Sport. Ik kan er maar niet warm voor lopen, beste lezer. ’t Is geen overdrijving te zeggen dat ik er een godsgruwelijke hekel aan heb.
Voor mij dus huilen met de (tricolore) pet op tegenwoordig. Want zet om het even wat waar beeld of geluid aan te pas komt op en ’t is groenes groenes grasje. Eerst Roland Garros, nu WK voetbal. Of nog erger : ooovverr-enthousiaste (radio)commentatoren die ” Jjjajaa-jaaaaaaa !!! ” in mijn luisterend oor brullen bij een momentum dat mij helemaal-totaal ontgaat. Snik ende snif.
Het compleet ontbreken van dat sportgen is evenwel een raadsel te noemen. Of eigenlijk eerder een godswonder, als je bedenkt dat ik dochter ben van een man die RX-gewijs kan aantonen dat ie een sporthart heeft. En daarbovenop aardig uit de voeten kon op een renbaan. Als in : aan atletiek doen in vroeger tijd.
Ondanks bovenstaande feiten, beste lezer, is mijn jeugd geen sportieve kwelling geworden. Want ik bewees mezelf als doorzetter eerste klas(se) en mijn vader van zijn kant bleek zich prima te kunnen verzoenen met m’n verder niet-sportieve inborst. En die van mijn zus en moeder erbij.
Wij dames waren wàt blij dat we ten huize geen voetbalfanaat hadden met toeters, bellen, vlaggen en wat al niet meer. ’t Was echtigentechtig een waar genoegen dat vadermans er niet moe(s)t aan denken. Pfoe-pfhoe !
Bovenstaande context maakte dat niemand zich thuis stoorde aan een occasionele voetbalsamenvatting of een nog sporadischer WK-match.
Een geweldig uitgangspunt, waarmee je als vrouwelijke niet-sportieveling heel wat kunt. Bijvoorbeeld nog meer voetbal ontduiken, als je later zelf huis gaat houden.
Maar vandaag ligt die strategie aan diggelen. Want zelfs in mijn favoriete duidingsprogramma is voetbal geïnfiltreerd. Opgewekt hoor ik Annelies, het Terzake-anker zeggen: ” U keek voetbal en wij keken hoe u keek “. In deze beeldgewijs toegelichte one-liner zit zowaar het allerkortste voetbaloverzicht van mijn hopelijk lang leven vervat. En nog met een goeie uitslag ook ! Hoera ende joepie !
Een zenderflits later hoor ik iets van sputteren en wissels door Wilmots (bondscoach). Misschien wel onder ’t motto : comme si, je n’existe pas ?
Nog een switch later een Grote Grinnik als ik een radio-presentatrice op JOE hoor zeggen ” … om de Algerijnen te bedanken dat ze niet al te goed gespeeld hebben, nog es hun nationale trots – dat is dus niet de voetbalploeg – maar deze Khaled met Aïcha.”
Typisch Belgian Style, dit. Eerst sputteren, dan toch doen en daarna nog even de tegenstander bedanken.
Ik ga alvast de Algerijnen, vertegenwoordigd in deze Khaled, niet passeren – daar is deze Aïcha te mooi voor.
De beste man had waarschijnlijk geen idee hoe profetisch en/of inspirerend de zin ” Comme si, je n’exist(e)(ais) pas ” nog wel zou worden….