Tagarchief: Gulliver

Een Statler & Waldorfje (Swoon 37)

Bloginspiratie komt niet, of juist alom. De muze wierp me ’t veertje toe, waarmee Matroos Beek haar zelfbeeld scheef zag gebreid. Terug dus naar de knutseluurtjes op school, waarvan ik denk : ” Ochotte, raaaaaaaaaaammmmmmp-zaaaaaaaaaaa-ligggggggggg”.

Handwerk is (mijn) horror, beste lezers. Met gestoorde, toen niet eens deftig in de steigers staande motoriek helemààl. Een lefty zijn draagt in deze geenszins bij.

‘Demonstratief linkshandig’, was destijds explosief, voor wat bedoeld was als gezellig theekransje – met Moedersmoeder en diens zus Alies. Moederstante was niet wat je noemt het grootste licht, en megalomaan antiek in denken, bovendien. Op brandweervolume kreette ze dat ‘linksepoten wel van de duvel bezocht’ waren ???????!!!!!!!!!!’

Ku-uccccccccccccccccccccchhh. Krijg dat op je bord tijdens je afternoon-tea.

Nu vind ik het ronduit hilarisch. Toen zette het de traansluizen open.

Arme, arme grootmoeder. Je wil het niet dromen dat je zus, dochter en kleinkind in één-en-hetzelfde incident betrokken zijn. Respectievelijk als oen/kop van Jut.

Zat mijn moeder penibel gewrongen, (mijn) zus was dusdanig verbouwereerd, dat ze zowel de koffie- als de theekan leegkiepte in één mok. Niet goed, niet goed.

Gelukkig was Mit ’n vrouw van de daad. Ze stelpte de watervallen goeddeels, met een vastberaden en overduidelijk woest toegeblaft, “ALLLLLLLLLIEEEESSSSSSSSSSSS, hoe duurrrrrrrrrffffffffffffffffffffde !!!!” Een paardenmiddel, dat zijn effect niet miste, beste lezers !

Haar pàl voor mijn neus geafficheerde afkeer trok veel recht, bij de ‘linksepootclub’ die we thuis waren.

Want, Vadermans was óók meervoudig betrokken partij – hoewel hier stille vennoot. Zijn moeder én broer waren ook geen rechts-schrijvers, namelijk, al wist ik dat toen niet.

Logisch, want Gulliver’s moeder had zoveel ‘handenslaag’ geïncasseerd dat ik ‘r nevernooit heb zien schrijven. Dit trauma spoorde niettemin aan tot ‘een boomstam’ steken voor de herhaling bij haar oudste zoon.

Nonkel trof ’n begripvolle meester, die weliswaar rechts prefereerde, maar de linkse schriftuur waardeerde, wegens mooi. ’t Resulteerde in ‘ongeslagen tweehandige schoonschriftschrijver’. Die, toen ik de schrijffase inging, vurig supporterde, want dat links-zijn had ik, als zijn petekind, toch van hem, zekerst !

Waren ze thuis heulemaal mee, met ‘op het oog gevaarlijk onhandig, maar eigenlijk niet’, op school was ’t nop.

’t Zal ergens rond de zesde klas (groep 8) zijn geweest, dat ik uit mijn weerbarstige motoriek een soortement mandala-tekening had weten te wringen. Mét resultaat, al zeg ik ’t dan zelluf.

Ik dus uitpuffen, én jubelen, binnenin. Enter de goedkeurende juf. Hoerastemming, en zelfbeeld ok.

Toen de co-juf, die zuurtjes keek ? Ja! werd ‘maar’ en “waarom hebde da nu ZO gedaan !”. Pats ! Daar lag m’n prille kunstenaarshart aan diggelen. Naast zelfbeeld, en de façade, want de tranen brandden gemeen.

Tja, de één kon de ander voor ’n kinderhart niet afvallen, natuurlijk. Dus ging het van ‘goed’ naar ‘niet slecht’ naar ‘kan beter’ naar ‘trekt op niks’.  Wegens duobaan dubbelop, uiteraard. Statler en Waldorf waren er schàtjes bij.

Moeders had flink kluif aan het opvijzelen van duchtig verguisd moreel. Mana-mana zeggen was toen (nog) geen sterk punt …

’t Is dit juffen-duo op ingewreven imagoschade komen te staan, die eerstvolgende ouderavond !

Twéé mopperpotten, dan kom je natuurlijk bij Muppets en ’n schouwburgbalkon uit.

Mana mana !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Advertentie

Over Liefde, de Tango & Toon : Swooning Saturday 17

Sommige blogstukken staan mijlenver vooruit als ’n huis. Vandaag een buitengemeen zwijmeltje over ’n luisterrijke dag …

Mei 1966 : Een koppeltje stapt op de bus om te gaan trouwen. Versta onder bus niet ’n groot uitgevallen voiture, maar het echte werk. Een – zeker voor die tijd – groot gevaarte met dubbele rijen duozitjes.

Immers, Frankrijk is wat ver te voet, als je niet versleten tot de knie wil arriveren.

Dus : de touringcar als vehikel voor een heuse liefdesgeschiedenis – en veel leute, dat ook.

Aan boord : Gulliver Ongewoon en Daantje Geenallehens. Als enigen ten trouw temidden een bont gezelschap. Ze nemen mee : een pitteleer, een stralend witte prinsessenjurk, veel biecht en absolutie – de pastoor was inclusief – en op de terugweg ’n Frans trouwboeksken. Plus formidabele herinneringen aan une petite église.

Toeren met teuten, voor en van toen, beste lezers. Je moet het maar doen. Als Belgenlander een Nederlandse trouwen, met ‘Belse’ ouders nog wel en dat alles in Frankrijk officieel bezegelen. Geen alledaagsjes, die ouders van mij.

