Tagarchief: review

Wereldboekendag (Swoon 58)

Morgen Wereldboekendag.

Je ontdekt nog es wat, als je leest. Een stuk minder druk dan mijn wervelende Boekenfee, maak ik er nu ruim de tijd voor, en stort me op Sonja Barends nieuwste. Ernstig, wat naar binnen gericht, laat het de lezer feitelijkheid(jes) weten, zonder ze daarom volledig uit te (kunnen) diepen. Onnavolgbaar. Een beetje zoals ons hoofd – of in ieder geval het mijne – werkt. In goeie balans, met humorvolle scenes die naadloos in dit boek vervlochten zitten.

Een review voor deze letterkesdag dus. Doe ik toch nog wat met mijn eerder opgedoekte boekenrubriek.

‘Je ziet mij nooit meer terug’* is een boek rond Sonja’s vader David. Ze komt hem op het spoor door een verjaardagskalender, met daarop een gelijknamig meisje : Sonja. En toch ook weer niet, want eh … Barend, wie is dat ?

David Barend zat in Polen in een concentratiekamp. Ergens in ’43 viel hij ten prooi aan de zinsverbijsterende Nazi-ideologie, nadat hij in 1942 thuis werd opgepakt. Het enige dat heel helder over hem is, is de door hemzelf gemaakte lotsvoorspellig : je ziet mij nooit meer terug.

Verder is de beste man in mysteriën gehuld : de archieven, Sonja’s moeder, de wereld : niemand laat iets van tel los. Niet makkelijk, dat summier versus ruim gewetene.

Dus is hij, en blijft hij eeuwig en drie dagen, ik citeer : ” … een verhaal, mijn verhaal, een met mijn fantasie en veronderstellingen aangevulde geschiedenis. Dat verhaal vult mijn hersens, houdt mij bezig, en levert als een accu vreemde brandstof, energie voor wat ik wil, doe en heb gedaan.” (p 282.)

Dit boek laat via de summiere geschiedenis van vader Barend ook Sonja’s moeder zien. Zij is dan weer ruim vertegenwoordigd. Begrijpelijk, ze telde veel meer levensdagen. Niettemin zet dit boek op heel veel manieren aan, om stil te staan bij breed en beperkt. Plus het waarom daarvan, en heus niet alleen inzake informatie(vergaring).

Haar strapatsen zijn herkenbaar, en beeldend verwoord. Hier bijvoorbeeld heb ik echt om gegierd ; zelf pas uit het ziekenhuis was onderstaande situatie nog net dat tikkeltje échter, beste lezers.

Het plaatje : Sonja’s moeder moet op zeker ogenblik toch echt richting ziekenhuis. Natuurlijk niet per ambulance, want veel te veel bekijks (!), aldus moeders … (p.275)

Ik hielp haar met veel moeite de trap af en vouwde haar in mijn veel te lage tweepersoonsauto.

‘Ik wil niet in een rolstoel het ziekenhuis ingereden worden, want de gang zit altijd vol met mensen.’

Ik vond het te gênant on in het ziekenhuis te vragen of er een andere mogelijkheid was dan een rolstoel, maar deed het toch. Twee verpleegsters tilden mijn moeder uit de auto, ze kruisten hun armen tot een zitje, waar ik haar bovenop zette. Op haar troon, een arm om de hals van elke verpleegster, werd ze de lange gang door gedragen. Haar hooggehakte benen bungelden boven de grond.

De wachtenden in de gang keken hun ogen uit.

Ik kwam niet meer bij van de lach. Zie het voor je, beste lezers !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.


* : Dit boek komt op korte tijd twee keer aan bod : geheel toevallig. Gelinkt aan (persoonlijke)  boeken-actualiteit, die los staat van welke sponsoring dan ook …

Advertentie

Be A Woman !

Ik breek even temidden de week in, beste lezers. Met een vrouwenstuk. Want internationale vrouwendag vandaag.

Speaker’s corner voor m’n a-typische dametjes die grey ones heten. Over beautysalons aka wachzalen, klaagmuurtje spelen, vrouwelijke tact versus mannelijk(?) ‘ad rem’, gierende dokters, geestige stress-consulentes en pittige pointe.

Voelt alsof ik die veel te grote olifant ben, in die plots akelig kleine kamer. Je merkt ’t : ik ben nog niet over mijn laatste bezoek heen. De – mijn – horror is een beautyconsulent die op je afstevent alsof je ’t te enteren schip bent. Met de deur nog in de hand – en je hoofd nog niet eens voorbij de etalage, gaat het al over douchegelletjeS ?

