Tagarchief: heb zoiets in huis

Mr. Niceguy (Swoon 52)

Dit stukje is soort van zwaan-kleef-aan, bij afgelopen woensdag (8/3). Zij het, dat ’n sliknatte ik, J-Lo’s elegantie niet evenaart.

Boodschappen doen. Blijvend avontuur, en dito bron van inspiratie.

Wie dit weer trotseert voor boodschappen halen, zou ’n lintje moeten krijgen. Of beter nog, een droge garderobe. Hm. Ain’t gonna happen.

Daarom sprint de sumo-worstelaar, die ik intussen heus ben, de eerste vijf minuten dat het droog blijft richting discount. Verademing om es niet met m’n zeiknatte spijkerbroek te moeten kampen.

Haal ik dan m’n weerslag thuis, die met m’n lengte is een ander paar droge mouwen. In de super laat ik mijn oog vallen, op voorgesneden soepgroenten. Happy & healthy komt wel weer, vandaag moet ’t vooruitgaan.

Ain’t gonna cooking all day, want ik heb stiekumpjes al ruzie met mijn knorrende maag – en ik wil niet dat ze me dit betaald zet met ’n kletterend cimbaalstukje genaamd migraine.

Maar bummer, ik kom er niet bij. ’t Is te zien dat ’t overgrote mensdeel veel groentjes eet, en dus groot groeit … Of zou het toch ’t hoogtebeleid’ van de supermarkt wezen  ? Hier moet je minimaal 1.80 meten, om überhaupt iets te kunnen scoren.

Aan krimpen van m’n al uiterst compacte compositie wil ik niet. 152 cm – nog éven en ik ben onzichtbaar. Ooh-ooh, wat wil ik dat hierbij inclusieve toverstafje.

Gillend-giftig gekleurde opstapjes, her en der opgesteld, doen niets voor me. Of jawel : mijn toch al niet op punt staande evenwichtsgevoel nog meer verstoren. Lekker dan.

Ik staar de tijd weg, met verlangen naar juliennebalkjes. Pfoe-oeh, dat wordt  el-len-lan-ge weg zo, naar de soep waar ik ze in wil mikken …

Dan intervenieert het hippe universum. Plant pàl voor me Organisatietalent. Een vinnige jongedame, die screent, ziet, pakt en besluit. Ingooien, check, afvinken, weer verder.  Als ze in ene naast me staat, ruik ik mijn kans, om d’r voor m’n soepkarretje te spannen. Braafjes plukt ze, flitsend rap, de pakjes met de langste houdbaarheidsdatum uit de rekken. M’n buit is binnen voor de vraag af is ! Hoera ende joepie : ik kan m’n geluk niet op.

Helaas kan dat niet gezegd, van de andere helft van het setje, waartoe Adjuviaartje behoort. Jongeman Bonenstaak, grimmig verveeld, botsautootje spelend met ’t winkelwagentje. Behalve brokken, maakt ie niets klaar. Blauwe plekken kunnen ‘m gestolen worden. Winkelen, en alles anders, al helemaal. Puh.

“Wa stade gij ier na tegen u eigen te kalleweien, heh ?!” – ventileert ie. Op ‘krijg-nou-wat-er-zit-een vijs-aan-los’-toon. Met mijn soepgroenten nog in handen, draait ze naar hem toe en zegt: “Efkes bezig, voor Mevrouw.”

Ploefffff, ik in dit dispuut. Nietsziend staart Bonenstaak over mij, de Lilliputter, heen. Je m’en fou-geste er achteraan. Bepààld niet charmamt, dit.

Dat heet geen waar, zunne, dat iemand, die me zo attent ‘depanneert,’ de wind van voor krijgt … !

Hét moment om scherp te sneren.

“Hei ja, zeg !” ’t Was voor mij, ik tel ook, al kijk je los over mij heen, omdat ik onder 1m80 blijf !”

En wég zeil ik, all this unpleasantness achter me latend.

Om fluks alweer het volgende obstakel te treffen. ’n Heel praktisch steelpannetje, waarvoor ik wel nog even 30 centimeterkes moet bijkweken. Voor ik klaar ben met denken dat ze ’t net zo goed aan ’t plafond kunnen hangen, doemt opeens Bonenstaak op. Jawel hoor, die – van geweldig leuke Adjuviaartje.

Kan ik misschien iets aangeven, Mevrouw ? Niet vriendelijk, maar stuk-ken beleefder dan zopas. Ik herken ‘m, en zeg daarom nog ietsje bozig : ” Gestuurd om die steelpan te pakken, soms ? ” Al wijzende zie ik pioenrood naar z’n haarwortels oprukken. Warempel, he redeemed himself !

Als ik de steven huiswaarts wend, denk ik vergenoegd aan Adjuviaartje. “Ain’t your mama !”, zal ze gedacht hebben, toen ze Bonenstaak voor me liet opdraven.

Ware girlpoweRR !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

Advertentie

Sugary Sweet

Hillary mag dan niet van de sugar-coating zijn, ik vind het wel wat hebben, met de Sint in het land. Ideaal, om de heftige voorbije maand te verzoeten.