Nou, leg dat maar es uit.

Welnu, al mijn grootouders komen van de grensstreek. Neder- en Belgenland overlapten. Daarbovenop was de Hollandia-draad oorlogserf. Het vlasbedrijf van m’n grootvader had erg te lijden onder de Duitse aftocht en als grensbedrijf diende hij ’n dossier herstelbetalingen in. De Nederlandse overheid honoreerde dit, op conditie van nationaliteitswissel. Die gold ook de kinders, natuurlijk.

En ziet, de fundering van mijn roots – waar niemand op school uitkwam …

Maar terug naar de hij en zij in dit verhaal.

Hij, Gulliver, was ‘ongzen witten‘, die later pekzwart bleek. Niet zelden kregen ma en pa Ongewoon kop noch staart aan ‘m. Durf-al-kwikvin met koopmansgeest. Sportieveling die vaardigheden claimde voor het eigen maken ervan. Uitzondering : achter de bus aanrennen waarop z’n meisje zat, om d’r te kunnen zien. Niet door landsgrenzen gehinderd in de liefde.

Zij, Daantje, was op papier NL. Met Belgenlandse ouders. Kende de twee volksliederen, maar zong er niet één, want er zat in beide nogal veel ‘van Duitschen bloed’. Keek ook niet zo naar landlijntjes, maar vanop de bus wél naar die schone jongeling, die d’r achteran koerste.

O ja, naar dat ander jongmens – met eveneens ’n boontje – keek ze ook, maar dan vooral om tactvol te vertellen dat Vadermans de huwelijkskandidaat was. Toon, gentleman, kwam later nog baby-bewonderen. Daarom kreeg ie ’n eervolle vermelding in de geschiedenis – van zowel Gulliver als mijn moeder.

En zo zaten ze saampjes op die bus, op weg naar die Franse haag, waaronder ze keurig ‘ja’ zegden. Onder getrouwd en over gegooid, vond Daantje.  Wég Nederlandse pas.

Stage-up voor die Hollandse, met dat Belgenlandse ID. Multiculti, sans effort.

Mei 2016.  Zij is inmiddels wolkzitter, hij is met haar in z’n hart weer bij ‘hun’ kerkje, kort voor z’n jubilee.

Op DE dag stuur ik Gulliver ’n lief(des)lied. We liedbabbelen sinds Ariadnesdraad regelmatig. Zo ook nu. Vadermans repliceert, met Toon’s Altijd zal ik van je houden – hoe kan ’t ook anders.

Toon en m’n moeder – dat ‘matcht(e).’ *knipoog naar die andere*.

En dan, dixit Gulliver, om te lachen, de Tango.

Dus, beste lezers, maak de dansvloer vrij voor dit ongewoon feestje. Een triade van Zwijmeltjes. Cohens Lover, Lover gevolgd door Altijd zal ik van je houden en Toon’s Tango, voor het positief geluid.

Let it Swoon !

Marja is initiatiefneemster van de Zwijmelclub.

Re-post : Gulliver’s Travel – Swooning Saturday 14

Sinds mijn Saturday’s Swoonen, staat de inspiratie-switch van de grey ones op on, beste lezers. Zo ook het knopje ‘deerlijk de tijd onderschatten, die gaat zitten in het opzetten van een blogstuk’. Daarom, en omdat het toen van destijds  – 2013 –  vandaag weer aan de orde is :  een rondje archives to the rescue.

Morgen alweer mei. Maand vol feestdagen en symboliek. Helemaal voor Vadermans en m’n moeder. In de vijfde van het jaar gingen zij namelijk trouwen, (van) elkaar houwen, plus ’n gezinnetje bouwen. De ooievaar bracht de dame op de roze wolk. Eigenlijk zou ie dat voor Bibi overdoen, maar raakte prompt van z’n kompas af en kwam dus in die andere maand met de M. Tja. Daarmee is natuurlijk wel m’n legendarisch ontbrekende richting-gevoel verklaard.

Behoorlijk wat ‘mei-en’ later, gaat Gulliver solo op reis. Uiterlijk alleen, innerlijk met twee. Naar de plaats waar hij en zij “wij” werden. Waar hij nu “hem met haar in zijn hart” zal worden.

De first journey blijft toch the One.  Op de tunes van Dua Lipa, een muzieksuggestie van Gulliver himself, allen dus nog ’s daarheen …

Ergens in maart laat ie voorzichtig zijn reisbootje te water. ” Ha, geweldig ! “, repliceer ik,” Wanneer vertrek je ? ” Stilte.

Ik sla hem met verstomming – en echtigentechtig, ik sta zélf paf van mijn snelle antwoord.

Maar werkelijk waar, wat een GOED idee. Dit zal hem helpen alles met een ander oog te bekijken en nieuwe invalshoeken te zien. Dus dat zeg ik hem, om de stilte die is gevallen, te doorbreken.

Telefoneren zonder praten is tenslotte een beetje gekkigheid.

Wat belletjes later is alles concreter.

Ja, hij heeft zich ingeschreven. Want ach, door een geldtechnisch gelukje is die single-room-taks toch geen ramp.  We praten z’n garderobe nog even door.

Hij twijfelt over het formaat van z’n valies, en ik, ik kom aan de weet hoeveel sokken hij nou exact heeft, en dat ie van hemden met streepjes houdt.

Bij de volgende rinkel is de single-room-taks van de baan. Ik hou m’n hart vast voor een melt-down.

