Tagarchief: (niet)-wolkzitters

Mr. Leeflust (Swoon 51)

Vooraf : Deze Swoon is een ode aan Leeflust, een bijna-eeuweling met zwier, nu wolkzitter.

2017. Een loodgrijze februari-morgen, een keukentafel en ik. Dat is de setting, beste lezers. Allemaal even troosteloos. ‘Mijne kop’ voelt als het vierarmen-kruispunt : oren, sinussen en ook één oog zitten potdicht. Het enige dat loopt is mijn neus, en tranen. Het doorgaande verkeer bestaat uit een file tissue-propjes.

Oorzaak is het momentum, dat me de fakteurfactor liet trotseren. Sinds mijn correspondentie inclusief vensteromslagen is, vergt dit zo nu en dan vermetelheid. Het is nu dat andere gevaar, het gebroken wit met zwart randje, dat voor stupéfait zorgt.

Leeflust’s tien dagen eerdere “Halloooo, ik ben er nog !” was nu : ik ben niet meer. Ik kijk er daas naar. Mijn oog wordt onweerstaanbaar getrokken naar het bijtend roze Post-itje van Buur dat de ingetogen envelop ontsiert.

“Dit vond ik in de bus, na een paar daagjes weg”. Potverhierenginderenoveral ! Te laat. De gestrenge correctheid van m’n nieuwste wolkzitter indachtig, speelt zich binnenskops de begrafenis van de postbode af. Op het geplogen witte scherm hierbij, nu eens geen wapenfeiten, maar welgemeende tirade. Van MIJ. Want dit brei je niet even recht, n’est-ce pas.

Ook hoofdelijk, hoor ik Leeflust scanderen : “Kijk naar wat je wel nog kan, Ariadne”. Nou. Vooruit. Een reuzemok dampende koffie dan maar. Niet dat ik ze proef, maar de opstijgende warmtekrinkeltjes vertroosten. Een dosis obligate zuivel, en een Exce.drinnetje erachteran.

Now we’re talking ! Vlug condoleren, voor ik weer inzak. Aldoende hoor ik, dat er ’n koffietafel 2.0 komt, omdat er nog liefhebbers waren, voor ‘de postbode schabbernakken’*.

Toentijds. Soms breken mensen binnen in je bestaan op, eh, ‘liefst-niet’ moment. Wat nou, alles in de plooi…? Overhoop is ook mooi. Echtigentechtig.

Ik – pas een half land verderop verhuisd zijnde – was fysiek óp. Alles weigerde dienst, maar ikzelf, noch de dokter, toen nog te leen, begrepen er éne jota van. Dus : ’n batterij opzettelijk ver uiteen geplande onderzoeken, bedrust en ‘kamertje alleen’. Met uitkijk op de badkamer.  Daarin  : ’n gehoofddekseld heertje, zichtbaar moeite hebbend niet te ontploffen. Z’n doodzieke Cupidaatje werd van hot (badkamer) naar her (gang) gesjouwd, namelijk. Kamertekort…

Dat ging zo, tot ik ’t tafereel – plus de lege ruimte naast mijn bed – niet meer kon aanzien, en de verpleging er op aansprak.

“Weet je ’t zeker, ” roloogde witkapje, niet overtuigd.

27 zijnde, wist ik ook wel wat leukers dan ’n haast-hemelende, maar m’n hart was bij dat meneertje, dat straks – kinderloos, net als ik – met een gapend gat kwam te zitten. Moest-ie zich dit alles herinneren, met heisa en beddengeschuif op de voorgrond ? Mooi niet, als ik ’t helpen kon. Met stip iets waarin ik onwrikbaar absoluut was, beste lezers. Zo adopteerden we elkaar, die dag, de 80-er en ik.

Personeel meldde zich prompt kies afwezig. Ik trok dus maar m’n meest fluwelen handschoen aan, en vertelde zo zachtzinnig als kon, dat Piet Hein onafwendbaar onderweg was.

Z’n die-ie-pe zucht en één ontsnapte traan deden konde van de inzinking, maar, ik zag ook iemand die gaandeweg herrees, met lust tot leven. Leeflust.