Sinds de invoering van suiker als algemeen keukengoed is er ’n hele weg afgelegd. Niet alleen in de keuken, in baksels en desserts, maar ook door de witte korreltjes zélf. Tegenwoordig hebben die zich gebundeld en plachten ze T-man te heten. Dit suikeren mannetje stal mijn hart, omdat ie mij zo deed denken aan een paarlen ventje dat ik in de eerste klas maakte – met veel hulp van de juf.

Hoor het tromgeschal en de bazuinen in dit feit, beste lezers, want het is een uniek knutselstuk. Ik heb het nog steeds, en ik ben er nog steeds een beetje smoor op.

Wat toverstof heeft mijn kereltje nu opnieuw leven in geblazen. Tegenwoordig wacht deze eigenzinnige suikercollectie zijn huisgenootjes thuis op – na een lift naar huis, gaat voor hen op pannenkoekexpeditie, en blaast hierbij vrolijk een suikersnoet bij een klein meisje. Een persoonlijke favoriet, beste lezers.

De laatste tijd gaat ie skaten, met zijn nieuwste schat : rietsuiker. Maar dat is nog wel es een verlieslatend ritje, tot het weer tijd is voor thee !

De wereld om ons heen slaat harten vaak aan gruzelementen. Een paar suikerzoete elementjes, met wat plakkracht kunnen dan heel welkom wezen.

Ariadnesdraad ruimt daarom graag wat plaats in voor het zachte kantje van schattige reclame.

Als pancake lover nog een keer de pannenkoekentocht  en de laatste nieuwe – omtrent rietsuiker.

N.B. Ik weet niet helemaal zeker of alle filmpjes overal getoond worden door YT. Ik hoop ’t wel, en heb in elk geval voor ééntje een sluipweg. Mocht het meest recente spotje niet te bekijken zijn : ik heb ter verzoeting het muziekfragmentje dat erbij hoort, beste lezers.

Zoete zwijmels gewenst !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Sounds of breaking glass (Swoon 41)

Sincere apologies, beste lezers, voor mijn late opwachting. Deze week hielden slaaptekort en verbijstering me van het blogscherm weg.

Sinds de uurwissel heb ik ruzie met mijn bioritme, dat er lol in schept me voortdurend tegen mezelf te laten racen. Heel Holland mag dan slapen, mij lukt ’t haast niet …Uiteindelijk maakte ik nog best wat klaar. Mét een slaapschuld die vast het BBP van de Verenigde Provinciën omvat.

De verbijstering dan. Die kwam heul toepasselijk via kanaal 270 (!) van mijn zapper : CNN. De president-elect is een slecht geblondeerd, roeptoeterend geval, wiens gedachten zeven kanten tegelijk opschieten. Kortom, een ongeleid projectiel, met straks toegang tot een immens wapenarsenaal. Auwwwwwwtch …

Vreesde ik vorige keer nog voor die afspiegeling op de wereld, vandaag hebben we ’t zittten gelijk Flup zijne mutten.*

Het universum is niet in voor hippe oplossingen. De voorbode kwam via paus Franciscus. Geen vrouwelijke priesters ! Tot Methusalem terugkomt, heeft-ie niks te vrezen, en daarna wacht gewis de apocalyps, dus …

Dat er ter wereld (tegen dan) niet één vrouw te vinden is, die nog wil gelinkt, aan een ouwe-knarren-instituut dat vastzit in de tijd van Nero, is een detail. Idem voor mannen, die nu al niet meer dik in de rij staan.

Gemiste afspraak met de historie. Vast en zeker dove kwartels, die Petrussen, dat ze àl die hanen maar niet horen kraaien. Niet drie keer, maar zonder ophouden.

Het glazen plafond reikt hemelhoog, kennelijk. Geen neerhalen aan. De enige barst is teleurstelling. Snik ende snif …

Geen Madam Secretary, dus, die het tot president schopt en alzo es een vrouwelijke loep kan houden, boven de mondiale desperatie. Wie weet, de verloren sleutel tot een broodnodige kentering.

A Madam President, acting forceful and executive, ’t is niet voor nu. Wellicht ook gestruikeld over een nog nooit gebeurde re-entry in het Witte Huis.

Godsgruwelijk jammer. Tuurlijk, aan Clintons palmares zat net zo goed bitter als honing. Wie met Farizeeërs omgaat …

Maar evengoed : gemiste kans om het axioma “meisjes zijn evenveel waard als jongens” in werking te zien. Net als het addendum “… en mogen er dus ook balkenbrij van maken !”

Baffled was ik, al wist ik niet waardoor het meest : de victorie, of de respons erop.

Bij de aanhangers heb je Vla.dimir, die z’n loopjongetje krijgt, en het lot der dwazen, De Winter en Wilders, die Sint-blij en wel, van mij met hun witte manen door de roetzwarte schoorsteen mogen. En erbovenop : voor eeuwig vast komen te zitten, graag.