Maar de travelling mood survives. Hij heeft een room-mate gevonden, bezoek voor mijn moeder geregeld en Mrs Cook & Clean strijkt ijverig hemden.  Net als ik een beetje bang, vermoed ik, dat hij zich zou bedenken …

Als Dumdiedummetje de volgende keer zingt, heeft ie vertrek en terugkomst geregeld en de formaatknoop van z’n valies doorgehakt.  Het wordt de grootste.

Tussendoor maken we ook samen een reisje, mijn vader en ik. In de geest.

We gaan terug naar zijn Banane-broek-tijd. Want stiekem kent hij zijn kamergenoot-op-reis dus al zoo lang. Hij schetst een beeld van de man. Ietwat apart. Precies wat hij nodig heeft. Hoewel mij onbekend, ben ik de man dankbaar, omdat hij drempelverlagend werkt.

Van de kindertijd gaat het naar de busreis van z’n leven. Samen met mijn moeder. Duidelijk een twinkel in z’n stem als ie zegt : “Maar samen slapen deden we natuurlijk niet …”

Alle joy en laughter daargelaten, is het natuurlijk wel een tikje beladen. Wat zal de impact zijn ?  Dat ie met joyeuse gedachten terugkomt, en op leuke dingen kan terugblikken. Hoop ik. Wens ik.

Vandaag vertrekken dus twee ventjes. Op een schitterende dag, naar Frankrijk.

Zonder tuinman, zonder klokken en misschien ook wel zonder bloeiende appelbomen – maar met zin, en mijn fiat.

Marja is initiatiefneemster van Zwijmelen op Zaterdag.

Santa was coming to town …

Een goed idee vindt altijd volgers. Was ik eerst nog surpriserend, werd ik zomaar hupseflups de gesurpriseerde … En hoe !

De aanloop mijner verstomming zat ‘m in november, toen Gulliver ietwat spijtig constateerde : “Ik ga er niet meer geraken, dit jaar.” Er, da’s mijn woonstee, en dit jaar, dat is de toch wel pittig gevulde twaalfde maand.

Tja, kan gebeuren. Gulliver en ik, wij wonen namelijk heel happy not nextdoor. Kunnen we prima mee over de baan. Elkaar zien gebeurt volgens het ik-jij-en-dan-weer-ik-principe, en de meeste tijd en kilometers, die kletsen we lekker foongewijs weg.

Works like a charm, en ach, die enkele keer dat we de weg niet even op kunnen tillen om ‘m in elkaars bereik te leggen, daar zijn we groot genoeg voor.

Ik zit er dus niet mee, en mijn celletjes noteren : Nieuwviering bij Gulliver.

But first : Kerstmis. Die zou voor mij weer maar es anders verlopen dan vorig jaar. Was toen slikken. Maar dit keer wist ik vooraf – en dus valt het doek niet over mijn Kerstdiner op ’t allerlaatste ogenblik. Very up-lifting voor mijn Kerstige mood.

Kerst was eersterangs, beste lezers. Zelfs nog vóór de 25ste.

Voorzien is goed, maar zalig de onwetenden beter, in casu.

Die pre-zaterdag zit ik bij een bakkie mijn Kerstmenu te bedenken en op te lijsten als de bel gaat. Geen onzeker tingeltje, maar een dit-is-geen-abuis-snerp.

” ’t Zijnekik  ! “, hoor ik Gulliver zeggen, gevolgd door meerstemmig gegniffel, op mijn opperverbaasde  : ” Hoe, maar … ! “

Het enigma blijkt Mrs. Cook and Clean te heten. En Mister, want die zat in de driver’s seat. Hoe dat er uitziet, als je elkaars surprise bent ? Geweldig ! Mister en ik zijn dan wel nobele onbekenden van elkaar, maar dat spoelen we, koffieminnend als we zijn, met een verse pot weg. Ik zeg : coffee for president.

Vadermans lust ook wel een kopje, want hoewel hij een navigerende rol heeft gespeeld in de megaverbazing, is hij zélf ook pas bij de kraag gevat.

Slechts een half middagje eerder z’n keuken uit geplukt en gedropt op de passagiersstoel.  ZO voor ’t oog van de ongezond nieuwsgierige buren. We hebben allemaal schik, als we bedenken hoe ze elkaar nu aanstoten, om te beklappen dat Gulliver in alweer een andere auto met een knap vrouwmens gezwind is vertrokken richting ongeweten …

Halvelings geschaakt dus, want de Cook and Cleans zijn in voor “op den bots” en Kerstmarkt, en had ik er niet één in de aanbieding ?

De lijst moet maar lijst blijven : weg zijn wij, na een home-tourtje, waarin Mrs. en ik onze gelijklopende lampliefde ontdekken.

Geen opzien, als we later die avond getwee met een nieuw armatuurtje thuiskomen. Handgesneden, door een verkoper die dan weer van Gullivers kant blijkt te zijn. Ha, de wereld is klein ! Maar de lichtliefde niet, want ik schijn geen Kerstgerelateerd iets op te kunnen, zonder er met ’n lamp af te komen.

En met artisanale noga, die me aan Moeders zus doet denken. Wat zou ze geglunderd hebben. Dubbeldik jammer is het, dat slenteren wegens moeilijk lopen er voor haar niet meer bij is !

We doen de kraampjes eer aan. Of juister : de kibbeling, die me weer even in Schotland bracht, de smoutebollen, met suikersneeuw – dit jaar gemist op de kermis en nu lekker toch – de scampi’s en de appelbeignets voor de liefhebbers die niet Ariadne heten – ik ben niet zo van de appelspijs.