Do not be mistaken, beste lezers, Géén zeeploze zondvloed hier. Daarvoor moet, schat ik, de wereld nog een zevental vergaan. Maar, zeep, ’t is mijn achilleshiel.

Letterlijk, want de verstoorde band ermee, gaat terug tot een dubbelkantige voetoperatie. Bloody agony. Overduidelijk, dus moest ik opgemonterd.

Karrevrachten rieten mandjes rukten aan. Meest zeep, en sponzen. Aardigheidjes. De laatste in dat rijtje kreeg woest toegeblaft : ” Stinkekzo, misschien ?????????!!!!!!!!!!!! “ het vermaledijde zeepsel erachteraan.

Omfloerst, het is niet voor mij. Heel wat jaartjes, geduld en tact verder ontgaat me nog steeds  waarom vrouwelijk ad rem voor heisa zorgt, terwijl de mannelijke tegenhanger ervan geen spier doet vertrekken. Au contraire …

Het toneel voor deze bedenking is Dr. Waterwerk’s consult. Nu, daar kom je niet als alles, …. eh…. , vloeiend loopt, zeg maar. Wel bij niet, of te.

Zelf zit ik in de laatste categorie, wat me die nacht op zo’n 6 (!) slaapstoringen is komen te staan. Ik ben bepaald brak. Gelukkig de kangoeroewallen, door giga-slaapschuld, onder een goed gelukte make-up-laag weten te schuiven.

Optisch bedrog is je ware, als je je moreel wil boosten. Very Stylish. Vervolgens ging ik de deur uit en vergat ’t heule pleisterwerk.

Terwijl ik in ’n klein spiegeltje m’n présence verifieer, capteert de over-zittende dame me. Gammele constructie, lijkt haar fiat, om verhaal te houden, over de-zoon-met-dwarslaesie.

Mijn celletjes zetten de verbinding ‘mannelijke grinta’ in. Nodig om de heel ‘leuleke’ karakterschets van zoonlief te doorstaan. Bottomline : alle krakkemikkigen zijn monsters. En bedankt ! Tegenwoordig van geest, slik ik nog net de zegging : ‘omdat ze van mama mogen’ in …

Op naar het volgende level. De details van de verstoorde mannelijke afvloeiing. Beeldend, goddank niet geurtechnisch ondersteund. Aaaaaaaaaarghhhhhhhhhh.

Ik schaam me purper, want de problematiek van ’n handvol rolstoelers, full face ahead, is intussen wel bijtend pijnlijk van alle mystiek ontdaan. Sterker nog : àlleman is in zijn blote kont gezet.

“Mevrou-ouw, we zitten allemaal in hetzelfde schuitje”. Of het missie-negertjes waren waar je ’n centje in stopt, zo heftig knikken alle wachtzaalzitters.

Oef. Bijtreding. Maar het groepsprotest valt in dove oren.

Ik snak naar dampende koffie, die ik niet mag, en de grootst mogelijke zak ribbelchips paprika, om mijn zoutbalans en mijn ergernis recht te trekken.

Ik ben er klaar mee. Hoelang nog ! “Niet te geloven, dat ik, die niet eens een fluit heb, die piet-praat moet aanhoren. Rauss damit !”

Kommen Sie herein ! nodigt Waterwerk de vrouw in zijn spreekkamer.

Arts en ik hebben nooit eerder ZO gegierd, al komt het me dan op ’n casinootje te staan, binnenkort. Buitengaand houdt een hoffelijk Jongmens de deur. Hij wist lachtranen uit z’n ogen en zegt : “Goddelijke repliek, die wij mannen hadden moeten leveren.”

Thuis neem ik tóch dat chipje bij ’n goed boek. No stress*, van Loretta. Sla open, en kom bij dieetpillen uit.

“De pillen werkten, bij wijze van spreken. Ik werd in een ijltempo dun omdat ik alleen nog maar bewoog. Ik was een dansende derwisj. Ik had het meest onberispelijke huis van de buurt. Het ziekenhuis belde op omdat ze mijn keuken wilden gebruiken als operatiekamer.” (p. 91.)

Schaterbuikpijn. De keuken is nog geen O.K., en ik nog geen derwisj. Komt dus goed…

Pointe : durf lachen met je female foolishness. Maar, chica’s, weet dat het hebben van een vlaggemast ‘loterij’ is, géén verdienste.