In het land der verduisterden heb je Europa. Grijs en wollig als altijd. Met daarin Frankrijk. Een uitgebluste Hollande doet het ergste vermoeden voor dit speerland. Mij valt vooral die lans met een punt van boter op. De beste man ziet zichtbaar alles al als een Grieks lot boven zijn hoofd hangen, quoi.

Neuh, dan Frau Merkel. Die bleef onverstoorbaar in de plooi. Schouwde haar mantelpakjes, trok het roodste rood aan dat ze vinden kon, rechtte haar rug en dacht bij zichzelf : ” Wir schaffen das ! “

Luidop zei ze, klaar en duidelijk, dat er aan samenwerking met Duitsland voorwaarden zaten.

Toch even gegniffeld, bij die in your face confrontatie met dat Republikeins rood. Heerlijke Girlpower !

Maar iets zegt me, dat we nog zwaar weer gaan krijgen, die 1460 dagen van dit presidentschap.

Voor nu geldt : “Er is geen kwaad dat altijd duurt, en evenmin een goed dat nooit eindigt.”

Glazen plafonds én verbijstering geeft 2 clipjes, beste lezers. The sound of breaking glass en Why tell me why van Anita Meyer, nooit zo accuraat als nu.

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.


de vetjes waren ooit een briefje van Vadermans, dat ik overal meenam toen ik als enig meisje in een jongensklas zat.

afsluitende quote is van Mandela.

* : hebben ….. mutten : we zijn flink de klos

 

Een Statler & Waldorfje (Swoon 37)

Bloginspiratie komt niet, of juist alom. De muze wierp me ’t veertje toe, waarmee Matroos Beek haar zelfbeeld scheef zag gebreid. Terug dus naar de knutseluurtjes op school, waarvan ik denk : ” Ochotte, raaaaaaaaaaammmmmmp-zaaaaaaaaaaa-ligggggggggg”.

Handwerk is (mijn) horror, beste lezers. Met gestoorde, toen niet eens deftig in de steigers staande motoriek helemààl. Een lefty zijn draagt in deze geenszins bij.

‘Demonstratief linkshandig’, was destijds explosief, voor wat bedoeld was als gezellig theekransje – met Moedersmoeder en diens zus Alies. Moederstante was niet wat je noemt het grootste licht, en megalomaan antiek in denken, bovendien. Op brandweervolume kreette ze dat ‘linksepoten wel van de duvel bezocht’ waren ???????!!!!!!!!!!’

Ku-uccccccccccccccccccccchhh. Krijg dat op je bord tijdens je afternoon-tea.

Nu vind ik het ronduit hilarisch. Toen zette het de traansluizen open.

Arme, arme grootmoeder. Je wil het niet dromen dat je zus, dochter en kleinkind in één-en-hetzelfde incident betrokken zijn. Respectievelijk als oen/kop van Jut.

Zat mijn moeder penibel gewrongen, (mijn) zus was dusdanig verbouwereerd, dat ze zowel de koffie- als de theekan leegkiepte in één mok. Niet goed, niet goed.

Gelukkig was Mit ’n vrouw van de daad. Ze stelpte de watervallen goeddeels, met een vastberaden en overduidelijk woest toegeblaft, “ALLLLLLLLLIEEEESSSSSSSSSSSS, hoe duurrrrrrrrrffffffffffffffffffffde !!!!” Een paardenmiddel, dat zijn effect niet miste, beste lezers !

Haar pàl voor mijn neus geafficheerde afkeer trok veel recht, bij de ‘linksepootclub’ die we thuis waren.

Want, Vadermans was óók meervoudig betrokken partij – hoewel hier stille vennoot. Zijn moeder én broer waren ook geen rechts-schrijvers, namelijk, al wist ik dat toen niet.

Logisch, want Gulliver’s moeder had zoveel ‘handenslaag’ geïncasseerd dat ik ‘r nevernooit heb zien schrijven. Dit trauma spoorde niettemin aan tot ‘een boomstam’ steken voor de herhaling bij haar oudste zoon.

Nonkel trof ’n begripvolle meester, die weliswaar rechts prefereerde, maar de linkse schriftuur waardeerde, wegens mooi. ’t Resulteerde in ‘ongeslagen tweehandige schoonschriftschrijver’. Die, toen ik de schrijffase inging, vurig supporterde, want dat links-zijn had ik, als zijn petekind, toch van hem, zekerst !

Waren ze thuis heulemaal mee, met ‘op het oog gevaarlijk onhandig, maar eigenlijk niet’, op school was ’t nop.

’t Zal ergens rond de zesde klas (groep 8) zijn geweest, dat ik uit mijn weerbarstige motoriek een soortement mandala-tekening had weten te wringen. Mét resultaat, al zeg ik ’t dan zelluf.

Ik dus uitpuffen, én jubelen, binnenin. Enter de goedkeurende juf. Hoerastemming, en zelfbeeld ok.

Toen de co-juf, die zuurtjes keek ? Ja! werd ‘maar’ en “waarom hebde da nu ZO gedaan !”. Pats ! Daar lag m’n prille kunstenaarshart aan diggelen. Naast zelfbeeld, en de façade, want de tranen brandden gemeen.