Het werd een heuglijk bonte avond – niet alleen inzake menu. Met lichtjes, leute en sfeer – en nieuwe mensen.  Na al die trieste eindejaarstijd-jaren is het fijn om de feestzin wat te smeren. Heerlijk om samen met Vadermans weer te kunnen lachen – na al dat krijten

‘k Ben helemaal pro de female version of Santa. Hemels hip en in voor een vleugje Calvados deed ze precies ‘what Santa’s have to do’ :

Make just one someone happy … Lalala … En of het gelukt is !

Zalig was het !  Ik wens het ieder van jullie toe, beste lezers, dat er in 2016 veelvoudig iets onverwachts uit de lucht valt,  dat je dagen later nog doet ginnegappen …

Fijne jaarwissel iedereen !

Je harde schijf verzorgen

Niet bang zijn, beste lezer, je bent niet al meer dan 220 postjes een incognito computernerd aan het lezen, je bent de weg niet kwijt – en je peeceetje ook niet.

It is still I, Ariadnesdraad. Dit is simpelweg een hulde aan de ingenieuze computer die we eigenlijk allemaal zijn.

Bart Peeters zal ’t me vast niet kwalijk nemen dat ik een regel uit Het Menselijke Brein tot titel promoveer. Want ik wil het vandaag hebben over de harde schijf die we allemaal hebben : ons hoofd.

21 septembember is Alzheimerdag. Dat brengt me terug naar de dwaaltocht in het hoofdelijke duister van mijn moeder.

Dit jaar werd mijn memorie getriggerd door Gulliver’s droge mededeling dat ie ‘de facturen’ had weggedaan (de verzorgingskosten toen mijn moeder niet meer thuis kon wonen, nvdr). Mijn hart zakte, bij zoveel bewijs van kosten en leed.

Eens te meer heb ik vrede – met haar nieuwe statuut van wolkzitter. Maar mijn hart zakt nog steeds, als ik aan al diegenen denk die nog volop in deze martelgang zitten.

Ik wil daarom graag een pluimpje opgooien naar alle verzorgers, die hun taak met een noodzakelijk eindeloos geduld uitvoeren. Not scolding, cursing and crying in de praktijk …

M’n loftuiging is door Vadermans aangeleverde content. Jaja, die Gulliver is niet alleen een schattige lurker die me tot schrijven zet, (“Ik heb nog eens gekeken, naar je blog ?”) hij blijkt ook ’n romantische Muzenzoon, die mijn celletjes op gang trekt met pakkende teksten*. See for yourselfs, beste lezers.

Over hoe het moet zijn, als je het hebt.

Alzheimer’s Request

Do not ask me to remember,
Don’t try to make me understand,
Let me rest,
And know your with me,
Kiss my cheek
And hold my hand

I’m confused beyond your concept,
I am sad and sick
And lost
All I know is,
that I need you
To be with me,
At all cost

Do not lose your patience with me,
Do not scold, or curse, ore cry
I can’t help the way I’m acting,
Can’t be different though I try

Just remember that I need you,
That the best of me is gone
Please don’t fail
To stand beside me
Love me till my life is done

Wijl jullie z’n kleine gloriemoment erop nalezen, ga ik ‘m bewijzen dat ik echt nog wel weet wanneer ie jarig is. Insert massa’s ???

De  vergezellende situatieschets is ’n foonconversatie waarin ik vroeg welke dag ie ook alweer exact jarig was – om af te kunnen spreken qua vervoer – en ik bij Gulliver toch ’n klein hartverzakkingkje bemerkte. ??!! Stilte. Daarna wederzijds gegniffel, toen mijn haastig ” Ik wéét wel wanneer je jarig bent,… ik bedoel de dàg.” Oeffff… !

Vadermans is weer gerust. Misschien nog niet over z’n verjaardagsgebak, maar wél over ’t feit dat ik kom. On the dot, en op de juiste dag nog wel. Geen sprake dus, van alweer plotseling verjaren

De taart-story krijgt dus een nieuwe episode, beste lezers. Definitely to be continued ….

Ik op naar lekkers !

 ————————————————————-

* van Author Unknown

Cherchez la femme

“Meisjes kunnen da even goed als jongens … ! Neemt een Primperanneke, eet, ga niet té dicht bij Floere zitten en vergeet niet te kijken als de anderen strakjes groen zien”.

Vwala ! Dat kan tellen, nietwaar ? Dat vond ik eertijds ook, beste lezers. Het meest vrouwgerichte, ja zelfs feministisch getinte advies dat ooit de weg naar mijn binnenoor vond. En vrouwvriendelijk ook nog.

Mijn celletjes vinden het een pareltje om aan het WOT-woord vrouw vast te knopen. Ik geef ze heerlijk gelijk en schilder vandaag graag het tafereeltje dat hierbij hoort.

Geen angst, beste lezers, ik heb tijdens mijn blogbreak geen addictie voor onvindbare quotes opgelopen en ik ben ook niet patsboem een Dollemina geworden.

Die Dollemina was ik. Op het moment dat ik te horen kreeg dat ik een dissectie van een konijn zou moeten overleven. Het leerplan ‘hogerejaars-latinisten’ stelde kennelijk dat het nou wel es tijd werd voor het betere boor-klief-kap-en-snijwerk.

Komt ervan, als je Romeinse veldheren bestudeert, wier bistouri* een zwaard is dat decapitatie simpel als bonjour maakt en een dagelijks eitje bovendien ….

Wat ik wel met die rare jongens van Romeinen gemeen had? ’n Reputatie die ik wilde redden. De mijne.

Ze lag dat lesjaar behoorlijk onder vuur. Ik was destijds van een heel andere school gekomen, volgde een dunbevolkte richting en was ook nog es de enige girl in een verder complete jongensklas. Een hele kluif.

