Bron : Weheartit.
Nadat de marathon-carrière van m’n rikketik middels kalium bruusk ten eind kwam en ie noodgewongen weer in de maat ging slaan, wuifde Arts me mijn ziekbed uit, naar huis toe. Met de verzekering dat alles goed zou komen, maar dat ik het nog wel “even” zou voelen.
Vertel mij wat. Eenmaal thuis miste ik alle bravado. Energie nam holiday, zonder mij. Tot iets komen bleek heel uitdagend.
Toen werd het zondag, en schenen er zeven zonnen. Ideaal voor mijn alter ego, Superwoman, om haar slag thuis te halen en mij buitenshuis te krijgen.
Fit of niet, ik ging. Alleen zo kwam ik van Super’s gezanik af. Eens “op trot” ging het beter. Ik kreeg er zowaar schik in. Helemaal niet gek, om een beetje rond te cruisen… Het zonnetje bracht warempel de geur van goed weer mee. Feest !
Daar hoort een ijsje bij. Het elastiekje van mijn goeie hum springt op en neer, want ik heb muntgeld op zak … ice cream, here I come !
Bij het kraampje aangekomen, stapt een vriendelijk lachende man op me toe. “Gaat u ook bezwijken ?” vraagt ie, waarop ik : “Yep, maar alleen voor het ijsje”.
Gek, de man kent me, terwijl ik niet eens het flauwste idee heb waar vandaan.
“Goed u lachend te zien.” “Van de meeste klanten weet ik niet hoe het ze nadien vergaat, als ze een trieste rit met me maken”.
Het vraagteken op mijn gezicht maakt plaats voor een aha-erlebnis. Eureka ! Mr Cab, zowaar.
Ik weet het weer, hoe het toen ging. Ik ging de moeilijkste rit uit mijn leven maken. Zonder exacte routebeschrijving. “Sorry”, snikte ik alleen maar. “Geeft niks”, zei Cab.
Tijdens de rit zag hij nog kans om me van een berg zakdoekjes te voorzien, en een bekertje home-made koffie. “Hiermee gaat het beter,” wist hij. Gelijk had ie. Ik wist mezelf bij elkaar te rapen.
We ploffen bijpratend op een bankje. Jawel, hij doet nog altijd taxiwerk, maar heeft een uurtje vrij.
Dan ben ik. Ik vraag de vriendelijke reus het muntje even door te geven, wegens zelf te klein. Hij neemt het geldstuk aan en laat het zweven tussen mij en Ijscoman. Suspence. Dan klinkt het gedecideerd : “Ik ga het u schenken, mevrouwTJE“. Alle mensen op en rond het kraam applaudiseren. Weigeren is dus geen optie.
Weer ben ik van de kook. Van blijdschap, nu. Mr Cab ziet het, en ziet er ook al blinkend uit. “Leuk u fleurig te zien. Tot de volgende rit !” Hij zwaait, ten afscheid.
Ondertussen bedenk ik dat het wel goed is, zo. Vergeet me zelfs te storen aan mevrouwTJE. Niks geks aan, als je een halve meter groter bent, riposteer ik de emancipatiedrang van Superwoman.
Een goeie daad mag je niet dwarsbomen. Daarom rijd ik, vrolijk likkend, nog ’s langs de standplaats van Mr. Cab. Zijn duim gaat de hoogte in.
Later thuis, komt het in me op dat we toch een soort van quitte staan.
Hij schonk me het ijsje en ik hem het volledige spiegelbeeld van onze (voor)laatste ontmoeting. Dit keer zal het Cab niet bezwaren. Hij kon immers een verschil maken. Een leuke twist aan de situatie geven. Eind goed, al goed.
Heel smakelijk, zo’n ijsco-mecenas. En onbetaalbaar !