Tja, de één kon de ander voor ’n kinderhart niet afvallen, natuurlijk. Dus ging het van ‘goed’ naar ‘niet slecht’ naar ‘kan beter’ naar ‘trekt op niks’.  Wegens duobaan dubbelop, uiteraard. Statler en Waldorf waren er schàtjes bij.

Moeders had flink kluif aan het opvijzelen van duchtig verguisd moreel. Mana-mana zeggen was toen (nog) geen sterk punt …

’t Is dit juffen-duo op ingewreven imagoschade komen te staan, die eerstvolgende ouderavond !

Twéé mopperpotten, dan kom je natuurlijk bij Muppets en ’n schouwburgbalkon uit.

Mana mana !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Pon de replay : Tulpen uit Amsterdam (Swoon 31)

Daar ben ik dan weer, beste lezers !

The heat is on, zegt een zeker lied, waarop m’n blogzin fluks de off-switch indrukte. WordPress deed ook nog even moeilijk, door van reageren een crime te maken. Mogelijks woon(de) ik bij menigeen in de spam-bak – in veelvoud ook nog. Zo ja, excuus. Zo nee, ik kom er aan, want ook met lezen vlotte het even niet. Ik kom er aan, met terugwerkende en vooral lezende kracht, want de temperatuur is gezakt en de zin weer terug.

Voor vandaagse zwijmel even een pon de replay met Tulpen uit Amsterdam. Dit stukje mét liedlink verscheen in ’n iets andere versie eerder op Ariadnesdraad.

Het voert terug naar mijn studententijd …

De tijd waarin de zomers nog langer duurden dan de spreekwoordelijke vijf minuten, ze ook bloedheet konden zijn, en als klap op de vuurpijl nog ’n heel eind vóór de vakantie begonnen.

In dat tijdvak zwoegde en zweette ik.  Neem dat laatste maar letterlijk, want in het studentenhuis waar ik resideerde, waande je je in de tropen. In juni.

Om niet helemaal weg te smelten, sprak ik met mijn overbuur af, die wél een schaduwrijk stekje had, dat ik tijdens de blokperiode haar paleisje – toch al een volle m² groot – de status ‘bewoond’ mocht verlenen. Overdag dan toch.

Studiegenoot had d’r bed al naar de thuisbasis meegenomen, dus ging ik na een dagje lichtjes bakken, in mijn eigenste little castle nog wat braden bij nachte.

Van slapen was geen sprake. Hoogstens kon je je hoofd een paar uur op non-actief zetten.  Maar zelfs deze missie kon enkel slagen mits ijsgekoelde waterflessen.

Na de line-up voor de diepvries trok ik met verhitte tegenzin richting beddenbak.

Rits ! Daar bewoog mijn rolgordijn!

“Goh, dat krijg je nou, als je zo lang studeert dat je little grey cells soep zijn geworden” dacht ik nog laconiek, terwijl ik neerplofte.

Grits! Daar had je het weer … ?!

Oventemperaturen én disturbing noises, dat gaat waarlijk niet samen.

Mijn huiszoeking levert niets op. Net als ik me begin af te vragen of ik niet droom, rinkelt de foon. Ha. Mijn persoonlijke klaagmuur meldt zich.

Ik reik naar de hoorn van mijn lange-afstandslijn als ik de laaaaaaaange staart zie. Het verlengstuk ervan zit bovenop mijn foon. Zijn eigen, bruine, rattige zelf te wezen. Groen strikje om de nek. Signed : Ramses. Whaaaaa !!!!

Neem het van me aan : een op slot zittende deur opengooien met de daver op het lijf is géén sinecure.

Hoe het verder ging ? Door mijn krés*  kwam het hele gebouw in stelling. Zegge en schrijve 300 kamers op 5 verdiepingen.

Dat ik dit durf te schrijven zonder door de grond te zinken komt doordat niet minder dan 8 dames zowat een attaque kregen …

Yepyep. De Ramses-route reikte 12 kamers  ver.

De keuken werd crisisopvang, de rest strijdtoneel.

“Brandt het ergens ?” werd gevraagd. ” Neeje, ’t Is Ramses maar ! We hebben kokers, tunnels en kooien nodig om ‘m te klissen … ! “

’t Was 300 tegen 1 en Ramses legde er zich – na een klopjacht –  tevreden bij neer. In het hok van Rammeke, een minder uitstapgericht dwergkonijn.

De langstaartige had zich monter een uitweg geknaagd uit zijn veel te warme kooi. Onderweg z’n bijt-opties vergrotend via potloden, vlakgummetjes, pc-kabels en waterflessen …

Harry, zijn baasje, had er achteraf heel wat mee te stellen.

Z’n tripje naar thuishaven Amsterdam viel “ietsje” duurder uit dan eerst begroot. Naast de tickets werden potloden, vlakgums, pc-kabels en een gratis vat in rekening gebracht. Plus tulpen uit Amsterdam .

Gelukkig kostten de excuses die hij diende te maken hem alleen wat moeite, en een glimlach, want het waren er aardig wat.

