Tagarchief: leeslijst

Wereldboekendag (Swoon 58)

Morgen Wereldboekendag.

Je ontdekt nog es wat, als je leest. Een stuk minder druk dan mijn wervelende Boekenfee, maak ik er nu ruim de tijd voor, en stort me op Sonja Barends nieuwste. Ernstig, wat naar binnen gericht, laat het de lezer feitelijkheid(jes) weten, zonder ze daarom volledig uit te (kunnen) diepen. Onnavolgbaar. Een beetje zoals ons hoofd – of in ieder geval het mijne – werkt. In goeie balans, met humorvolle scenes die naadloos in dit boek vervlochten zitten.

Een review voor deze letterkesdag dus. Doe ik toch nog wat met mijn eerder opgedoekte boekenrubriek.

‘Je ziet mij nooit meer terug’* is een boek rond Sonja’s vader David. Ze komt hem op het spoor door een verjaardagskalender, met daarop een gelijknamig meisje : Sonja. En toch ook weer niet, want eh … Barend, wie is dat ?

David Barend zat in Polen in een concentratiekamp. Ergens in ’43 viel hij ten prooi aan de zinsverbijsterende Nazi-ideologie, nadat hij in 1942 thuis werd opgepakt. Het enige dat heel helder over hem is, is de door hemzelf gemaakte lotsvoorspellig : je ziet mij nooit meer terug.

Verder is de beste man in mysteriën gehuld : de archieven, Sonja’s moeder, de wereld : niemand laat iets van tel los. Niet makkelijk, dat summier versus ruim gewetene.

Dus is hij, en blijft hij eeuwig en drie dagen, ik citeer : ” … een verhaal, mijn verhaal, een met mijn fantasie en veronderstellingen aangevulde geschiedenis. Dat verhaal vult mijn hersens, houdt mij bezig, en levert als een accu vreemde brandstof, energie voor wat ik wil, doe en heb gedaan.” (p 282.)

Dit boek laat via de summiere geschiedenis van vader Barend ook Sonja’s moeder zien. Zij is dan weer ruim vertegenwoordigd. Begrijpelijk, ze telde veel meer levensdagen. Niettemin zet dit boek op heel veel manieren aan, om stil te staan bij breed en beperkt. Plus het waarom daarvan, en heus niet alleen inzake informatie(vergaring).

Haar strapatsen zijn herkenbaar, en beeldend verwoord. Hier bijvoorbeeld heb ik echt om gegierd ; zelf pas uit het ziekenhuis was onderstaande situatie nog net dat tikkeltje échter, beste lezers.

Het plaatje : Sonja’s moeder moet op zeker ogenblik toch echt richting ziekenhuis. Natuurlijk niet per ambulance, want veel te veel bekijks (!), aldus moeders … (p.275)

Ik hielp haar met veel moeite de trap af en vouwde haar in mijn veel te lage tweepersoonsauto.

‘Ik wil niet in een rolstoel het ziekenhuis ingereden worden, want de gang zit altijd vol met mensen.’

Ik vond het te gênant on in het ziekenhuis te vragen of er een andere mogelijkheid was dan een rolstoel, maar deed het toch. Twee verpleegsters tilden mijn moeder uit de auto, ze kruisten hun armen tot een zitje, waar ik haar bovenop zette. Op haar troon, een arm om de hals van elke verpleegster, werd ze de lange gang door gedragen. Haar hooggehakte benen bungelden boven de grond.

De wachtenden in de gang keken hun ogen uit.

Ik kwam niet meer bij van de lach. Zie het voor je, beste lezers !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.


* : Dit boek komt op korte tijd twee keer aan bod : geheel toevallig. Gelinkt aan (persoonlijke)  boeken-actualiteit, die los staat van welke sponsoring dan ook …

Advertentie

Druk, drukker, drukst … (Swoon 57)

Allereerst : het duimwerk heeft gewerkt; de op is gelukt. Over ’n huis springen doe ik nog niet, en daarom staan lezen en reageren voor nu op een laag pitje. Maar dat zegt niks over hoe hoog jullie in mijn bloggershart zitten. Wel integendeel, beste lezers. Dankjulliewel !

Bij de aanzegging van de meest recente op, klapten de grey ones allemaal luikjes open, met daarop to-do’s. Iets in de zin van : in die week dit, en in de volgende, zeker nog dat doen. Niet raar, na meer dan 20 edities. Mijn alterego Superwoman leefde zich uit op strakke regie.

De ware gannefjes die mijn celletjes zijn, voelen meer voor ‘altijd wat te draaien’. Op rolletjes, dat is té saai, vinden ze. Al heb je dan energiepeil plumpudding.

