Tagarchief: niet te filmen

Malaguena Matador : Swoon 28

Waar het hart van vol is loopt het scherm van over, beste lezers. Tot mijn eigen grootste verbazing serveerde ik de afgelopen tijden sportgetinte columns. No worries, dit wordt niet de zoveelste. Ik ben weer mijn eigen sport-vrije zelluf.

Maar : ik maak toch van die oeffffffff maar een oei, want het moment om uit mijn sportbubbel te stappen is wel errugg ongelukkig : de Olympische Spelen,  begot. Wie de sluiproute om aan deze sportieve kwelling te ontkomen kent, let me know.

Simpeltjes zal ’t niet wezen, als ik alle nu al opgedraaide zenders mag geloven, die al dàgen met de grootst mogelijke stelligheid roeptoeteren, dat ze vanaf twéé uur ’s middags tot dieeeeep in de nacht verslag zullen uitbrengen, zodat je niets hoeft te missen. Hm. Kan is een beter woord. Grumbeldemumbellllllllllllfrusssssssssssstratie.

In medialand is het verder ook maar frut : lange reportages, vaak niet voor het eerst te zien. Dan kan het twee kanten op : razend interessant of bedroe-vend sa-haai. Geeeeeeeeeeeeuww.

Van de nu al bekende najaarsprogrammatie word ik tot dusver ook geen blij mens, want al zegt het promootje dan wel dat het vonken gaat geven, ik ben stilletjes, bij mijn eigen, toch bang dat we het kleuter-niveau ontstegen zijn. Neerwaarts, wel te verstaan.

Enfin, Gezegend ben ik dat ik blog, en dat mijn lidgeld voor de bieb net is gestort. Kan ik fijn die hele hannekesnest laten voor wat ie is.

Ook een strakke actie voor de dagelijkse bulletins, die zonder uitzondering te vatten zijn onder de vlag “waar staat uwe kop ?” Erdogan die na de coup heulemaal los gaat in ’n uiterst gevaarlijke riching. Verder :  losgeslagen nozems, onder wie één, die een hoogbejaarde herder koudmaakt –  in zijn eigen kerk, dan nog. De kop staat er misschien nog op, maar de hersens zijn al lang buiten gebruik, me dunkt.

Met dat compleet verziekte geval moest daarop flink geleurd : niemand stond te springen om z’n stoffelijk overschot. Tussen al die ????????? in mijn hoofd ook de vraag hoe die ouders ineensteken, en als ze convenabel zijn, de bedenking ‘je zal ’t maar thuis krijgen’.

En wat te denken van die bedrade student, die hartje hittegolf van laatst, in de dikst mogelijk winterjas ging rondhupsen, in de door aanslagen getroffen hoofdstad. Ieder en allen het attaque nabij, en de hele veiligheids-halfse bollenwinkel paraat.

Naast eens achter je oor krabben, kan je hier heel wat vragen bij stellen. Bij voorbeeld : wie gaat dat betalen… ? Te zot om te bedenken, als het niet zo heuselijk echt was. Het zwijgende rectoraat zit in zeerdoend knellende lotusschoentjes.

Ook schreeuwend stil blijft ‘t, rond dat absoluut geen kwaad kunnend lotus-inzicht der politiediensten. Het licht mag van mij per direct aan rond “waarom ?” die hele kermis  vier uur aan de gang bleef. Trommelvlies-doorborende stilte.

Tussen alle terror-nieuws door, andere flardjes die blijven hangen. Waarbij je niet anders kan dan denken : Ochotte, krijgt dat voor.

De matador-ondergang. Het zal je kind maar zijn, dat daar ocharm live – voor het oog van de wereld – geregen wordt. Muy triste. Wat heb je dan nog aan Spaanse folklore, die al eeuwenlang bestaat ? Tss.

Ze zal niet wijken, daar verander je niks aan. Maar ik voel boos bij ‘ al 30 jaar geleden ‘. Ja-ha, en al die gevallenen achter de coulissen dan ?! Unfair, niet alleen in feit, maar ook nog eens in telling …

Actualiteit. Altijd reuring. In de wereld, in hoofd en hart – hopelijk.

Dus vandaag, voor al dat nieuws dat pijnlijk ondergesneeuwd raakt, en waarin je best niet participeert, ’n temperamentvol fragment met toepasselijk dramatische aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaahhhhhhhhhh aan het eind.

En dan. Dan lees je dit, en gaat ’t wat beter. Pleister voor het beurse hart.

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Advertentie

Nog zo ne klop en ’t is donker !

 

Afbeelding via Google

Ofwel : Straffe stoten !

Want :  mijn alterego Superwoman overzomert.

Ik mag hopen dat het niet voor de duur van de laatste regeringsformatie in Belgenland is. Zo ja, dan loop ik straks het gevaar niet meer kredietwaardig te zijn. Of stressbestendig.

Haar eerste vervanger, Chaos, ging nog net. 

Goed, het publicatieschema van dit eigenste blog sputterde, en ten gevolge van al die wegenwerken waarin ik telkens de weg (letterlijk) kwijtraakte, kwam ik zo belachelijk vaak en veel te laat op geprikte uren dat het bijna weer grappig werd.