Daarbovenop kwam dat ik legendarisch lang afwezig was, maar mét goeie cijfers . Hierbij gefortificeerd door Mr History, die als (bijna) enige man in een dameskorps leerkrachten, zich alles kon voorstellen bij de trubbels die gender-minority meebracht .

Maar de grootste doorn  in het oog was toch wel de ‘aangepaste’ toiletbreak. Iets met Russen, rode vlaggen en Tante Roza op bezoek .**

Het groene monster kreeg m’n jaargenoten danig in de greep en alras kwam er ’n weddenschap : hoelang zou ik Miss Bio plus ’n op de snijtafel liggende Floere trotseren ??

Was ’t voor Corneel teveel, dan toch zeker voor de “Cornelia” die ik toen was. Dus trotseerde ik die avond de internaatsleiding én het hondeweer om het thuisfront te bellen.

Het panklaar maken van ’n element uit de voedselketen was niet m’n moeders forte, dus kreeg Vadermans de hoorn toegestopt, inclusief mijn overspannen paniektoestand. “Papaaaaaaaaaa, wa-moe-ttuk-kiknu-doehoe-oen???????!!!”

Hoe Gulliver ’t verhaal rondbreidde is me nu nog een raadsel, maar hij bleef onverstoorbaar in de plooi, was gepast kwaad om de op til zijnde speculatie en wist kalmte in de rangen der celletjes te importeren met bovengenoemde gevleugelde uitspraak.

De verbijstering weer wat teboven, ging ik beddewaarts en droomde talrijk van Fluwijntjes. Neeje, niet die waarop je op één oor ligt. Gelukkig bleek d’r errugg veel waarheid te zitten in het Latijnse ‘Noctis Consilia’.

Ik harnaste mezelf die morgen met een extra boke choco en betrad de ‘arena’ met wat elleboogwerk, voor een goed zitje. Om groen en wel de ‘mannen’ over hun benen te zien struikelen in hun haast om uit les weg te komen.

Miss Bio bleek een joviale medestander en verplichtte de klas tot uitbetaling in het artikel van m’n keus. Letterlijk én figuurlijk een zoete zege ! ’t Kwam in de valies. Of misschien voor de jongens eerder eruit, want zij voorzagen mij conform hun wedgetal van snoeprepen.

Mijn cijfer niet, maar de rest kwam heulemaal goed.

Ik kon voortaan prima het ‘zeemanseten’ compenseren, de elastiekjes van mijn hum bleven soepel en ik mocht, nadat ik mijn tanden had laten zien, roze en fluo dragen à volonté. En kampéren op het kleinste kamertje. No offence taken.

Hierna ook zonder gewetensbezwaar carnivoor : ik had de vuurproef hiertoe immers doorstaan.

Vandaag besteed ik aandacht aan mijn présence, hou niet van omfloerst, vermijd hakblokken en heb zowat el-lek denkbaar kapsel en kleurtje uit het kappersboek gehad. Lekker Girlie-Girlie.

En ja, telkens ik wat moeilijks voor elkaar moet boksen, neem ik ’n sneetje choco, al dan niet ’n Primpje***, en bedenk me steevast dat meisjes dit even goed kunnen. Dat de ander net zo goed groen kan kijken als ik. Young man, you too girlie girlie, tenslotte.

Met wat hulp van ’n konijnepoot en Gullivers life-guide heb ik ze wel gevonden geloof ik, die extraverte, niet bio-groene femme in mezelluf !

——————————————————-

* bistouri : scalpel – ** : Russen, rode vlag, tante Roza op bezoek : 3 verschillende Vlaanderlandse termen voor menstruatie – Primpje aka Prim.peran : maagbeschermer

2015 : Hoort de klokken luiden : bim bam bom ….

En we dromen van een kruimeldief, en van een kolenschop … En die kolenschop maakt grote zorgen klein … En die kruimeldief slokt alle onzin van de wereld op, terwijl we nietsvermoedend aan het slapen zijn …

Prachtig toch, zulk een eerste nacht van 2015 ?

Alleen, ik droom nog verre van, als ’t nieuwe al lang en breed van de nacht af is …

Nee, beste lezer, ’t zijn niet m’n goeie voornemens die mijn celletjes aan de gang houden. Gemakshalve maakte ik die niet. Piekernissen zijn ’t ook niet. Ik kan amper denken – laat staan tobben !

’t is Gullivers pendule. Ze tikt met ’n heftigheid als ging er elke seconde een vuurpijl af. Hotemetotem word ik d’r van … ! Verkassen is geen optie, wegens in een gelegenheidsgewijs geassembleerd logeerbed.

Dat wordt dus negeren. Maar sjaa, ’t gaat ermee zoals met alles wat je vééél te graag wil : d’r komt niks van. Tic-tac-tic-tac … Na ogenschijnlijk een half leven, gooi ik ’t over een andere boeg : de oortjes van mijn I-pod. Soelaas is near ! Oefff. Mijn blaffetuurtjes zijn al aardig dicht – een hazeslaapje wenkt …

Onverhoeds : BAMM… ! BAMM… ! BAMM ! Op het uur vervult de pendule haar lotsbestemming : ze slaat. Kan ze niks aan doen, natuurlijk, maar ik ben een hartverzakking nabij … Min herte ! Ik wil voor mezelf instant een off-switch, net als Data.

Dan doen de grey ones weer mee. Ze seinen door dat BimBAM  elk half uur slaat. Ook dat nog ! Conclusie : ’t is van spoeies. In functie van m’n goeie hum vanmorgen moet deze tortuur asap gestopt … M’n elastiekjes liken ‘Broeder Jacob niet zo.