Maar eind goed, al goed.

Menig student kreeg een deliberatie omdat hij, zo sluitend dat het wel waar moest zijn, aan de prof wist te verklaren waarom zijn studie-efforts te niet waren gedaan.

Harry’s mams raakte verlost van haar ergste nachtmerrie. Nou ja, op de onkostenvergoeding na dan.

De “jagers” werden gratis gelaafd.  En ik, ik kreeg rode tulpen. Met vaas en al.

Ideaal als bewijsstuk voor mijn  – in een deuk liggende – entourage. Want er hing toch onmiskenbaar een kaartje aan met daarop een rattenverhaal in een ander handschrift. Goed gek konden ze me dus niet meer verklaren.

’t Zal niet verbazen : sinds toen ben ik niet meer in de buurt te krijgen van alles met een lange staart en knaagtandjes … Nog voor geen miljoen !

Ramses. The King of My Castle. Of anders gezegd : de kortste weg naar tulpen uit Amsterdam!

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

———————————————–

* krés : giiiiiiiiil

Carrot Clarinet : Swooning Saturday 12

Was het hier vorige week nog van ‘drum up the people and make some cycling-noooooiiiiiiiisee’, dit keer blaas ik Zwijmel-verzamelen vanuit ’n heel ander register. Eéntje dat zacht in het oor ligt, en net zo goed in de hand als je meest geliefde dunschiller.

There’s music in everything. Ook in food en heus niet alleen omdat je d’r soms van gaat zingen. Richting keuken, voor ’n zacht muzieksken, dus …

Met koken straf je me niet, beste lezers. ’t Is de HHM van m’n huishoudmanagement.

Handig, Haalbaar en Matig werk achteraf.  Handig als in : gestoorde motoriek-proof. Zijn m’n klauwiertjes dan niet geweldig, ik ben ‘r aan verknocht, en ’t oog van Mien Publiek wil ook wat, tenslotte.

Het betere hak- en snijwerk is me niet voorbeschikt, beste lezers. De Floere(n) days zijn om, dus liever geen sucadelapjes van –  letterlijk – eigen hand, dankje. Die dekselse Nortia heeft spijkers en hamer als attribuut, dat ze lekker op d’r eigen duim klopt !

Haalbaar dan. Zeg maar : budgetproof, basic, en fabriceerbaar zonder kookboek. Want pagina’s omslaan met paneer-vingers is behoorlijk blegh, ook en eigenlijk vooral, laaang na dat panko-receptuurtje !

Basic & budget gaan hand in hand, zolang die Zilveren Vloot maar steeds op de vergane Armada blijft lijken. Omdat het ermee gaat als met uitkijken naar Blauwbaard – “Zie je nog niets ?” meet ik komkommers, ui, tomaat en peekes* veelvuldig een andere gedaante aan.

Matig werk achteraf slaat natuurlijk op ’t kookslagveld achteraf. De vaat is zo vorige eeuws, dus die minimaliseer ik liefst lekker weg.

O, en Variatie is ook ’n moetje. Wegens jaaaaaaaaaren intern en dus niks te kiezen, afgewisseld met uitjes naar het casino, waarbij al die kunstmatige slaapjes me meestal nààst eetbaar lekkers deden en doen grijpen. Iets als ’n heerlijk eenpans-moussakaatje laat zich nou éénmaal niet zo simpel verslinden net voor of na een algehele anesthesie.

Voor m’n ‘heropstart’ volgende ziekenhuisronde misschien toch maar es de zoetgevooisde klanken van de ‘Oranjepunt’ proberen ?!

Kust nu mijne frak !”, scandeerden de ‘grey ones’, toen ze ene Linsey Pollak een winterpeen te lijf zagen gaan met een drilboor !? De olifant sloeg de mug niet dood. Allesbehalve, zelfs ! Mondstukje erop, ’n trechtertje eronder en “hoi” aan die hippe blazer die wortelklarinet heet.

The coolness of the thing lijkt me ‘geworteld’ in de zwierige hantering van een alternatieve zilvervos die een verduveld goeie instrumentenbouwer is. Met showgevoel, bovendien.

Pollak bouwt het momentum zodanig op, (tot 04:27) dat per drilling ’n almaar groter vraagteken ontstaat op het gezicht van die andere grijze eminentie, Paul Witteman, die Podium verleent aan de smakelijke alliteratie ‘Carrot Clarinet.’

Well, he ate nor shoes, nor carrots, maar luisterde vergenoegd. Net als ik. En het eerstvolgende worteltje dat bij me op de guillotine komt te liggen, kan gerust zijn : ik ben wég van zijn klank(kleur) !

Voor de gegadigden : ik zet m’n verdubbelaar in. Twéé filmpjes in de aanbieding. Het eerste is Podium Witteman. Heerlijk showtje an sich, maar de klarinet zingt wel heul kort (pas vanaf 04:28). Wat weggeknipt is uit fragment 1, zit echter vervat in fragment 2. Doorschuiven naar 01:29 als je geen ‘overlap’ wil.