You need a woman to be a man, tenslotte. Zo. The grey ones have spoken …


  • Relax ! You May Only Have a Few Minutes Left : originele titel

Reading Thoughts Reversed (Swoon 36)

Toen de dieren nog spraken, zat ik op ’t hartsgrondig verfoeide internaat. Geen geweldige uitgangspositie. Ter compensatie verslònd ik boeken. In het boek was uit de kostschool, tenslotte.

Om de verplichte boekenlijst malen was d’r niet bij. Wel erover, want ik greep steevast mis in de schoolbib, en de boekenbank thuis, op plus 50 kilometertjes, kon weinig voor me betekenen. Maar was die dijk geslecht, zat ik gebeiteld. Mét boek, en – naar ik nu weet – formidabele inhoudelijke vragenlijst. Ik las, noteerde, schreef en herformuleerde dat ’t een lieve lust was.

Of het Meneer Nederlands ook zo lieflustig was, geen idéé, mààr : hij kreeg zeker weten het volle pond voor zijn ‘goed uitgewerkt en onderbouwd’ – aspiraties.

Het bewijs : z’n openingsrepliek op m’n allereerste boekverslag in zijn opdracht. “Dit is niet alleen in lengte, maar ook in diepte een goed uitgewerkte boekbespreking.”

Spijkers met koppen, want ’t was op ’n haartje na manuscript, beste lezers. 18 kantjes vol. Bijschrift : zo’n 20 leidvragen en nog best groot uitgevallen hanenpoten.

Na de meewarige blikken en snedige opmerkingen bij inlevering, was diep doorvoeld soelaas én van oor tot oor grijnzende voldoening mijn deel.

Ergo : ik bleef heerlijk boekwonen hierna, en lijvige pillen oppennen. Hoera voor doorwrocht – het werd m’n handelsmerk, slechte motoriek of niet.

Zo ging dat, tot ik groot was, en ik niet alleen in boeken, maar ook in het échte leven van alledag ging wonen. Daarin kwamen dikke tomen misericordia voor, die me zo opslorpten, dat ik, wat lezen aanging, nog slechts ’t geheugen van een goudvis overhield. ’t Leesgekwakkel gold, tot die goudvis lucht wilde, en ik een deur – tussen de tristesse en mezelf.

Met Ariadnesdraad was de leeslust terug.

Ik fact-checkte me een slag in de rondte, en genoot er ook nog van.

Dat feiten nalopen gaf input, en daar moest toch wel een boekrubriek inzitten ? Reading Thoughts.

Parmantige naam in eigen categorie. Met, op vandaag, slechts de inhoud van 1(!) artikeltje erin. In aanvang veelbelovend, maar qua uitvoering om te huilen.

Echtigentechtig, ik mis de leidvragen van weleer, om me door het boekbeschrijf te loodsen. Een heus draagvlak om de inhoud én mijn enthousiasme tot iets leuk leesbaars te transformeren.

Wil ik weer die steunende vraagstelling hebben, dan zal ik ze zelf moeten aanleveren. Ben ik groot genoeg voor, maar er is dat addertje. Het sist niet, maar het gonst zeurderig.

Goeie vragen vereist verdieping – inhoud kennen, dus meermaals lezen – kortom, er eens goed voor gaan zitten. Zo’n spreekwoordelijke vijf eeuwtjes. Vadertje tijd is, wee ende helaas, niet zo goedgunstig …

Knelt het schoentje hier al, dan wordt mijn princiepsbeslissing om geen tijd te gunnen aan niet-boeiend, pas écht pijnlijk lopen.

Bovenop komt, dat ik in denken altijd meer wil dan kan. Om over uitvoersnelheid maar stilletjes te zwijgen. I wrote the book is nog wel even een ander chapiter dan ‘I read it’.

Na veel nee-ja-misschiens, laat ik kortelings de categorie RT opgaan in Gericht Schrijven. Hierin huizen al de WOT- Writing On Thursday – en mijn Swoontjes, de Zwijmeltjes op Zaterdag.

Deze schrijfstuurtjes worden dus vervoegd. Het boekbeschrijf van weleer is niet meer, al zal Ariadnesdraad altijd wel plaats hebben voor rake passages.

Reading Thoughts Reversed dus, ofte een blogtechnische swoon met Beth Ditto !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Jubileum : 4 jaar en (nog steeds) voor geen gat te vangen

Vandaag staat dan de 3de Jubileumpost, naast deze parelmoer en dit karaatje. De tip van de sluier die Blogwizard heet, wordt gelicht. Het is Blogtrommel-auteur Sharp Ben.

Hij werd Wizard, omdat mijn celletjes aan de wieg van dit blog nog geen Zeebonken waren. Zeeziek en zonder zeebenen waren ze, inzake de ommekant van een blog.