Zo kon het gebeuren, dat ze ‘geen lasten tillen’ en ‘bib aan huis’ aaneenregen en doorlopend in mijn hoofd voorbij lieten komen.

Ze krijgen haast standaard hun zin, want ik heb geen animo voor kermis onder mijn schedeldak. Aanmelden dus. Driewerf is scheepsrecht, maar ik ging pas bij de vierde poging de boot in. Niet bepaald soepeltjes, maar goed, Bibfee was feit.

Ik ben nogal van boekenlees-turf, en het zeulen ermee beloofde nog wat, strakjes.

Geen betere krakkemikkigheid dan diegene waarvan je geen last hebt. Geef toe, dat staat als een huis, dus overstag.

De wervelwind die zich bij me meldde, was het absolute tegendeel van krakkemikkig. Een onstuitbare driejaars, leesgraag en breed-geïnteresseerd. Onversaagd bovendien, want ze droeg de dikste tomen voor me aan.

Wie bij haar nog leeshonger ervoer, moest het achtste wereldwonder wezen !

Best van al, was nog, dat het geen droge gort was – waardoorheen je je de weg moest slijpen, maar lekker beklijvend leesvoer. Dat moest goed gaan komen ; ik voelde ’t aan mijn water !

Goeie dingen heb je nooit teveel, dus belde ik Bibfee omtrent een reservatie die de bib voor me klaar had staan. Kraakvers thuis, voelde ik me nog lichtelijk brak, namelijk.

De openingsuren niet, maar de gedachte dat ik voor Bibfee ultravroeg uit bed zou moeten schoot wél door mijn hoofd. Ach wat, als ’t voor Dokter Huis kon, dan ook voor haar.

Zei ik al onstuitbare wervelwind ? Daags daarop woei een tornado mijn woonkamer binnen.

In de hurry die ze had, om haar overboekte agenda bij te houden, raasde ze voorbij de stapel retour-boeken, mijn leeslijstje en welja, de openingsuren ook. De vaart voorop lopen dus. En de haan, hij repeteerde het kraaien alvast.

Overnieuw, die boekenmissie. Hoera ende joepie voor mij, niet meer in de vroege morgen.

Als Bibfee wegsnelt, duizelt het me ! Ik voel een jacht die vast niet erger kon zijn, al zat een leger tsee-tsee-vliegen me op de hielen… Phie-ieewwwf.

Ach nou ja, ik ben duidelijk nog niet in de running, druk ik Stemmetje Ongemak weg. Nooit doen, beste lezers. Kraaiende paashanen zijn uiterst ongezellig, en slecht voor de sereniteit.

Weer terug met boekenbuit, meldt Bibfee dat er een saldo openstaat. Haan 1.

Haan twee is mijn “O, ja, da’s die reservatie.” Wat is dat toch met al die omen die je maar niet oppikt, hm?

Haan 3 dan eindelijk, is de ontdekking dat de reservatie van “Je ziet mij nooit meer terug” er niet tussenzit. Een half leven nadat Bibfee is gevlogen. WAAR IS HET ? Ochere ochottekes, laat dit übertoepasselijke voorteken geen waarheid worden …. voel m’n hartverzakking.

POTVERhierenginderenoveral is de gecensureerde transcriptie van mijn verder allesbehalve vriendelijke gesprekje met God. De Verlossing kwam niet van Hem, maar van de alleraardigste bibmedewerker.

Het vervolg laat zich raden. Toen kreeg IK het druk. Exact met dat wat ik zo graag had willen laten. Boeken zeulen, over een hobbelig weggetje, met pijnlijke onderbuik. Niet goed. Maar echt, ik moest frisse lucht. Om niet uiteen te klappen.

Bij thuiskomst hing ik zonder pardon ‘niet storen’ op de deur. In één moeite door stopte ik een kattebelletje in mijn voor de volgende ronde klaarstaande ziekenhuistas met “vermijd stress, A. !”

Het zal me benieuwen, of ik tegen dan nog weet hoeveel energie en geduld al dat aansturen van me vergt, zo post-operatief …

Voorlopig hou ik ’t maar bij “Lekker slapen en morgen gezond weer op !”

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

Reading Thoughts Reversed (Swoon 36)

Toen de dieren nog spraken, zat ik op ’t hartsgrondig verfoeide internaat. Geen geweldige uitgangspositie. Ter compensatie verslònd ik boeken. In het boek was uit de kostschool, tenslotte.