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

————————

N.B. : kust nu mijne frak is zowat hetzelfde als krijg nou wat en peekes is geen letterreeksje, maar simpelweg worteltjes.

 

Jarig Jetje met Hooverphonic : Swooning Saturday 8

N.v.d.r. : Het 8 maart-postje van laatst, met Els de Schepper in de hoofdrol, was aanzet voor het onderstaande.

Riiiinnnnnnnnng, the bell ! Buzzer opens the door …

Goed, beste lezers, deed de postbode deed hier dan niet open voor ’n aan de verkeerde voordeur ” Happy birthday ” blazende fanfare – hij laat me immers veels te graag zeulen met pakketjes van eigen grootte, en foempt*, als ’t effe kan, foute post in mijn bus – het Jarige Jetje was ik wel.

Ik moest ’t stellen zonder een zeven jaar met scampi gevulde diepvries. Waarvoor hoera, want ik heb ’t niet zo op darmkanaaltjes. Het gebrek hieraan maakte mijn huidige koel- en vriescombinatie dusdanig blij, dat-ie zonder morren een gaarkeuken-lading soep accepteerde, en daarbovenop ook nog een eigenhandig gebakken citroentaart.

Een jacuzzi was er ook niet bij,maar wél nog immer opgewekt zwemmende Neon-nekes, Nemo’s en Black Molly’s in mijn sinds vorig jaar geadopteerde visbak. Geef toe, beste lezers, die soortnamen klinken te goed om ze niet te gebruiken. En oké, om ze niet te vergeten ook, want al ben ik dan een Vissen, ze beschrijven – vooral aan kenners – is me een crime.

Ik tel dus mijn verjaardagszegeningen. Functionerende keuken, een aquarium met blits genaamde vissen. Niet onaardig.

Daar komt bij : een op een verjaardagsvrijdag geblazen Brabançonne. Zeg nu zelf, een unieke muzikale omlijsting – en als je niet vaderlandslievend bent, altijd nog handig als wekdienst. Met anti-snooze garantie erbovenop.

Verder : een feestcomité, dat heu-le-maal tegemoetkomt aan je verzuchting op de dag zélf lekker jarig te zijn. Héhé, een jaartje erbij is zo weer wat leuker en makkelijker (dan toen). Met dank aan Gulliver & Moederszus.

En kadootjes. Offeuh, ’n volwassen kado, beste lezers. Mijn eigenste Hoovercraft, in feite.

Geen stofje is nog veilig. Wat zeg ik : hij zuigt met een orkaankracht die zelfs de webben in mijn hoofd aanpakt. Z’n bzzzzzzzzzzzz overstemt mijn gedachten dusdanig dat piekeren geen voet meer tussen de deur krijgt. 

Zalig zen door stofzuigen. Ik geloof ’t zelf ampertjes. Maar echtigentechtig, ’t is stukken effectiever dan al dat mediteren, dat me niet rustig, maar net recalcitrant maakt. En instant zichtbaar resultaat ook nog. Mijn warmeluchtblazertje en mijn deurmatten zijn tien jaar jonger. Mijn spieren tien jaar ouder, daarentegen, maar ach, ’n @home-workout vraagt wat, tenslotte.

Kortom, I’m in luv. The thing is Uzing love. Appelblauwzeegroen, een huishoudelijk deficiet dichtend, en wat meer is, een random act of kindness.

Want  : mee mogelijk gemaakt door een nobele kassierster, die niet alleen over haar hart streek, maar ook ruim over de rol benodigde verminderingszegeltjes – nadat Vadermans spijtig had geconstateerd dat-ie er te kort kwam, en dat zijn verjaardagskado daarmee op losse schroeven kwam te staan.

Wat Jammer nou. Nog maar es tellen, want als Gulliver zijn zinnen op een kado heeft gezet, dan krijg ik ’t ook.

Maar aldus opgemerkt  door ’n verkoopster, aan wie Vadermans vertelt dat de Philips op wie hij een oogje heeft, een kado is “voor mijn dochter die vrijdag verjaart.” Dochters en praktikale cadeaus, daar kan Kassadame wat mee, en dus vinden ze elkaar. Hij gaat met een gigadoos, en zegeltjes op overschot, op huis aan.

Reuzepret aan de foon. Immers, ik kan niet anders dan gieren als ie ’n tikje schelms opbiecht, dat ie dat zijn antwoord op de vraag ” Woont ze pas op zichzelf ? ” nogal vrij was.

Met “toch al een tijdje” kun je wat, beste lezers. Bijvoorbeeld maskeren dat het pas een dikke decade is – toch niet echt het pas dat mijn wilde weldoenster bedoelde.

Proestend gelast ik m’n – publiekelijk eerder schuchtere – vader dat ie  Winkeldame dan maar moet knuffelen ‘on my behalf’. Dik 100 km afstand is namelijk een beetje te ver uit de richting om ’t zelluf te doen.

What happened ?

Open vraag. Maar dit weet ik zekers : never before had ik zo’n straf HHhulpje : vivat Philippa !