Precies één week na ’t verscheiden, stond ie weer aan m’n bed ?! Mét ribbelchips paprika. Want was mijn zoutgehalte niet gekelderd, volgens de dokter ?

Was er dan draad doorgeknipt, er werd ook een nieuwtje gesponnen. We hielden contact, en giebelden en grienden wat af. Hij maakte me wegwijs, in m’n nog ampertjes ontdekte woonstee, en ik was dol op mijn levend archief. Samen hadden we ’n geschiedenisboontje. De grote oorlogen kwamen dus voorbij, hoewel heul summier. Want op dit punt was Leeflust   oester. Die ik dan weer niet probeerde open te breken.

Hierover verhalen aan ‘jonge’ mensen vond ie passen als ’n vlag op een modderschuit. Dit verlies nam ik sportief. Wat moet je anders, als iemand haast drie keer jouw leeftijd telt ? Af en toe liet zich tóch iets wetenswaard kennen. Zo begreep, sprak en las ie prima Duits. Maar hij zette de toenmalige Voldemort en zijn groot begane kwaad op zijn manier gevangen – door complete negatie van de taal die ze spraken.

De generatiekloof, ze ís er, maar niet bij deze man – die goed twéé keer mijn opa kon zijn. Deze ware gentleman, met humor en open, twinkelende blik, was zowel verademing, als eer, om te kennen.

Zijn oorlogsattitude om ergens voorbij te kijken, zijnde mijn gammele constructie, en de waardering van mijn vrouwelijke input bij dilemma’s, waren kadootjes. Van hem, aan mij.

Kortom, het was me een hemelsbreed genoegen.

Spontaan kwam Harry Belafonte naar voor als swoontje. Deze maartmaand jarig, en ook 90+, met charisma.

Geniet van Hava Nagila, beste lezers !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.


*: iem. schabbernakken : iem. bij ’t nekvel grijpen

Advertentie

I’ll Rise, still (Swoon 39)

Vandaag even kijken wat mijn hart zegt over de aanstormende dertig dagen, beste lezers.

Met de elfde maand alweer aan de deur, zet ik me schrap voor de stukjes glas, die weer af en toe extra hard in mijn hart zullen prikken. Niets aan te doen. Novemberverdriet. Van het meerluik van toen tot nu heb ik een hele weg afgelegd.

Maar toch, het blijft balanceren. Vallen. Onderstromen. Opkrabbelen. Opstaan. Doorgaan. Onbedachte voetangels ontwijken. Schimmig gefluisterde opmerkingen niet laten afketsen op je pijne hart. Te hard om niet te denken : ” waarom toch ? ” en te zacht om goed te horen, die pijl van het geniep.

Bovenstaan. Naast laten gaan. Neerleggen. Veel, vaak en steeds opnieuw. Want tegen onverstand valt niet op te tornen.

Denken, weten, voelen én uitstralen : “Ik doe het, en van jou moet ik het nog zien !”

En, als je boos, maar toch nog ‘composed’ genoeg bent, ’t ook nog zeggen. Dat is rouw, in pakweg honderddertig woorden.

Natuurlijk zijn er meerdere situaties te bedenken, waarbij iets snijdends zomaar over je uitgestort wordt. Dat vind ik zo sterk aan Still I Rise van Maya Angelou : universeel toepasbaar.

Mijn Swoontje staat hier. Met Engelse tekst en audiofragment erbij.

Ik kwam dit op het spoor door een docu rond Serena Williams. De langdurigheid waarmee de Williams-zusjes nu al aan de top staan, doet onsportiviteit ontluiken, weet ik.

Bots ik op een match met Williams, dan supporter ik standaard voor de opponent. Dat wil zeggen, als ik me er al toe kan zetten, het uit te zitten.  Tja, niets menselijks is me vreemd, beste lezers. Voorspelbaarheid verveelt stierlijk. Hoe leuk het waarschijnlijk ook is, om het momentum te keren, te sturen, en finaal aan het langste eind te trekken.

Frut voor de toeschouwer die ik ben. Maar, als Serena dan een boontje blijkt te hebben voor Maya Angelou  – en ok, met een pluchen Disney beddewaarts gaat – dan smelt ik zowaar toch.

Want : I am the dream and de hope …

I rise. I rise. I rise.

Still I rise.