Om de verplichte boekenlijst malen was d’r niet bij. Wel erover, want ik greep steevast mis in de schoolbib, en de boekenbank thuis, op plus 50 kilometertjes, kon weinig voor me betekenen. Maar was die dijk geslecht, zat ik gebeiteld. Mét boek, en – naar ik nu weet – formidabele inhoudelijke vragenlijst. Ik las, noteerde, schreef en herformuleerde dat ’t een lieve lust was.

Of het Meneer Nederlands ook zo lieflustig was, geen idéé, mààr : hij kreeg zeker weten het volle pond voor zijn ‘goed uitgewerkt en onderbouwd’ – aspiraties.

Het bewijs : z’n openingsrepliek op m’n allereerste boekverslag in zijn opdracht. “Dit is niet alleen in lengte, maar ook in diepte een goed uitgewerkte boekbespreking.”

Spijkers met koppen, want ’t was op ’n haartje na manuscript, beste lezers. 18 kantjes vol. Bijschrift : zo’n 20 leidvragen en nog best groot uitgevallen hanenpoten.

Na de meewarige blikken en snedige opmerkingen bij inlevering, was diep doorvoeld soelaas én van oor tot oor grijnzende voldoening mijn deel.

Ergo : ik bleef heerlijk boekwonen hierna, en lijvige pillen oppennen. Hoera voor doorwrocht – het werd m’n handelsmerk, slechte motoriek of niet.

Zo ging dat, tot ik groot was, en ik niet alleen in boeken, maar ook in het échte leven van alledag ging wonen. Daarin kwamen dikke tomen misericordia voor, die me zo opslorpten, dat ik, wat lezen aanging, nog slechts ’t geheugen van een goudvis overhield. ’t Leesgekwakkel gold, tot die goudvis lucht wilde, en ik een deur – tussen de tristesse en mezelf.

Met Ariadnesdraad was de leeslust terug.

Ik fact-checkte me een slag in de rondte, en genoot er ook nog van.

Dat feiten nalopen gaf input, en daar moest toch wel een boekrubriek inzitten ? Reading Thoughts.

Parmantige naam in eigen categorie. Met, op vandaag, slechts de inhoud van 1(!) artikeltje erin. In aanvang veelbelovend, maar qua uitvoering om te huilen.

Echtigentechtig, ik mis de leidvragen van weleer, om me door het boekbeschrijf te loodsen. Een heus draagvlak om de inhoud én mijn enthousiasme tot iets leuk leesbaars te transformeren.

Wil ik weer die steunende vraagstelling hebben, dan zal ik ze zelf moeten aanleveren. Ben ik groot genoeg voor, maar er is dat addertje. Het sist niet, maar het gonst zeurderig.

Goeie vragen vereist verdieping – inhoud kennen, dus meermaals lezen – kortom, er eens goed voor gaan zitten. Zo’n spreekwoordelijke vijf eeuwtjes. Vadertje tijd is, wee ende helaas, niet zo goedgunstig …

Knelt het schoentje hier al, dan wordt mijn princiepsbeslissing om geen tijd te gunnen aan niet-boeiend, pas écht pijnlijk lopen.

Bovenop komt, dat ik in denken altijd meer wil dan kan. Om over uitvoersnelheid maar stilletjes te zwijgen. I wrote the book is nog wel even een ander chapiter dan ‘I read it’.

Na veel nee-ja-misschiens, laat ik kortelings de categorie RT opgaan in Gericht Schrijven. Hierin huizen al de WOT- Writing On Thursday – en mijn Swoontjes, de Zwijmeltjes op Zaterdag.

Deze schrijfstuurtjes worden dus vervoegd. Het boekbeschrijf van weleer is niet meer, al zal Ariadnesdraad altijd wel plaats hebben voor rake passages.

Reading Thoughts Reversed dus, ofte een blogtechnische swoon met Beth Ditto !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Festina Lente

Al staat het keihard in de titel, toch gaat deze column niet over de uitkom. Nope.

Festiviteiten in dit tijdvak zijn ook niet aan de orde, want bij het idee dat ik naar buiten moet, ga ik haast even hard huilen als de wolken. Stormy weather ! De wind loeit, de regen klettert en het raam kraakt – vervaarlijk. Maar inmiddels is het een échte zeebonk en dus houdt ’t stand, al komt er dan geen baard aan te pas.

Ik dan weer moet terugvallen op mijn opleiding tot bootsman, nadat ik onverwacht – en vooral onvrijwillig – de Noachiaanse zondvloed nog es even in een niew kleedje steek. Conclusie van deze update : de zeebenen houden het, maar niet droog.  Als in : gooi eens 10 liter water je woonkamer in, als de dichtstbijzijnde afvoer zo’n 10 meter verderop ligt. Brrr. Water, ik heb d’r (b)aardig genoeg van.