In al die blogtijd is veel duidelijk geworden. Blogconstructie voor mij, mijn looks voor Wizard. “Voor geen gat te vangen” is z’n leus, als het over mij(n blog) gaat. Eerlijk waar, beste lezers, die stelling is dan weer mijn Da Vinci codex.  Je zult ’t zwart op wit zien, dat ik zelf ook niet vreemd ben aan hersengymnastiekjes !

Aan een blogwieg staan geeft veel impressies. Wizard deelt ze graag met de lezers van Ariadnesdraad. Hij gaat even van de SEO naar het CEO van weleer …

Maar wat is er dan zo bijzonder aan mijn blog ?” Het is een vraag die Ariadne me regelmatig stelt.

Ik mag dan al vroeg tot haar Blogwizard gebombardeerd zijn, ik blijf het moeilijk vinden om die vraag in één-twee-drie te beantwoorden. Al in 2011 was me duidelijk : Ariadnesdraad wordt iets speciaals. Een persoonlijk blog, een blog met veel persoonlijkheid. Kleine, maar belangrijke nuance.

Hier dus géén open dagboek, geen maandelijkse inventaris van ‘r kleerkast, noch ’n wekelijkse blik op de menukaart ten huize Ariadnesdraad.

Wat je dan in de plaats krijgt ? Verhalen “uit een bijzonder leven”, om er maar es ’n cliché tussen te gooien. Boeiende verhalen, waar ieder wat mee kan.

Tenminste, als je de tijd neemt om – kop koffie en koekje bij de hand – op zoek te gaan naar die rode draad door haar verhaal. Zo nu en dan  zit die goed verborgen achter de rijke beeldtaal en de linguïstische spitsvondigheden. ’n Gelaagdheid waar ik van hou …

Dat menig bezoeker zich zo nu en dan een beetje moet voelen zoals in dat ene nummer van Boudewijn de Groot, kan ik me zeer goed voorstellen, maar niet alles wat op het web gebeurt moet verpakt worden in licht verteerbare niemendalletjes van 300 woorden, hé?

Vandaag, 4 jaar en zo’n 220 postjes later, valt daar nog helemaal niks op af te dingen.

Erg knap is dat, want slechts weinig bloggers blijven zolang trouw aan hun eigen recept, zonder dat het op de duur gaat vervelen. Welke postjes ik dan zelf het leukst vind, vraag je je nu af? * Welnu, kiezen is in dit geval zeker verliezen…

Ik heb een zwak voor de scherpzinnige manier waarop Ariadne zichzelf portretteert, hoe ze haar mannetje staat tegenover pissige TV-mannen (noot voor Ariadne: je schuldig voelen jegens de buurman hoeft niet) en hoe ze – met het nodige gevoel voor humor en (zelf)relativering naar de gevolgen van een zomerstorm kijkt. Zo van : heb je te veel water, dan wordt je toch bootsman ?


  *  : Waarschuwing: de postjes niet lezen tijdens het nuttigen van de verjaardagstaart. Het risico op proesten van het lachen, tijdens het eten, is te groot. Ik ben niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen…

N.B. Credit, copyright en waardering gaan voor dit stuk uit naar Sharp Ben.

Reading Thoughts /1

  • seo zoekmachine optimalisatie Tablet Computer And Book Stock Photo

Binnenkort  weer boekenbeurs in Belgenland. Mmm … Warme memorie aan de geur van gedrukte letterkes. Iets met een gesigneerde Tom Lanoye en gekregen gratis tickets … ! Een goed moment om een nieuwe rubriek voor te stellen !

Reading Thoughts wil mooie passages voor het voetlicht plaatsen. Ook van boeken die hun laatste zin niet aan mijn leesoog blootgaven. Soort van recht doen aan mooie fragmenten in niet-uitgelezen boeken. Ofte  : een getwiste boekreview.

Eerste in rij is John Green met “Een weeffout in onze sterren“.

Hazel Grace kan dankzij het wonderlijke Phalanxifor door. Haar kanker moet vooralsnog de duimen leggen. In de onbepaald toegevoegde tijd krijgt ze een boontje voor Augustus – Gus – Waters, en dat is wederzijds.

Er zit humor in dit boek, scherpte, en existentialisme. En toch werkt ‘Een weeffout …’ voor mij niet. Binnenkomer : ik legde een hype naast me neer, beste lezer. Want : ik las deze bestseller niet uit. Door ‘overload’ aan existentiële eindigheid en luttele persoonlijke afstand schoof ik het terzij.