Valt weinig anders op te zeggen dan Amen.

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

 

Malaguena Matador : Swoon 28

Waar het hart van vol is loopt het scherm van over, beste lezers. Tot mijn eigen grootste verbazing serveerde ik de afgelopen tijden sportgetinte columns. No worries, dit wordt niet de zoveelste. Ik ben weer mijn eigen sport-vrije zelluf.

Maar : ik maak toch van die oeffffffff maar een oei, want het moment om uit mijn sportbubbel te stappen is wel errugg ongelukkig : de Olympische Spelen,  begot. Wie de sluiproute om aan deze sportieve kwelling te ontkomen kent, let me know.

Simpeltjes zal ’t niet wezen, als ik alle nu al opgedraaide zenders mag geloven, die al dàgen met de grootst mogelijke stelligheid roeptoeteren, dat ze vanaf twéé uur ’s middags tot dieeeeep in de nacht verslag zullen uitbrengen, zodat je niets hoeft te missen. Hm. Kan is een beter woord. Grumbeldemumbellllllllllllfrusssssssssssstratie.

In medialand is het verder ook maar frut : lange reportages, vaak niet voor het eerst te zien. Dan kan het twee kanten op : razend interessant of bedroe-vend sa-haai. Geeeeeeeeeeeeuww.

Van de nu al bekende najaarsprogrammatie word ik tot dusver ook geen blij mens, want al zegt het promootje dan wel dat het vonken gaat geven, ik ben stilletjes, bij mijn eigen, toch bang dat we het kleuter-niveau ontstegen zijn. Neerwaarts, wel te verstaan.

Enfin, Gezegend ben ik dat ik blog, en dat mijn lidgeld voor de bieb net is gestort. Kan ik fijn die hele hannekesnest laten voor wat ie is.

Ook een strakke actie voor de dagelijkse bulletins, die zonder uitzondering te vatten zijn onder de vlag “waar staat uwe kop ?” Erdogan die na de coup heulemaal los gaat in ’n uiterst gevaarlijke riching. Verder :  losgeslagen nozems, onder wie één, die een hoogbejaarde herder koudmaakt –  in zijn eigen kerk, dan nog. De kop staat er misschien nog op, maar de hersens zijn al lang buiten gebruik, me dunkt.

Met dat compleet verziekte geval moest daarop flink geleurd : niemand stond te springen om z’n stoffelijk overschot. Tussen al die ????????? in mijn hoofd ook de vraag hoe die ouders ineensteken, en als ze convenabel zijn, de bedenking ‘je zal ’t maar thuis krijgen’.

En wat te denken van die bedrade student, die hartje hittegolf van laatst, in de dikst mogelijk winterjas ging rondhupsen, in de door aanslagen getroffen hoofdstad. Ieder en allen het attaque nabij, en de hele veiligheids-halfse bollenwinkel paraat.

Naast eens achter je oor krabben, kan je hier heel wat vragen bij stellen. Bij voorbeeld : wie gaat dat betalen… ? Te zot om te bedenken, als het niet zo heuselijk echt was. Het zwijgende rectoraat zit in zeerdoend knellende lotusschoentjes.

Ook schreeuwend stil blijft ‘t, rond dat absoluut geen kwaad kunnend lotus-inzicht der politiediensten. Het licht mag van mij per direct aan rond “waarom ?” die hele kermis  vier uur aan de gang bleef. Trommelvlies-doorborende stilte.

Tussen alle terror-nieuws door, andere flardjes die blijven hangen. Waarbij je niet anders kan dan denken : Ochotte, krijgt dat voor.

De matador-ondergang. Het zal je kind maar zijn, dat daar ocharm live – voor het oog van de wereld – geregen wordt. Muy triste. Wat heb je dan nog aan Spaanse folklore, die al eeuwenlang bestaat ? Tss.

Ze zal niet wijken, daar verander je niks aan. Maar ik voel boos bij ‘ al 30 jaar geleden ‘. Ja-ha, en al die gevallenen achter de coulissen dan ?! Unfair, niet alleen in feit, maar ook nog eens in telling …

Actualiteit. Altijd reuring. In de wereld, in hoofd en hart – hopelijk.

