.
Het is nog maar eens bewezen : als de kat – of in dit geval het baasje – van huis is … !