Mogelijks omdat ik goed bekend ben met de ommekant van ziek zijn. Als in :  ’t zelfredzaamheidsgevecht  en de energie die het vraagt om rust uit te stralen.

De weeffout in de sterren van dit boek vind ik ’t wegvallen van Gus. Daar zit logica in, maar het blijft sneu. Hij stal op p. 14 hiermee m’n hart  : “mijn angst is dat ik vergeten word “. Hazels repliek hierop is prachtig p 14-15 : Ik keek naar Augustus Waters, en hij keek naar mij. Ik kon bijna door zijn ogen heen kijken, zo blauw waren ze.

‘Er komt een tijd’, zei ik, ‘dat we allemaal dood zijn. Wij allemaal. Er komt een tijd dat er niemand meer is om zich te herinneren dat er ooit iemand heeft bestaan of dat onze soort ooit iets heeft bereikt. Er zullen geen mensen meer zijn die zich Aristoteles of Cleopatra herinneren, laat staan jou. Alles wat we gedaan en gebouwd en geschreven en gedacht en  ontdekt hebben zal vergeten zijn en dit allemaal’ (…) ‘zal voor niks zijn geweest.’

Augustus combineert diep-denken met heel typische levenslust : de ei-mik-actie van Isaac (die zo wraak neemt omdat ex Monica ‘m liet staan toen ie blind werd) is zijn initiatief en hij navigeert z’n vriend – ‘Yes, ACHTERLICHT!’  – zodat die zelf kan gooien en weet waar het ovaaltje landt, p. 186-187.

Gus wil er ook niet aan zonder benen te rijden en schokt bijgevolg naar al z’n bestemmingen.  ‘Er bestaat handbediening’ zei ik, ‘Ooit, misschien’, p. 23.  My type of character.

Hazel komt – ondanks alles – minder sterk uit de verf,  al like ik deze cynische speldenprik van d’r : “Ik werd wakker en mocht meedoen aan een van de experimenten die er in de republiek Kankervanië om bekendstaan niet te werken. Het middel was Phalanxifor (…). Bij ongeveer zeventig procent van de mensen werkte het niet. Maar bij mij wel. ” Hierdoor ligt haar rol statisch vast – zij blijft over. Dat ondermijnt naar mijn idee haar personage-kracht.

Met de rode draad Peter Van Houten kan ik amper wat.

Green snijdt dan wel weer mooie thema’s aan : de angst van Hazel om achter te laten  : “Ik ga dood en ik laat jou hier alleen achter en dan heb je geen mij meer ( …) en dan zul je nooit meer moeder zijn en dat spijt me”, p.244 (…)

Daarnaast de voorbereiding van haar moeder op de toekomst. Door een studie maatschappelijk werk om een ‘Patrick’ te worden, p.245.

En natuurlijk ook afscheid nemen, terwijl je daar zelf dicht aan toe bent. “Iedereen is erdoor geobsedeerd om zijn stempel te drukken op de wereld. Een erfenis na te laten. De dood te overleven. We willen allemaal herinnerd worden. Ik ook.” (Augustus op p. 256.) Hoe mooi is dit !

Zonder twijfel de Liefde, zoals beleefd door Hazel :

En toen kusten we. Hij gaf me nog snel een kusje op mijn voorhoofd (…). En toen begonnen ze te klappen. Al die mensen, al die volwassenen begonnen zomaar te klappen… Augustus glimlachte en boog p.167-168. Überschattig !

De slotsom van m’n lezing is dat ik nooit vollédig in het boek geraakte, omdat afstand moeilijk bleek. Al belooft ‘Een weeffout’ geen bulderlach, je moet wél ’n beetje een bikkel zijn om er doorheen te komen. Ook al omdat je tot denken wordt aangezet.

D’r is een mooie diversiteit aan themata, en je hebt niet het gevoel dat ze passen als een vlag op een modderschuit.

Gus is een (h)eerlijk personage, vol ‘knowledge of life’, die met zijn pit het verhaal kruidt.

Opposites attract klopt – op meer dan één manier – en dat is boeiend uitgewerkt.

Rating : kleine 3/5

Zo. De kop is eraf !

Tried & tested

seo zoekmachine optimalisatie

Organisation is key, dat weet iedereen. Maar voor de gegniffelde herinnering is niks zo goed als een flukse Flater.

Ik ontdekte dit alterego, tussen een sputterende waterindustrie en een niet-aflatende stroom wasjes in.