Dus vandaag, voor al dat nieuws dat pijnlijk ondergesneeuwd raakt, en waarin je best niet participeert, ’n temperamentvol fragment met toepasselijk dramatische aaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaahhhhhhhhhh aan het eind.

En dan. Dan lees je dit, en gaat ’t wat beter. Pleister voor het beurse hart.

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Je harde schijf verzorgen

Niet bang zijn, beste lezer, je bent niet al meer dan 220 postjes een incognito computernerd aan het lezen, je bent de weg niet kwijt – en je peeceetje ook niet.

It is still I, Ariadnesdraad. Dit is simpelweg een hulde aan de ingenieuze computer die we eigenlijk allemaal zijn.

Bart Peeters zal ’t me vast niet kwalijk nemen dat ik een regel uit Het Menselijke Brein tot titel promoveer. Want ik wil het vandaag hebben over de harde schijf die we allemaal hebben : ons hoofd.

21 septembember is Alzheimerdag. Dat brengt me terug naar de dwaaltocht in het hoofdelijke duister van mijn moeder.

Dit jaar werd mijn memorie getriggerd door Gulliver’s droge mededeling dat ie ‘de facturen’ had weggedaan (de verzorgingskosten toen mijn moeder niet meer thuis kon wonen, nvdr). Mijn hart zakte, bij zoveel bewijs van kosten en leed.

Eens te meer heb ik vrede – met haar nieuwe statuut van wolkzitter. Maar mijn hart zakt nog steeds, als ik aan al diegenen denk die nog volop in deze martelgang zitten.

Ik wil daarom graag een pluimpje opgooien naar alle verzorgers, die hun taak met een noodzakelijk eindeloos geduld uitvoeren. Not scolding, cursing and crying in de praktijk …

M’n loftuiging is door Vadermans aangeleverde content. Jaja, die Gulliver is niet alleen een schattige lurker die me tot schrijven zet, (“Ik heb nog eens gekeken, naar je blog ?”) hij blijkt ook ’n romantische Muzenzoon, die mijn celletjes op gang trekt met pakkende teksten*. See for yourselfs, beste lezers.

Over hoe het moet zijn, als je het hebt.

Alzheimer’s Request

Do not ask me to remember,
Don’t try to make me understand,
Let me rest,
And know your with me,
Kiss my cheek
And hold my hand

I’m confused beyond your concept,
I am sad and sick
And lost
All I know is,
that I need you
To be with me,
At all cost

Do not lose your patience with me,
Do not scold, or curse, ore cry
I can’t help the way I’m acting,
Can’t be different though I try

Just remember that I need you,
That the best of me is gone
Please don’t fail
To stand beside me
Love me till my life is done

Wijl jullie z’n kleine gloriemoment erop nalezen, ga ik ‘m bewijzen dat ik echt nog wel weet wanneer ie jarig is. Insert massa’s ???

De  vergezellende situatieschets is ’n foonconversatie waarin ik vroeg welke dag ie ook alweer exact jarig was – om af te kunnen spreken qua vervoer – en ik bij Gulliver toch ’n klein hartverzakkingkje bemerkte. ??!! Stilte. Daarna wederzijds gegniffel, toen mijn haastig ” Ik wéét wel wanneer je jarig bent,… ik bedoel de dàg.” Oeffff… !

Vadermans is weer gerust. Misschien nog niet over z’n verjaardagsgebak, maar wél over ’t feit dat ik kom. On the dot, en op de juiste dag nog wel. Geen sprake dus, van alweer plotseling verjaren

De taart-story krijgt dus een nieuwe episode, beste lezers. Definitely to be continued ….

Ik op naar lekkers !

 ————————————————————-

* van Author Unknown

Een verjaardag zonder – maar mét taart

Ik heb het geluk tante te zeggen tegen een hipster avant la lettre, beste lezers.

Moederszus is écht geen allehensje. Zerpig en kleurloos kan je haar allerminst noemen – joie de vivre is voor haar uitgevonden en er is altijd wat te draaien. Zeker tijdens het zomerreces.

Dan is ze druk met het clusteren van verjaarspartijen. Very hip, maar in haar geval geen novelty. Voor haar hoorde bij groot worden dat ‘alleman rondom’ z’n verjaardag in de zomerstop parkeerde. Het hep wat, en wat goed is moet je niet anders willen, toch ?