Het volgende onderdeel dat ik van Data wil zijn z’n ogen. Hoewel het lichtknopje vlakbij is, heb ik toch een paar pogingen nodig. Ander ding : BimBAM kan alleen veilig onschadelijk gemaakt worden door Gulliver himself.

Ontmijningsdienst Vadermans moet er aan te pas komen. De catch : hij is al in dromenland. Echtigentechtig, forceful and executive zijn is geen eitje, als je iemand uit z’n slaap moet halen. Vrouwe Justitia verbleekt bij me : ik kan maar niet besluiten. Wat is erger : niet in dromenland raken, of er uit gehaald worden ?

Mijn celletjes, tenslotte, doorbreken de impasse. De snoodaards rekenen me feilloos voor op hoeveel BimBAMs het komt te staan als ik ’t erbij laat zitten. Teveel om gezellig te zijn, dus bel ik toch maar m’n vader uit bed.

Minder dan een minuut later is BimBAM naar Beieren en kunnen we alletwee het deken dat nacht heet over ons heen trekken.

Na het met stomheid slaan van de ‘slaapsteler’ ging tukken als een tierelier. Gulliver en ik staan opgewekt op,  nog nagniffelend. Ik feliciteer m’n kleine ik dat ze jàààren naast BimBam heeft geslapen. Tss, een vergaan talent.

Een nieuw ontdekte gave, daarentegen, is de handigheid waarmee Vadermans uitjes hakt en de perziken van hun bolle kant ontdoet. Wauw ! Zou ie stiekem bij Jeroen * gelest hebben ?

Tussendoor bemerk ik dat de inhoud van Gulliver’s Kerstpakkket al verhuisd is naar de opslag. Een goed omen. Z’n met plezier uitgepakte goodie-bag woont al op Kaap Overvloed.

Ik heb d’r schik in, want Vadermans is toch echt een goed kind van z’n moeder : man, wat een peper heeft ie ! Genoeg om ’n heel leger te doen niezen en ruim voldoende om 2015 pittig te kruiden …

Nou ja, het jaar is goed ingeluid, zullen we maar zeggen !

—————————————————————————

* ’t is van spoeies : haast je !

** Jeroen : tv-kok Jeroen Meus

Bring ‘Em All In

We kijken bijna terug, als we het over 2014 hebben.

Ik heb een soort van strik-drang. De losse eindjes van het jaar moeten ingestopt.

Afwerken, archiveren of wegpromoveren, zoiets. Toegegeven, dat laatste slaat vooral op het vuilnis, maar toch …

Door de combi van  ’n plompverloren afgezeggende Kerstinvitée en ‘n  waterhuishouding die kort daarop besloot zélf aan ’t fornuis te gaan, zijn er nu een paar hondenjobs done and dusted.

Mijn conservenbox is nagezien, geïnventariseerd en gelabeld.  Op datum ook nog. ‘Potver-hier-en-ginder-en-overal-dat-blik-moest-eerst !’ wordt minder waarschijnlijk. Idem voor mijn kruideninventaris. ’t Is te zeggen : die kreeg een ‘finishing touch’. Geen kruid of smaakversterker hier ten huize of het is me door de vingers gegaan.

De staande conclusie : ik heb salie tot heil en genezing van de hele wereld, dus dat komt goed. Alleen de tijm-structuur ervan is nog even een dingetje. 

Ik beschik over een heus arsenaal kurkuma, saffraan, kip en curry-kruiden ! “Live in a yellow submarine !” zingen kan volop.

Komijn mag ook niet ontbreken in m’n kruidenbeschrijf. In aantallen waar ik dol van word, zeker als je bedenkt dat ik er niet ver mee wegloop. Nooit van m’n langste leven meer nodig.  ‘Komijn hier !’ declameren in een marktkraampje ware  de gepaste remedie, om niet van die klank-gerelateerde, wreed ongezellige mens te gaan dromen.

En wat gezegd van peper ? Ik doe ‘m op in ’t groot – net als m’n grootmoeder. Maar of hààr groot en mijn groot een maat voor elkaar zijn is nog maar de vraag … De (na)-oorlogse proporties indachtig, win ik vast het pleit.

Ongebruikelijke invulling van Kerst. Helemaal eens, beste lezer. Maar als je dan toch ’n woede-uitbarsting hebt, is ééntje van opruimwoede niet verkeerd, toch ?

Ik moet nu al schuddekoppen als ik er op terugblik. Wat zullen mijn celletjes er over pakweg twee decennia van maken ? Lachen, gieren, brullen ? Ik hoop het eerste, maar voor nu is ’t sudderen op een plezanter plan …

Maar kom, er is geen kwaad dat altijd duurt. Nog even en ik ga een nieuw jaar in en het land uit. Es kijken of de feestzin van Gulliver intact is gebleven na een (onverwacht) trio van Kerstdissen. 

Waarvan ie schattig verslag uitbracht, verongelijkt omdat ’t bij mij zo ieltjes uitviel. Waarvan ik weer terug blij werd …

Bring ‘em all in, die ijsjes op stokjes speciaal voor mij. Bring ‘em in, die curieuzeneuze-blik van Gulliver als ie het Kerstpakket, waar ie nog niet in mag loeren, opent  !

Bring ‘em all in, die momenten in 2015 – van grote rust en kleine zorgen en liefst geen nieuw verdriet. En voor jullie, lieve lezers, ook zoveel !

Ik accompagneer mijn Nieuwjaarswensen met deze mooie van Mike Scott. Een tikje profetisch, maar zo kort na Kerstmis moet dat kunnen. Als je ’t mij vraagt, vergeeft de troost die van dit muzieksken uitgaat het anachronisme.