Toen kwam het giro van Nearby droog te staan. Perplex kwam ’t verwijt in ’t rood te staan eens zo hard binnen.  Dat gaat zo met ‘metaalstemmetjes’, maar goed. Die smet kon niet op m’n betalingsblazoen, dus ik aan de foon met Digivoice van de klantendienst. 

Ook bij de dubbelcheck hamert Digivoice ‘openstaand saldo’ in m’n Eustachiusbuis. Mét betalingsmededeling er achteraan, dus dat kan metéén geregeld. Wel zo prettig, vlak voor je naar het ziekenhuis gaat. Done and dusted.

Een dikke week later. ’t Loopt nog voor geen meter, als ik besluit me te storten op m’n correspondentie. Het ene na het andere stuk schuift door, maar dan bruuskeert een rekeninguittreksel alles. Zie ‘k dit goed ? Yep, ’t is echtigentechtig waar : die dekselse Digivoice schrijft met dubbel krijt ! Twéé keer krek dezélfde nota betalen is van de zotte !

Het mag dan niet door de beugel kunnen, ik moet ’t wel door ’t oor van ‘a real person’ krijgen bij Nearby. Tussentijds mijn vaststelling en kantoortijd ligt m’n zelfzekerheid zwaar onder vuur. Want : zijn dubbelbetalers niet even zeldzaam als kaviaar ? Als Echte Stem mij tenslotte te woord staat, zit ik met steurviseieren. 

Maar ja, z’is er nou. Wachttijd vergooien is ook wat, dus slik ik ’s en zeg : “Dag, mijn probleem past geloof ik niet zo goed in het doorkiesmenu. Hoe zet ik een dubbele betaling recht ?” Echte Stem gniffelt even en zegt dan opgewekt : “Ik zie een creditsaldo, ja. Geen Paniek. Wordt verrekend bij de eerstvolgende nota, totdat het bedrag is weggewerkt.”

Terwijl ik inhaak, bedenk ik dat ik niet met een ei, maar met de gebakken peren zit, als dit niet klopt.

Maar tried en tested : het klopte. Nearby zeurde braaf een hele maand lang niet aan mijn hoofd, en daarmee was ’t klaar.

Maar evengoed wilde ik hiervan geen repeat. Mijn agenda sprak niet meer, maar gílde wel haast door al die kleurtjes en half uitgeschreven kattebelletjes. Een nieuwe regie drong zich op.

Welk systeem is goed voor een spinnetjesmens met een dumb-phone? The ‘grey ones’ brommen : “Kijk maar op het Web, als je zo into spiders bent”. Dat doe ik dus, te moe als ik ben, om opnieuw het warm ijs uit te vinden. Eureka voor structopathie voor gevorderden !

Ik adopteerde het draaiboek. Na dik twee maand hier de plusjes en minnetjes op een rij. Tried en tested, beste lezer. Proef-op-de-som.

+ Als je zweert bij papier, is dit ideaal om met een voormalig verslavinkje aan kantoorshizzle af te rekenen. Gaat lekker hard : 31 mapjes x 31 dagen x zoveel sticky notes …

D’r gaat tijd zitten in het opzetten van dit systeem. Je moet het even geven, voor het echt voor je gaat werken.

+ Je kijkt per dag. En ziet zo ook wat (niet) haalbaar is. Van doorschuiven valt het dak niet op je hoofd. Dat blogstuk hoeft er niet in één trek te komen : je kan prima de ene avond researchen, de volgende schrijven en nog weer later publiceren. Een sterke tegenhanger voor batchen, waarbij ‘teveel’ vaak op de loer ligt…

+ Nergens losse flardjes. De frigo-deur wordt leger – en je hoofd ook.

 Vervangt geen agenda : die topzware ordner meezeulen is immers een no-no.

+ Je kan (deel)taakjes puzzelen. Een visuele plus die onder-elkaar lijstjes minder hebben. Ik gaf aan mijn takenkaartjes ook een kleurcode qua belang en een tijdsindicatie mee. Handig.

Errugg papier- en schrijfintensief. Mijn oplossing was een aantal terugkerende tasks op papiertjes te schrijven en die in een omslag te stoppen. Leegmaken en verdelen over de beschikbare dagen en Kees is klaar. Spaart schrijfwerk, en de prullenmand ontploft niet door een snipper-bom.

+ Je kan hiermee goeie gewoontes importeren : ik kwam elke dag fruit eten tegen en deed het van lieverlee nog ook. 

