Foerageren is een klus bij 30 +, beste lezers.
Je hoofd kookt namelijk hersentjes-soep. Van de boodschappenlijstjes die ik toch al thuis op tafel laat, vergeet ik nou wat er op staat. Sterker nog : wat er op moet. Zwart goud bijvoorbeeld, dat bij conventie koffie is gaan heten. Niet goed, want daar wordt m’n hum git van, en dat moeten we niet hebben
Zo ook Belgian day vorig jaar. Loeihemeltjes-heet.
Tussen nieuwsbulletin en nog wat anders in, passeert King Arthur. Pfoe-pfoe, wat een uitrusting. Maar ik bekwikkel bij de idee dat ik niet te wapen hoef. Stiff jelly pudding als ik ben, even wibbly-wobbly, verre van aanwinst, voor ’t legerbedrijf, ik .
’t Zal wel door alchemist Merlijn zijn, dat de nikkel tweevoudig valt. De winkels zijn dicht, en de koffiebodem bereikt …! Voor de tooooiiiiiiink berichten de grey ones “maar de buurtsuper niet”.
Ter plaatse kikker ik op, door de koeltogen, die ik nog iets voor bij dat vloeibaar zwart wil ontfutselen. Bummer. Zelfs met het beste rek- en streknummer red ik ’t niet. O, Balancia, waer bestu bleven…
Verderop, aan de kassa, staat een Ebbenhout Schone. Outstanding door haar statig postuur.
Ze staat soepeltjes in de wachtrij, in geanimeerd gesprek met haar ebbenhouten drieplussertje. De mini is moe, en dreigt in het gevecht met ’t Zandmannetje de elastiekjes van zijn goeie hum te laten knappen. In een poging hem te occuperen, reikt Ebbenhout Mama bovenhoofds en plant ’n brik melk op het hoofd van d’r gannefje.
Het optisch hoogtepunt van dit tafereeltje ligt hoog. Letterlijk. Op het schedeldak drie volle kartons melk. Het Afrikaanse lastdragen voor je zien is een belevenis, beste lezers. Impressionante streling voor het oog. A thing of beauty.
Echtigentechtig, ik moet de forcing voeren om mijn kinnebak te dichten. Het lukt, omdat ik metronoomgewijs de niet-staren mantra opdreun. Of hoe mijn hartgrondige hekel aan ‘aangapen’ te pas komt.
Maar verhip en hemeltjes nog an toe, wat (een op)gaaf !
Want de beste dame staat daar zomaar even drie kartons melk – 36 litertjes – en een zopas van de tikband gerold baaltje piepers van 10 kg plus nog wat nitty gritty het hoofd te bieden. Kortom, een zak cement !
Gedragen als was ‘t een donzen veertje. Met souplesse die ik alleen maar in mijn dromen heb, op voorwaarde van leuk zijn dan nog. Maar de dag is nog niet aan slapen toe, en de winkel zo weer dicht.
Dat wordt nog even doorzweten.
Plus : het zwaartepunt van de stille, bewonderende klantenaandacht is verschoven. Ondergetekende zit nu middenin het oog van de aandachtstornado. Het is de vraag wat de doorslag zal geven ; mijn capriolen, of de plots weer opzettende huilbui van ’t ebbenhouten ventje.
Het momentum keert met een duwtje in de rug van Ebbenhout Mama. “Ga even helpen.”
’n Van zijn huilspoor gebrachte mini stapt nieuwsgierig op me toe. M’n geleende slingeraapje doet niet onder voor Tarzan. Als een volleerd trapezist plooit hij zich in zeven streken, om m’n kostje te pakken.
Bij de centwafeltjes spant ’t erom. Veelzeggende blik boven kleutermans richting mams.
Met de buit op, duikt mijn Ebbenhouten Schatje als ’n koene ridder voor mij de koeltoog in. Middels ’n verfrissende buiklanding kaapt ie wat ik niet te pakken kreeg. Wég boze bui, en ik is blij. Mama, die geduldig wachtend op, nog een extra kwartiertje last heeft gedragen, lacht aanstekelijk. Ebbenhouten schatje, wat kàn je zeg !
Ridderlijkheid nieuwe stijl. Lancelot 2.0. Kan Arthur stikjaloers op zijn.
Melk halen bij stervensheet is Ebbenhout-mooier geworden, alvast.
Als die dan thuis in ’n koel chocoladedrankje is omgetoverd, geef ik John Keats overschot van gelijk. A thing of beauty is a joy forever…
Bij al die huidige tropenwarmte dus ode aan souplesse met de Santana Kanté combinatie.
Yeké Yeké !
Voor meer zwijmelplezier, klik hier.