Aan de andere kant van mijn scherm zie ik nu wenkbrauwen op gymles. No worries, beste lezer, It is I, Ariadnesdraad.

Voorgaande zever in pakjes mag dan de indruk wekken dat ik het spoor bijster ben, in werkelijkheid brengt ie ons bij de kern van dit blogstuk. Zeg nou zelf, welke intro voor quatsch is beter dan kletsica ?

Toen quatsch de WOT van dienst was dacht ik aanvankelijk ook : “Wat moet ik aan met dat gezwatel ?” Zelf hou ik niet van humbug, namelijk, wegens slecht voor de sereniteit.

Soms zit je er echter zo pal middenin dat er geen rondkomen aan is. Listen very carefully naar de story van Festina Lente (haast je langzaam), boeken en quatsch.

Boekje, koffietje (ok, sloten en een dikke pil) en laat maar waaien dat weer. Een goed huwelijk, ware ’t niet dat quatsch als echtbreker op de loer ligt…

Ik ben een letterkesmens, beste lezer. Nog meer sinds Ariadnesdraad. Dus koets ik regelmatig naar de leesfabriek om mijn leeshonger te stillen. Zodoende is een oneigenlijk voornemen waargemaakt : ik heb een leeslijst. Met welgemeende dank aan Triltaal .

Nagelnieuw is ze, die literatuurlijst, en up-to-date ook nog. 2 begrippen die zomaar de doelstelling van een bib kunnen zijn. I wish.

Heerlijk als de aard van het leesbeestje naar boven komt. Een beetje blogger heeft z’n leesoog stand-by en leesvoer bij de hand.

Nou, of ze ’t in de plaatselijke boekenbank ook zo verrukkelijk vinden staat nog te bezien. Maar pakkensklaar, dat duurt nog even.

Nou ja, geen punt. Festina lente. Voel de sereniteit van IBL**.  “Kom ik er vandaag niet, dan kom ik er morgen” , heeft als pro dat  het een flinke slok op de aankoopborrel scheelt en valt het toch tegen, dan is het geen aderlating. Dus : ik present aan de balie.

Bummer. Gewoon Single blijkt niet IBL-baar wegens te recent. Voor Baliedame is hiermee de kous af.

Terwijl “Huh?” en het bib-principe “te recent” het in mijn hoofd niet eens kunnen worden haast ik me dan maar langzaam naar huis. Om de ruzie der celletjes te beslechten stel ik een poos later de vraag opnieuw. Andere tijd, andere dame,… wie weet.

Zip ! Daar staat het al op het scherm ! Met een dikke, vette niet beschikbaar er achteraan. “Dat hebben we niet”. Wat je zegt. Sounds familiar.

Rikketik …  Net voor het eind van mijn geduld vertelt klaviergetokkel dat het toch gaat lukken. Mijn little grey cells heffen al opgewekt ” We zijn er bijna” aan en ik ben het gezwam van poging 1 haast vergeten als ik te horen krijg dat ze ’t in Limburg ook niet hebben wegens een beetje langzaam, daar. ????!

Ondanks het abrupte “Sssstttt ! Tongbijten !” van ‘the grey ones’ kan ik toch “Jamaar, je hebt het zélf niet ! ” niet binnenhouden. Sereniteit aka langzaam is duidelijk mijn fort niet. Mission aborted again, wegens opspelend rechtvaardigheidsgevoel.

“Andermans fouten uitvergroten, terwijl je zelf in gebreke blijft, wat een quatsch !” schilder ik later het plaatje. ” En je bent niet eens Limburger ! “, responseert m’n gesprekspartner. Ik zie de giebel in z’n ogen en weet : hij is dat natuurlijk wél !

Ik klasseer het vertikaal. De bib niet, want die mailt me dat ik het boek eerstdaags zal kunnen ontlenen omdat het op de aankooplijst is gezet. Zegge en schrijve november 2013.

Zelfs met veul marge is die weldra nu toch echt door. Maar ‘anno hodie’ nog steeds geen Karin te lees … Benieuwd hoeveel Festina Lente’s er nog voorbij gaan komen voor ik dat boek te lezen krijg.

Haast je langzaam, heet zoiets.

—————————–

* :  Sinds het Big Boobies-postje van Appelig zingt het aldoor ‘Allo Allo’ in mijn hoofd. Dat opent natuurlijk de weg naar nog een paar andere one-liners… cfr. cursieve tekst.

** : InterBibliothecairLeenverkeer