Conclusies : dit is upcycling van de to-do-list. Met direct een nieuw moment voor wat nog moet, zodat ’t écht een keer afkomt. Dit draaiboek hielp mij van uitstel af. Na zowat 10 jaar is die gegevenslijst van m’n nutsvoorzieningen een feit en ’n kruideninventaris ook. Herbs zijn hip, maar  3 ‘vantzellefde’ niet meer…

Of dit systeem ook meerwaarde heeft als je met twee huis houdt, weet ik  niet zo. Dan heb je elkaar als reminder en da’s tijdwinst. Maar best een goeie hulp, om solo, in kort tijdsbestek vééél te doen. De rest, da’s de moed der imperfectie !

Bonus : ik heb Kikkererwtprinses ontdekt, die schrijft terwijl ze leeft. Een verhaal dat blinkt zonder oppoetsen.

I’ve hit the (reading) jackpot !

Joyful joyful … Jubileumpost !

‘Dapper doorgaan’ schreef Appelig eerder in een Stijvol Commentaartje. Zo gezegd, zo gedaan. Dapper doorgaan doe ik  aldus op de kop af 36 (!) maand vandaag. Zo’n 191 postjes geleden had ik dat nooit durven dromen. Ariadnesdraad ging immers van start toen in de boksmatch die leven heet, de klappen vielen in mijn hoek.

Wat een klapper, om op ’t moment dat je de rode draad van het journaal steeds kwijt bent, een blog te beginnen ! Maar, wat toentertijd voor Theseus werkte, deed dat voor mijzelf ook ! Ik vond mijn eigenste gedachten en interesses terug. Via kronkelige wegen weliswaar. Meanderende bochten, die jullie, beste lezers, – schatten als jullie zijn – telkens weer mee in gingen. Hersengymnastiek en labyrintjes, het lijkt bij dit blog te horen als pannenkoeken bij suiker.

In vroeger tijd plachtte ’t me wel es te betrubbelen, maar niet meer sinds deze schrijfstijl-analyse. ’t Is gewoon m’n Clausiaans mannelijke kantje, de Hugo in mij.

Of, dixit Rebelse Huisvrouw, spannend, onvoorspelbaar. Een compliment van een schrijfster die ook haar grijze celletjes op gymles durft te doen en van haar VZTZ-rubriek een echte thriller kan maken – wat dan vaak mijn lachspieren doet ‘thrillen’.

Ik maak graag het turnveld der letterkes vrij voor deze mooie gastlog – een tradie op Ariadnesdraad.

Enjoy, lieve lezers !

De Draad van Ariadne

Ariadne. Dochter van koning Minos van Kreta en koningin Pasiphaë. Theseus vond, dank zij de Draad van Ariadne, de uitgang van het labyrint.

Toen ik op Ariadne’s blog belandde, begreep ik na een tijdje de symboliek van haar blogtitel. In Ariadne’s stukjes is het soms zoeken naar de uitgang. Naar de betekenis van haar tekst. Zit er een dubbele boodschap in? Missen we nu iets essentieels?

Lezen bij Ariadne is een soort hersengymnastiek. Zo af en toe frons je je wenkbrauwen en denk je: ‘wat staat hier nu precies?’ Vervolgens kijk je in verwarring om je heen – waar is de uitgang! – en je begint vol goede moed opnieuw te lezen om uiteindelijk beetje bij beetje te begrijpen wat er staat.

Dit is natuurlijk niet altijd het geval. Maar soms wel. En dat maakt het leuk om bij Ariadne te lezen. En spannend. En net dat beetje anders. Want ze is onvoorspelbaar. Je zit in het labyrint – HAAR labyrint – en je doet je best haar Draad vast te houden. De uitgang te vinden. En als je eenmaal daar beland bent leun je achterover en glimlach je tevreden. En je laat de tekst nog even op je inwerken. 

In de dagen die erop volgen echoot het woordje ‘Echtigentechtig’ je nog wat na in de oren. En je glimlacht weer. ‘Knap’, denk je dan, ‘dat ik niet eens meer exact kan navertellen wat er nu precies stond, maar toch aan haar stukje denk.’

Kortom: Ariadne’s Draad is niet zomaar een blog. Het is een taalkundige speurtocht in een labyrint van woorden, teksten en hersenspinsels waar alleen de aandachtige lezer de uitgang vindt.

Proficiat Ariadne, met je jubileum! Ik hoop dat je ons, jouw lezers, nog vaak zal verrassen met je onnavolgbare en altijd weer verrassende teksten!

———————————————–

In dit stuk is enkel de intro van Ariadnesdraad. De vetjes zijn van De Rebelse Huisvrouw. Credit, copyright en waardering voor deze column gaan dan ook naar haar uit.