Bring ‘Em All In. Ontdekt tijdens een witte nacht waarin mijn hoofd black and blue was en de Jack Sparrow in mezelf kwijt. Sindsdien into my heart, en te mooi om niet te delen.

Enjoy, beste lezers !

Sinteressante dingen : wat ik in mijn schoentje vind …

” O, dat waait wel wel weer over, ” dacht ik vorig jaar nog, toen de minstens 800-jarige het over de daken hossen weer voor een jaartje voor bekeken hield, en de Spaanse appeltjes van Oranje ging plukken.

Niet dus. De storm voer mee op de stoomboot, maar in plaats van af te zwakken, of – stel je voor – te gaan liggen, zwol ie aan.

Culturele traditie en maatschappij horen bij elkaar als pen en papier. Folklore kleurt het grijze van alledag. Grijze celletjes zijn ok, maar verder … Als één traditie fout zit, dan zijn er aan al die andere ook wel vlekjes.

Het idee van alles op de schop doen, mag dan wel het fairst zijn, ik word er bepaald niet blij van. Misschien omdat ik niet van éénheidsworst hou. Of misschien omdat de politieke correctheid van Zwart zo haaks komt te staan op het plezier van Pakjesavond / Sint’s verjaardag.

Ouwe tradities een hypermodern etiket opplakken, dat aanvallen en verder niks klaarmaken, ik kan er maar niet bij. Vooral als ik bedenk dat de zwarte medemens wél zonder onderscheid mag sneuvelen aan ebola, of aan andere plagen die op onze bolkant niet eens meer die naam hebben …

Als nu eens de energie die in deze redekaveling gaat zitten daar naartoe zou gaan ! Dat zou het ‘zachte kantje’ ten goede komen !

Maar tja, stormen beslissen nou éénmaal graag zelluf wanneer ze gaan liggen.

Intussen kijk ik dus braaf – ah ja, want stoute kindertjes krijgen niks – naar de intrede van de Sint op tv, en maak Pietjes .

Verder check ik ook regelmatig m’n Pandoradoos. Give-away-gewijs fungeert die dit jaar als mijn schoen, en ik wil zien wat er in zal komen te zitten.

Eind november kan ik ‘dank u Sinterklaasje’ zeggen : mijn minizine has arrived ! Ik vind het een vernuftig kleinood : mijn little grey cells geven een eresaluut aan het cerebellum van mijn persoonlijke Sint.

Maga- en minizines zijn het leukst als je d’r ook echt wat mee doet : daarom wil ik graag het opdrachtje beschrijf een moment in je herinneringen van intens geluk vervullen. Laat jezelf via mijn hoofd terugflitsen in de tijd, beste lezer.

Ik heb voor een zoet moment gekozen, dat prima past tussen al die sjoklatten Sintjes. Het is de dag van de mondelinge verdediging van mijn eindwerk.

Hoewel ik me een Duracellkonijn voel, krijg ik niks voor elkaar. Daarom smeert die andere sukkelaar die ontieglijk vroeg z’n bed is uitgejast, Vadermans, m’n boterhammetjes. Met Nutella.

Ter opkrikking van m’n ‘moral’. Maar net zo goed in de hoop, dat de choco m’n zenuwen bedwingt en m’n celletjes ervan gaan wérken. Want aan het éénzijdige hellllluuuuuuuuuuuuupp dat ze die morgen doorseinen heb ik niks. Ja, een herkansing straks, maar met een grootscheepse migratie in het vooruitzicht is dat effenaf geen optie.

Vraag me niet hoe – die vraag is ook een eindwerk waard – maar ik speel ze binnen, zonder smodderen, en we gaan.

Goed, we zijn een staatsie verder. Maar ik heb nog niet het voorkomen – om het met Hyacinth te zeggen – van iemand die forcefull & executive is.

Gulliver kijkt steels opzij, zegt niks en neemt een CEO besluit. Hij wil zo traag mogelijk de weg onder z’n wielen door laten schuiven.  Niet alleen krijg ik zo tijd om in de wirwar van schema’s m’n weg te vinden, ’t beschermt me ook enigszins tegen het effect van anderen die ook nog naarstig op zoek zijn naar het aan-knopje van hun hoofd.

Hoe het dan allemaal ging ? Het onderwerp : dik ok. De bronnen erbij : onbestaand. Boehoe. Maar : dat hoort bij saillante onderwerpen, toch ? De uitkomst voor dit obstakel : een (co)-promotor.

Het idee hierachter : bonus.  Wat je écht krijgt zijn thesisbesprekingen met veel gedoe. Heisa omdat er bij het overleg geen koffie of thee is.

Nu ik weer mijn eigen kalme zelf ben en naast een thesis geen 14 andere examenwerkjes in elkaar hoef te draaien, zeg ik : Coffee for president. Toen – opgedraaid, kierewiet door al die ‘examenwerkjes’ – en gekweld door dromen van in de soep draaiende thesissen, zei ik tegen dat koffiegezeur FOERT, vertrok, en liet m’n proms aan hun lot en aan elkaar over.

Niet te filmen. Zelfs m’n moeder, niet gauw stoep gezet, staat van dit pandemonium paf. Dan rinkelt de foon. Het is Prom. Voor mij. De Apocalytische toestand zat, is het mijn moeder die de dialoog aangaat.

Allervriendelijkst verzoekt ze Prom deze impasse te doorbreken. Want ze wil toch niet de Prom zijn die met een gebuisde student blijft zitten, bij gebrek aan een koffie ? Vervolgens geeft ze Prom tips voor een charme-offensief. Er liefjes aan toevoegend dat, als ’t ni lukt, ze nog liters koffie zal nodig hebben voor deze poppenkast klaar is.