Led by example, it was destined to be, dat driekwart van Tantes kindervreugd de Summertime je van hét vond om te verjaren. Het andere kwart, hield ze voor hààr verjaardagsmaand : december. Partytime again.

Was ze vroeger al modisch, is ze nou hipperdepip, want tegenwoordig batcht * ze verjaardagen. Je moet tenslotte van gekkigheid wat, om taart-fatigue te voorkomen.

Want je zal het maar hebben : kroost’ s aanhang dorst ** jandorie OOK nog in Augustus jarig te zijn. Genre : ik vandaag, gij morgen. Hoe zot op zoet  – en hoe stuiterend van suiker ook, met 7(!) verjaardagen op niet eens ’t dubbele aantal dagen wil de laatste in de rij nog wel es sipjes naar z’n eigenste verjaardagsgebak kijken.

Neuh, dan the new generation  : tot ieders jolijt allemaal niet in hoogzomer een jaar erbij.

Ondanks genoemde taartgekte adopteerde Moederszus er met liefde en plezier nog een feestdag bij. Mijn moeders verjaardag …

De aanzet hiervoor lag in de nevelen van vergetelheid, die ervoor zorgden dat mijn moeder zich ten huize Moederszus als een visje in het water voelde, terwijl haar eigen woonstee té recent was om op veel animo te kunnen rekenen.

Er was Tante veel gelegen aan m’n moeders blijdschap, dus werd haar adres de feestlocatie. Vorig jaar, het eerste jaar zonder, wist Gulliver niet wat aan te vangen met mijn moeders verjaardag. Dus at ie samen met Tante maar een stukje taart. Zij had tenslotte de misericordia van dichtbij meegemaakt, en mocht ook wel wat opgepolleperd.***

Het werkte prachtig. Niet alleen de taart viel in de smaak, ’t idee erachter ook.  Dus bliezen we ook dit jaar weer verzamelen, om mijn moeder te vieren. Ieder gaf present, en ik, ik teken ervoor om met taart herdacht te worden. Nougatine rules, beste lezers !

” Ik Ben Een Zomerjong ” zei mijn moeder altijd. In haar geval meer dan waar. Letterlijk en figuurlijk.

Het moet wel haast zo wezen dat het zomerjong, als wolkzitter, aan de weerknopjes draait. Exact hetzelfde weer als twee jaar geleden. Zoel, zomers warm bij 27 graden, hoor ik Weathervoice zeggen in de vroege uurtjes van déze 12 augustus. Mijn moeders weer.

Het mijne ook. Vooral nu ik vandaag geen zwart mantelpakjes-vest aan hoef dat ik tegen de tijd van de koffietafel niet meer uit durf, omdat de zweetkringen in het T-shirt dat ik eronder heb, alles behalve matching zijn.

Nee, vandaag zet ik mijn witte zonnehoedje op, en ga de geur van goed weer opsnuiven. 

Per slot van rekening : je bent een Zomerjong of je bent het niet …

——————————————————————–

*   : batchen : samen laten komen

**  : dorst :  dialect voor durven

*** : opgepolleperd : opgevrolijkt

Ode aan Sjoklatteke

seo zoekmachine optimalisatie

Ken je die van dat vrouwtje dat ’s morgens opstond en dacht : dit wordt een dag waarvan ik steil achteroversla ? Die ging zo.

Laat september sta ik naast bed met kletterende cimbalen. Die morgen blieft het m’n celletjes een danske te placeren. Ze negeren fit en fluks m’n twee linkerbenen en zetten een pijnlijke choreografie in. Juist, beste lezers, Mr. Migrain is visiting, again.

Als de ‘grey ones’ een paar uurtjes later hun dansschoentjes over de haag gooien, galmt het hoorbaar ‘Oeffff’ in m’n hoofd. Gevolgd door een verre, vage, echo van ‘slecht nieuws’. Als een voice-over zal dit bericht de hele dag m’n gedachten doorkruisen. Om koekoek van te worden.

Ik ben die avond aan het bedenken waarmee ik mijn hersens tot de orde kan roepen, als Dumdiedummetje zingt. “Ja…, ehm, ik heb geen zo goe nieuws …,” hoor ik Gulliver zeggen. Mijn innerlijk kabaal valt opeens stil ?! Deze frase is een gekende aanloop naar een Jobstijding. Ook nu.