Nou ja, op de peperdure annulatiekosten na dan.

Maar al bij al niets waar de wereld van vergaat en al helemaal niks dat niet verdwijnt na een deuntje ” Er kan nog meer bij …. ! ” Uit volle borst, dat spreekt.

Maar nu ! Nu is Chaos het snertweer beu.  Hij is de zon achterna. 

Ik zou er bijna vrolijk van worden. Bijna. Want de opvolger van Chaos heet Professor Gobelijn.

In de Jommekesalbums zorgt de legendarische verstrooidheid van Gobelijn voor  hilariteit, maar in het echt valt dat dik tegen.

Echtigentechtig. Laat me je dat vertellen.  Want in de niet door Jef Nijs getekende werkelijkheid ben je niet de facto gerust dat het  wel allemaal op zijn pootjes terecht komt.

Nope. In het echt gaat het zo.

Zaterdagavond ten huize Ariadnesdraad. Na een dag vol hiccups heb ik die vertraging die je nooit meer goedmaakt. Snel nog even dat wasje draaien dan maar.  Hoezo, zakken nakijken ? Mijn dumdiedummetje missen? Watzegjemenou.

Wat later krijg ik mijn lader in het vizier. Zonder GSM. Nergens te vinden, dat rinkelding. Hm, even mijn route teruglopen. Waar heb ik ‘m nou gelaaaaaaaaa ??!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

Als the where-abouts van mijn mobieltje me tenslotte duidelijk worden, hap ik naar adem. Bij de zenuwcrisis die volgt, is die van Tante Sidonia niks.

Maar anders dan Tante moet ik het zonder een voor mij geprepareerd mosterdvoetbad stellen. Pech. Dus zit er maar één ding op : uit de red-alertfase  raken en kalm(er) worden.  Maar weten is één, doen een ander.

Ik haal een mentaal STOP-bord boven. De code rood verschiet van kleur. Oranje. Net genoeg om uit de versteenmodus te raken en weer lucht te krijgen.

De extra aanvoer van zuurstof zorgt voor de acute aandrang om Zapsgewijs te gaan krijsen en mezelf de haren uit het hoofd te rukken. 

Maar met mijn coupe is dat geen optie. Zeg nou zelf, stoppeltjes uittrekken is echt nog een graadje idioter dan je jeans met bel-device  in een warmwasprogramma stoppen. Willen of niet, kalmte is de enige kant die ik uitkan.

Die afweging bewijst dat mijn brein weer een beetje meedoet. M’n denkproces komt op gang. En wat voor één. Mijn gedachten schieten weg als hagelkorrels.

Stap even in mijn hoofd, beste lezer, en lees de transcriptie van mijn “inner talk” mee.

Ik :  Wat moet ik nou toch doen ?!!!!!!!!   Brein : De wasmachine moet open. Ik : hoe krijg ik het water weg en de deur open … Geen tijd voor waterafvoer en het kinderslot …

Brein : ” Zet af, die trommel ! ”  Ik staar,  nog steeds besluiteloos wegens geen zin in een overstroomde badkamer,  naar het deurtje met daarachter mijn foon, die rondzwiert in een waterkolk. 

Ongelovig kijk ik er naar. Stomverbaasd ben ik als ik me ineens – now, of all times ! – het wijsje ” Kleine wasjes, grote wasjes, … laat maar lekker draaien ! ” herinner.

Brein laat het er niet bij zitten. Haalt uit zijn trukendoos het woord simkaart boven.

Brein : ” Als je je simkaart hebt, kan je de meubelen redden. Je hebt nog een  zaktelefoon en … “

Abrupt pleur ik het deurtje open, Noachiaanse zondvloed of niet.

Veilig verankerd in mijn broekzak zit mijn riedeltjesmakertje. Na wat viswerk heb ik het te pakken. ‘ t Ziet er wonderlijk heel uit.  Het schermpje is naar de filistijnen, maar het klepje van het achterdek is net een gesloten oester.

Bij het  idee dat mijn simkaart van de verdrinkingsdood is gered, krijg ik de bibbers.  

Na ’n huzarenstukje heb ik het klepje open om met mijn eigenste kijkers vast te stellen dat de batterij nog niet eens het begin van een druppel heeft gezien en de sim, onder dit prachtige afdak, evenmin.

Hallelujah ! Maarrr … waar is nou toch mijn remplaçant ?

Nog zo ne klop en het is donker !

De wereld draait door na een belcatastrofe. Zelfs na twee.

Want na een lange nacht die gekenmerkt werd door zoektochten naar telefoon en nummers, geheugenkaarten en daarop ontbrekende cijfercombinaties plus boze dromen over wasmachines die deuntjesmakende dingen opslokken kwam Zondag.

De dag dat ik het ikhebhetmaarwaarishetnou puin ruimde en zuchtte. Innerlijk smeekte om de terugkomst van Superwoman. Als de wiedeweerga.

Me bedacht dat ik een actieplan achter de hand moet hebben voor als het – onverhoopt ! – weer gebeurt.

Wie alsnog een strategie heeft voor deze verstrooide prof : let me know !

Ondertussen heeft die andere chaoot, Gobelijn, wel weer gelijk natuurlijk. “’t Zijn toeren !”

Yep.