Vanaf nu hoover ik lustig, beste lezers. En jullie hopelijk ook, op deze van Hooverphonic.

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

———–

* iets ergens infoempen : slordig insteken

 

Zit m’n haar goed ?

Een kwestie waar Beatrix mee worstelde, afgaand op de rapte waarmee ze haar hoofddeksel bij diverse occasies op haar hoofd vastpinde …  Goeie grutjes, ik mag niet denken aan het werk dat haar kapsel vereist.

Zelf ben ik niet matineus. Een full welness treatment in de morgen zit er niet in.

Dat mijn badkamer geen spa is, zit er voor niks tussen.  Ook het ontbreken van een slim hondebeestje met een acute aanval van ijdeltuiterij is het niet.

Neenee, mijn little grey cells zijn hiervoor responsabel.

Ze draaien nog wel ’s ongevraagd dubbele shift. Modus waaruit alleen maar het mannetje met de houten hamer ze kan halen . De klap die mijn hoofd tot een aambeeld maakt, laat zich ’s morgens voelen. Ik raak aartsmoeilijk uit standje automatische piloot.

Het opzet is nochtans veelbelovend, al zeg ik het zelf. Weinig mensen zijn zo met het begin van de dag bezig als ondergetekende. In die mate zelfs, dat er de eerste verticale tijd van slapen niks komt, omdat de woordgroep “niet verslapen” steeds weer opduikt. 

Tegen de tijd dat Klaas Vaak zijn werk doet, lig ik al een eind achter op schema. Hoeveel, dat ontdek ik dan wel weer bij het wakker schrikken … Meestal laat genoeg om de “ik-sta-rustig-op” -fase te skippen, maar vroeg genoeg om geen potten te breken. Wat nou, een element van suspence kruidt toch de dag ?     

Ach, ik heb ervaring met rise and shine en alles wat daar onlosmakelijk mee verbonden lijkt.

Van klabatsboembaf  – toestanden tot outfits die er de avond tevoor blitser uitzien dan het moment waarop ik ze aanschiet. Komt doordat mijn broeken ’s nachts groeien. Werkelijk waar, beste lezer,  “er beuren rare dingen “.

Dit scenario is verkiesbaar boven de onaangekondigde verhuis van mijn sleutels, het rondcrossen van mijn chaos-organizer in de dwaaltuin die mijn handtas heet, of de onweerstaanbare drang van mijn dumdiedummetje naar een stoombad.

Maar : been there, done that.

Vivat de voorlopende horloges, de telefonische wekdiensten, het make-up weigerende velletje en de no-maintenance-kapsels.  Echt, de wetenschap dat je haar altijd goed zit, scheelt een slok op een borrel.

Uzing wellness, hoor ik je denken. Mispoes.

Want de flow die hierbij hoort wordt ergens in januari verstoord door mijn foon. Die heeft uitstekend geslapen. Blakend van alertheid klingelt ie onophoudelijk.

Hm. Eigelijk geen tijd. Toch neem ik op, want het kan zomaar de taxidienst zijn die ik belde.

Nog voor mijn “Hallo ja,” word ik overspoeld door een woordentsunami. Waaruit ik enkel halooo, Sylvie, moi en hôpital kan plukken.

Hoewel ik geen hoge ogen gooi voor de kruising tussen Frans, jakamakkaans en nog wat anders, doe ik er alles aan om uit te leggen hoe het zit. Net als ik ‘ns lekker wil foeteren op de door mijn ouders in mij geïmporteerde burgerzin, is Moi er opniew. Insert loop here.

Vijfvoudig. Zolang heb ik nodig om de mij ingehamerde beleefdheid overboord te gooien en onvervalst plastische taal te gebruiken, teneinde het voor Moi helder te krijgen dat het welletjes is.

Gelukkig, het werkt.  Het tafellaken tussen mij en Moi is volledig doorgeknipt. Als ik een mentaal post-itje maak, met de bedenking dat ik mijn vader ’s moet vragen hoeveel tijd dit hem zou kosten, is het weer van dat. 

Een heerschap ditmaal. Dat er een punt van maakt zo vaak mogelijk het woord sexy te gebruiken in zijn verkoopspraatje voor ondergoed. Versta hieronder de niemendalletjes, die om te kunnen promoveren tot lingerie, een godsvermogen kosten.

Ik spreek die testosteron in mijzelf aan om hier een eind aan te maken. Want echt, hierover wil ik mijn vader niet bevragen.

Niet bars genoeg. Herkansing. Nog geen minuut later heb ik een hijgstem aan de lijn die mij verzekert dat ik écht niet buiten een tanga kan.

Nog een graadje erger dan de ongewilde bespreking van “my underwear” vind ik het ongeoorloofde gebruik van mijn naam.

Vurig, zei ie toch? Ik  brand los en leg hem het zwijgen op, door te zeggen dat ie kan terugbellen als hij een even grote pleitbezorger is geworden van pampers als van de lingerie die hieraan voorafgaat.

Als ik inhaak, gonst mijn hoofd. Neeje, ik wil niet wéten wat mijn vader van die laatste oratie vindt … Maar zakelijk als ie is, ziet hij vast wat in lik op stuk.