Voor de schwung in dit stukje ook een vette knipoog naar Zr. Mary Clarence ( Joyful joyful – Sister Act II )

 

Maar allez …. Nen Jubilee !

© Appelig

22 augustus komt opnieuw voorbij. Maar allez … Nen jubilee ! Een mijlpaal voor Ariadnesdraad ! Helemaal als je bedenkt dat dit blog aanvankelijk wel leek opgehangen aan de kapstok “weetiknogniet”.

Lezers, niches, onderwerpen, een rode draad, …. ontsproten geleidelijk aan de innerlijke dialoog  met mijn hoofd, die bij conventie schrijven is gaan heten.

Mijn little grey cells stelden dit colloque singulier erg op prijs.  Gaandeweg deden ze niet alleen gezellig mee, ze namen zelfs gewoon de regie over. Daarom hupsen op dit blog naast mezelf ook nog mijn alterego Superwoman, Mr. Dog en de bende van Zeus rond.

De buitelingen die wij hier allemaal maken zijn een ware binnenkijk in mijn hoofd.

Die brengt me dan weer op jouw pad, beste lezer, via prachtige commentaartjes. Telkens en telkens weer… Een streling voor mijn oog en warm aan mijn hart.

Een lezerspad dat – letterlijk én figuurlijk –  veel verder reikt dan ik ooit durfde dromen. Vandaag daarom het lezersenthousiasme in de bloemetjes . Middels de ‘leading lady’ onder mijn vaste commenters : José Appel van Appelig.

Speciaal voor dit  jubileum deed ze Ariadnesdraad tijd en een tochtje in haar lezershoofd kado.

Haar grijze massa  aan het woord dus, in dit ontwapenende stukje.

Over ‘little grey cells’ en mooie woorden

Wat een schitterend taalgebruik, dacht ik toen ik voor de eerste keer Ariadnesdraad bezocht. Ik was na drie maanden voor mezelf bloggen op zoek gegaan naar Nederlandse collega-bloggers.

Nooit had ik er bij stilgestaan dat ik tijdens mijn zoektocht ook Vlaamse blogs zou tegenkomen. Ik dacht dat het ‘andere’ taalgebruik me niet zou bekoren (noem het discriminatie als je wilt). Vergissen is menselijk, zo bleek al snel.

Ariadne kan toveren met woorden, met zinnen.

Soms schrijft ze cryptisch en weet ik niet altijd zeker of mijn gedachten dezelfde kant opdwalen als die van haar. Ze lokt je het labyrint in en laat je daar dan even zitten dromen, maar ze probeert je er ook weer uit te halen zoals Ariadnes dat behoren te doen.

Met haar scherpe blik en ‘little grey cells’ ontrafelt ze mysteries en diept ze onderwerpen uit.

Koninginnen en ministers worden onder de loep genomen. Van woorden kent ze elke betekenis tot aan de mythologische toe. Het is niet alleen een vermakelijk blog, het is ook leerzaam. Als Nederlandse lezer leer je een hoop Belgische gebruiken en uitdrukkingen kennen. Zoals aprilvis, de nieuwjaarsbrief, mercikes en mijn favoriet ‘hoera ende joepie’, die me doet denken aan Sus Antigoon van Suske en Wiske.

Meeleven in een onzichtbaar web 

Soms vloeien er tranen en overstroomt haar woning, haar straat. In een bootje dobbert ze een tijdje hulpeloos rond. Het laat ons niet onberoerd, we leven mee, geven troostende woorden, steken harten onder haar riem en hopen dat ze snel weer vaste grond onder haar voeten voelt.

Ik ben er inmiddels achter dat er heuse blogvriendschappen ontstaan tussen mensen die elkaar nog nooit ontmoet hebben en dat hoogstwaarschijnlijk ook nooit zullen doen. Er wordt een onzichtbare draad geweven tussen blogs en bloggers.

Zo ben ik de ‘topcommenter’ van dit blog, maar raad eens wie deze titel op mijn blog mag dragen? Juist … Ariadne in hoogsteigen persoon.

Ik wil graag een toost uitbrengen op het tweejarig jubileum van Ariadnesdraad. Mogen er nog maar vele blogpostjuweeltjes volgen  !

José Appel van Appelig

Een review als deze maakt het feestje compleet ! Wat een geweldig lezerspubliek heeft Ariadnesdraad  toch !

Bedankt, beste lezers mijn … Tot lees !

——————————————————————-

N.B.  Deze column is het werk van twee auteurs. Credit, copyright en waardering gaan uit naar Appelig. Zij zorgde voor de productie en aanlevering van beeld(materiaal) en tekst.