Malfortuna heeft toegeslagen : Sjoklattekes wederhelft is wolkzitter geworden. Ik ben onthutst. Vadermans, denkend dat ik ni mee ben, helpt me op weg : ” Je weet wel, Sjoklatteke, van school …

Of ik Sjoklatteke zou kunnen vergeten ! Mijn onafscheidelijke schaduw. Mijn redder in kouwe nood … Mijn kleine beschermengel. Samen konden we de hele  (school)wereld aan. Wat had ik haar graag eeuwig geluk gegund, en niet dit …

Het duurt niet lang, of mijn vader en ik halen herinneringen op aan de chocomelk van Sjoklatteke. O sweet memory !

Sjoklatteke werd Sjoklatteke in de kouwe winterdagen van de vierde klas. De directeur beende handenblazend binnen ; dat kon alleen maar betekenen dat de ‘sjoffage’ weer es wijlen was. Zumba, om warm te blijven, was geen optie, wegens weerbarstige motoriek. Alras bibberde ik haast uit mijn vel.

Sjoklatteke, die me kouwer en grauwer zag worden, trok m’n klappertanden niet en gaf me tenslotte hààr warme Cécémel te drinken. Werkte prachtig, als antivries. Alleen had zij nou niks warms meer, en wél nog kou.

Dus hobbelde ik in de ‘speeltijd’ het buro van het schoolhoofd binnen, om te vertellen waarom ik zélf niet in vloeibare warmte kon voorzien. Daarop mocht Sjoklatteke uit de les, om thuis een nieuwe lading te halen.

Wat zal Sjoks Mum ogen als schoteltjes gehad hebben, toen dochterlief ruim voor de bel thuis binnenviel ! Gelukkig had ze ook een groot hart, twéé thermossen en megaveel inspiratie qua warme drankjes …

Het regime van de kouwe-drank-bricks moest vallen, wilde ik niet als sneeuwpop eindigen …

Hoewel deze maatregel Spartaans lijkt, was ie oorspronkelijk gewoon probleembesparend.

Want mijn moeder wist waartoe die eigenzinnige motoriek van mij vaak leidde : een zeer nabije studie van de grond en een Sjoklatteke dat dan de netelige taak had me op te krikken. Doffe ellende, die je niet wil vergroten met zompige boekentassen door een gevalletje gesneuvelde thermos.

But desperate times call for desperate measures. Nu we onvrijwillig in een nieuwe ijstijd werden gestort, gold als kersverse strategie : Sjok twee thermossen, ik twee brooddozen. Later werd dit bijgesteld naar boterhammenruil.

Ja, beste lezers, ik was dat kind dat andermans lunch verorberde. Zonder represailles. Onze ouders kenden dit publiek geheim, maar lieten het er verder bij. We zagen er per slot van rekening happy & healthy uit.

Daarbij kwam dat ons beider mums wel opgedaan waren met het culinaire compliment dat ze kregen. Win-win all over. Ik bleef warm, dus m’n moeder beloonde Sjoklatteke’s geniale inval wat graag. Met broodjes ei, die Sjok hemels vond. Anderzijds vond ik de bokes rauwe hesp van Sjoks Mum helemaal niet verkeerd – tot jolijt van Sjoklatteke, die ze graag aan me sleet.

Nu, in ’t donkerst der dagen, hoop ik dat iemand ‘mijn’ Sjoklatteke van ‘hot chocolate’ voorziet. Want zoiets warmt het hart, en dat gevoel gaat niet verloren …

Sjoklatteke(s) for the world !

 

Ode van Bart Peeters aan Luc De Vos vind je ook hier.

De elfde maand (in vogelvlucht)

seo zoekmachine optimalisatie 

Het is bijna zover. November. Ik kan er niet omheen, maar moet er dwars door – opnieuw. Graag of niet, je draagt het verleden altijd bij je. ’t Is de kiem voor het nu en de toekomst.

De herdenking van Den Grooten Oorlog past hierop zelfs de overtreffende trap toe : die nam een jaar-arrangement. Ariadnesdraad heeft een boon voor geschiedenis, dus daar ruim ik graag wat plaats voor in.