Tegen die achtergrond stap ik dus met de bibber een lokaal binnen waar naast de examinators nog zo’n slordige 40 man opeengepakt zit.

Ieder kijkt op, als mijn vader na een kus naar z’n wagen beent.

Je raadt het al : dààr wordt op doorgevraagd. Ik repliceer : Demise is mine, victory ours. Voor de vragensteller hierop iets weet te verzinnen, zeg ik gevat  : Gaat u naar de eindwerkverdediging van zoon of dochter met hun akkoord ?

Een uurtje later pluk ik m’n vader uit de driver’s seat. Hij leest het antwoord van mijn gezicht en haast zich naar binnen, om de rol van glunderende papa op zich te nemen. Iedereen en niemand praat ‘m bij.

Hoewel ik wel nooit zal weten wat ie dacht, heb ik zoete herinneringen aan die dag met mijn vader – en vooral aan die autorit.  Het resultaat ervan was een beetje zoals wakker worden op Sinterklaasdag en veel witte Sintjes zien …..

 

Drink Pink

seo zoekmachine optimalisatie

Dorstig werkje, dat namen plakken op ‘pertretten‘* . Een bakje troost zwengelt de celletjes an en krikt de ‘moral’ op, dus daar gaan Vadermans en ik even voor zitten. Met ’n lekker strooptoetje d’r bij, dat verzoet de herinneringen.

Terwijl ik barista-gewijs aan de slag ga in de keuken, zie ik Gulliver’s oog vallen op mijn waterkoker. ’t Ding fascineert ‘m, en zijn ogen lichten op als ie ‘m automatisch hoort afslaan.

“Da’s m’n gerief !” poneert ie stellig. Ik val nét niet om. Ik kan ampertjes geloven dat mijn basic equipment belangstelling wekt – een écht He.ma witgoed waterkoker en een zwarte Mel.itta-opzetfilter op een Ti.ger-thermoskan. Voor mij geen steamers, Senseo’s, melkopschuimers en wat nog allemaal. Confession : ik downshiftte behoorlijk in koffie-toebehoren. Dat kwam zo.

Ik ging op eigen kracht varen, qua gezinsmanagement. Hoewel rust, reinheid en regelmaat hierbij een hoeksteen is, was de regelmaat waarmee de afwas opdoemde om die reinheid te bereiken, me al snel een doorn in het oog.

Mijn erfstukkige waterkoker en m’n koffiezet – allebei écht Douwe Egberts – tekenden protest aan tegen het wel errugg kalkrijke water dat ze te slikken kregen. Na een stoomrijke, rochelende strijd gaven ze er getwee de brui aan.

Daarop verscheen een collectie veel belovende, maar weinig gevende opvolgers. Ik had er geen koffie, maar tabak van en wilde wat anders. Demolition-proof, meerbepaald.

Net toen mijn portemonnee de toevloed aan gesneuvelde ‘kitchenware’ niet meer trok, ontdekte ik de Witte van He.ma. Voor een tientje werd ie de mijne. Onder het motto : gaat het kapot dan is ’t geen goudgeld.

En eerlijk, om aan Morpheus te ontsnappen, is niks zo goed als ’s morgens met je slaapkop boven een koffiefilter hangen.

Maar om nou te geloven dat Vadermans zo’n overweldigende nostalgie naar grootmoeders tijd heeft ? Neuhh, …?

De makke van zijn RVS-exemplaar komt boven. De weerstand is kapot. Erg bezoekvriendelijk is dat niet. Want Gulliver moet nu zo elegant mogelijk de wacht houden naast het ding, terwijl het bezoek, een keukeneiland verder, zo elegant mogelijk aan plafondstaren moet doen, als ze op zijn rug zijn uitgekeken. Awkward.

Daar denk ik aan als ik later, op een holletje, naar He.ma ga en mijn vaders ‘nieuwe liefde’ zie. Ik toom het enthousiasme van de grey ones in met “roze ?!” 

Op ronde twee – want Gulliver is bijna jarig – tref ik de laatste. Roze en wel. Ik hink een poos op twee gedachten en beslis dan. Ronde drie komt er niet en een roze is stukken beter dan géén.

“Dat wilde ik nou eigenlijk liever niet”, pruilt ie. “Ik heb al een zilveren koffiezet  plus een blauwe Senseo “… “en nu dus ook iets roze,” maak ik de zin af. 

Ik snap ’t protest wel. Gulliver wil alles ‘bij de werk’ hebben. Versta hieronder : op het keukenschap.  Zijn uitstaldrift zal nu toch een tikje ingebonden moeten, om een ‘uitdragerswinkel’ te voorkomen. Maar zeg nou zelf, beste lezer : wie maalt er, achter een gesloten kast, om het design van een waterkoker ?

Ik appelleer aan mijn vaders praktikale kant. Gelukkig, het werkt. Hij wordt even blij van de capaciteit : 1.7 liter zijn best veel kopjes !

Dan doorkruist een aarzelend “Is het opvallend roze ?” de positieve vibe. Tactvol zijn in pink is nog best lastig. ‘Nee’ is geen optie en ‘knal’ al helemaal niet. Dus zeg ik : moeilijk om naast te kijken. Stilte.

Ik : Steek het lekker op mij als ze d’r wat van zeggen, ik ben er toch niet.

Deze advocatentip fleurt ‘m op en hij gniffelt bij ’t idee dat ie dat gaat doen als Mrs Cook & Clean langskomt.

Roze in het offensief.

Vadermans móet wel met pink feelings aan z’n dag beginnen : naast Think Pink is nu ook Drink Pink het devies !

————————–

* pertretten : portretten. Mooie woordleen van lezeres Bea.