Mijn haar zit nog goed, maar zelf lig ik na al die telefonades wél een beetje in de kreukels. Helemaal als de taxi laat weten niet te zullen verschijnen … Moet ik weer hebben !

 ’t Is duidelijk. Ik moet in de leer bij Mister Dog.

Wat een flow heeft ie ! Gaat onverstoorbaar zijn eigen gangetje … Sinds ie geen tv meer kan kijken en ook de radiatoren niet meer kan inrichten als braadspit voor worstjes, heeft ie zich met overgave op de pronksector gestort.

Echtigentechtig, je zou voor minder in zo’n badkamer. Met compleet equipment voor hairdressing @ home …  Jaloers ! Maar niet op de rekening achteraf ;-)

Hij checkt en dubbelcheckt. Zit m’n haar goed ?

Yep. Dus krijgt ie als beloning een aaitje. En daarom, de volgende morgen … je raadt het al !

Home Alone

Mijn Pandoradoos  doet een verlate poging me een aprilvis te bezorgen.  Mijn elektriciteitsafrekening. Verdienstelijk, maar het lukt niet.

Want : het bij te betalen saldo is verwaarloosbaar.

Het nieuwe heeft, naar mijn zin, veel te veel toeters en bellen na de komma.

Daarom besluit ik mijn actie-plan van vorig jaar nog eens dunnetjes over te doen. Met name : de nieuwe voorafbetaling naar boven toe afronden. The next best thing to géén betaling, als je een hartinfarct wil voorkomen.

Nu moet je weten : ik ben dol op afgeronde voorschotten. Vooral als de bedragen mijn little grey cells onmiddelijk omleiden naar een bepaalde afdeling in het huishoudbudget.

Dat je dan zoiets krijgt als : ping, dat bedrag, dat kan alleen maar dit zijn.

Wie wil nou géén rust in zijn of haar hoofd hebben ?

Dus denk je : dat pas ik wel efkes aan.

Vergeet dat maar. Niet in de factuur, maar in dat ‘efkes aanpassen’ zit de grove misrekening …

 ” Maar  mevrouwtje, voor uw gezinsbezetting is dat voorschot toch veel te groot “, zegt Energieman aan de andere kant van de lijn als ik ‘m verzoek het – vanzelfsprekend met de grootst mogelijke accuraatheid berekende  – voorschot naar boven toe af te ronden.

Hij zegt het op een toon die klinkt alsof ik het zopas gewaagd heb in mijn upje de wereldvrede te bedreigen.

Weet hij veel dat hij door zijn intonatie alleen al oorlogsgevoelens in me wakker maakt !

Ergerlijk, als ze je mevrouwtje noemen en tegen je praten alsof je twee bent en niet kunt tellen. Nutteloos ook.

Want welke kind van twee ligt nou wakker van een energierekening ? En ook : welke peuter voert in eigen naam stortingen uit, met eigen giro en al ?

Heerlijk ding, die logica. Maar lang niet altijd afdoende. Want Energieman geeft niet op.

Langs een labyrint van consistente verklaringen, waarbij zelfs een wereldeconoom de weg zou kwijtraken, doet hij er alles aan om mij de juistheid van ZIJN berekening te doen inzien. 

Onderwijl krijg ik fluitketel-alllures.

Het enige wat ik consistent vind  aan een energievoorschot, is dat het volgende steeds hoger uitvalt. Hoe ultra-zuinig je ook bent.

Plus het feit dat de rekening noooooooooit verklaart waarom dat zo is. Ow, ja, en het logo op de rekening misschien …

Heerlijk ding, die logica. 

Want het helpt me om mijzelf uit de ik-ben-een-fluitketel-die-droogkookt-en-straks-ontploft – toestand te halen.

Zo. Kookpunt vermeden. Ik kom tot de wel heel volwassen conclusie dat ik geen tijd en vooral geen geld heb om deze oeverloze dicussie verder te zetten.

Immers,  ook al dat laaiend zijn komt mijn toekomstige telefoon – en elekriciteitsfactuur niet ten goede. 

Deze logica werkt verkoelend, mijn brein slaagt er warempel in om zich het juiste doorkiesnummer te herinneren en zo van Energieman af te komen, zonder eerst weer een wachtrij vol ogenblikjes geduld door te moeten.

Oef ! Eindelijk gelukt. Weer een energievreter minder.

Maar logica is echt een heerlijk ding ! 

Eureka ! Sinds ik onderstaand spotje heb gezien begrijp ik het.  Het is de verkoopsstrategie van de Energie  Smartbox … Het onderschatten van de te betalen rekening is een verkoopsvoorzet natuurlijk !

Mister Dog Is In Da House heeft in de mini-remake van Home Alone een glansrol !

Werkelijk adorable is ie !  Maar stiekem ben ik blij dat ik geen hond alleen achterlaat als ik van huis ga …  hoe veelzijdig die ook is.

Het is nog maar eens bewezen : als de kat – of in dit geval  het baasje – van huis is … !