Die kiem, dat geldt  ook voor dit blog, beste lezer. Want Ariadnesdraad ontstond eigenlijk niet uit “joy and laughter”. Al hoop ik – meer dan stiekem – dat je dat hier wel leesgewijs beleeft … Veelvuldig ! Dit schrijfpunt werd mee geboren uit een plotsklaps verlies, dat in mijn leven een “grooten oorlog” ontketende.

Het moeras van tranen waarin ik was beland, bleek Het Land of Sorrow te heten. Ik zou er meermaals terugkeren – kortelings achtereen.

Eerst voelde het als een kolkende zee, die met woest geweld alles wegrukte…

Geleidelijk aan – denk : minuut per minuut, won ik terrein. Met de hulp van diegene die me op het blogspoor zette, Ariadnesdraad ofcourse, en natuurlijk jullie, lieve lezers. Meer dan eens waren jullie comments een pleister op mijn November-gewonde hart. En niet alléén op dat van mij, I tell you.

“Death shall have no dominion” is voor mij nimmer nog waar, maar niet meer in overheersende vorm. Een weg die ik dit jaar ook een beetje via m’n columns af leg.

De kolkende zee komt aan bod in And Death Shall Have No Dominion. (3/11)

Het woest geweld verwijst naar de bulderende kanonnen in Vlaamse Velden, die luitenant John McCrae nét niet wist te overleven. Z’n pakkende beschrijving van deze nachtmerrie lukte dat gelukkig wél. De klap van de rozen (11/11) is die van kruisen en de vooruitgang die daarop heeft gebloeid. Ze moeten nog steeds spreken, jammer genoeg. In Kiev bijvoorbeeld, afgelopen februari.

Weggerukt dan weer is de Dame op de roze wolk (25/11). Sinds ze wolk-zitter is geworden voert ze de regie over het compartiment Memorie(s). Niet alleen zingen  die van Within Temptation mooi over herinneringen, ze maken er ook nog gave clipjes rond. Met speciale jurken.

Wolkdame heeft vast mijn aandacht hier naar toe getrokken door haar foto-gewijze aanwezigheid in bruidsjapon.Tja, als je dan toch als een sterretje aan de hemel staat, kan dat net zo goed met wat catwalk-allure…

In Retrospectief (18/11) link ik m’n tocht door het donker (van november) aan bloggen.

Ik neem julllie graag mee, beste lezers. Nu al ben ik blij met jullie hartverwarmende gezelschap !

Hummetjes-gesprek

“Zul je voor haar schrijven, dan ?” vraagt ze. Hmmmm, hum ik nadrukkelijk instemmend. Het blijft stil. Zekerheid is belangrijk, dus zet ik mijn bevestigings-hum kracht bij door er ” Tuuuurlijk, schatje” op te laten volgen. “Maar ik moet er nog even over nadenken.” De geruststelling komt aan, merk ik ; ik krijg een klein hummetje terug.”Hm.”

Bovenstaand hummetjesgesprek is, gemaskeerd als knots, best diepzinnig. Want het is de synthese van dit onmetelijk grote gevoel, dat zich niet zomaar in woorden laat zetten.

Dat ik je mis.

Het is zoveel, en zo vaak. En vooral : altijd. 

Het is de vaststelling die hoort bij : ik moet nu alleen. Het loopt quasi-onmerkbaar naast je, om zich dan met de kracht van een boemerang wooiiiiiiiiiiiing in je maag te splitsen.

Het print zich onuitwisbaar in je ziel, neemt je hoofd over, en zorgt dat er bij tijden niks uit je handen komt, al moet dat nog zo hard.

Het is een mantra, zeg maar, voor niet-wolkzitters. Dit magische zinnetje ontrolt een impressionele erfenis in hoofd en hart van diegene die het uitspreekt. Ik mis je.

Vanaf nu, door Maaike, haast filmisch beschreven en  prachtig bezongen.

Ik hou dit vast, in gedachten, als het nodig is. 

Ik hou dit vast, maar niet voor mezelf alleen : ik stuur het, als troost, aan al wie nog onder de wolken woont, voor wie missen vandaag een werkwoord is…