Tagarchief: slim hondebeestje

Omega blocking : Swooning Saturday 19

Het lijkt alsof de wereld huilt, beste lezers. Niet een dipje – maar een megalomane depressie. Het weerbericht leert me dat het zeeploegen van de afgelopen dagen te bestempelen valt als omega blocking. Daar dromen de onfortuinlijken, die tegenwoordig bootje varen in huis, zonder assistentie van hun badkuip nog wel, vast ook van. Iets zegt me, dat de compensatie van al dat leed, ook blocking gaat opleveren.

Met op mijn netvlies de jongeman, die zijn fauteuil met daarop de exceptioneel droog gebleven plunje zag voorbijdrijven in z’n woonkamer, moet water wel de topic van deze column zijn.

Zijn desperate gelatenheid en het cowboyloopje waarmee ie zijn droog kleedsel probeert op te vissen kruipen onder de huid.

Ik zit in éne weer terug in die zomernacht dat plankwolken mij noopten om een onvrijwillige opleiding tot bootsman te volgen.

Met dank aan het houdende ramen, ben ik nu gebrevetteerd Zeebonk. Hoera. Het nachtelijke hozen, met bij het morgenkrieken een ramp in volle glorie is er even niet meer bij. Hout vasthouden …

Zonder dank, maar met waternatte tegenzin, ben ik in kletsnatte tijden wel nog altoos ’n binnenpletsende zeemeermin.  Je hebt het, of je hebt ’t niet, beste lezers, een mythologische connectie met de bende van Zeus. Just my luck dat het ondeugden zijn, met een ongekend zwak voor godsgenadige waterballetten.

Dus : regent het zeeën, dan tref je me buiten de deur. Niet dat ik sta te springen om een hoosbui te trotseren, maar je draait nou éénmaal niet op water alleen. Af en toe moet er toch echt ook wat brandstof in.

Tegenwoordig beperk ik het risico door het verhaalrecht van papieren boodschappen te kelderen.

Scheelt ’n slok op een borrel, maar verder blijft het toch echt springen in het diepe : neus en oren dicht. De periscoop, alias mijn paraplu, laat ik standaard achterwege. Wegens geen vriendjes met mijn niet-standaard motoriek.

Dat valt op natuurlijk. Niet in het minst bij mijn nabuurschap – dat niet betrubbeld wordt door de Bermuda-driehoek die een woeste waai, rechtblijven en daarbij boodschappen dragen van tijd voor me zijn.

Niks aan te doen, ik kleur het buitenbeeld, ook als il pleut comme vache qui pisse aan de orde is.

Wat mij dan weer frappeert, is dat pijpestelen zonder paraplu gegarandeerd de vraag “Ga je wandelen ?” oplevert.

Ja joh, ik ben zo groen dat ik gewapend met shampoo ten allen tijde ’n regendouche neem. Niks liever dan nat tot op mijn hemd, dat dan ook nog es ecologisch verantwoord wordt gewassen. Not.

Op dagen met haast kijk ik ’s scheef, roloog vanbinnen en loop door.

Soms echter loopt mijn emmer wel es over en kan ik ’n afgemeten ” ik heb hond nog leiband bij ” niet blokken. Mild gestoord. Boze variant hierop is :  ” Ik ben geen hond, en hoef niet aan de leiband… !!!!!!”

Wat jammer dat zulke hoekige opmerkingen, uitingen van onbehagen, niet eenvoudig, en voor altijd, aan de ketting te leggen zijn.

Afijn, de ene hond is de andere niet. De zoektocht naar de parerende onliner is nog gaande, beste lezers. Wie het weet, mag ’t zeggen.

Ik zeg : viervoeters in het voordeel. Ze moeten geen puntige respons verzinnen en een leiband hoort gewoonweg bij ze … Het noodweer en al dat gewandel bracht me bij Lou Reed en zijn Take a Walk on The Wild Side.

Hopelijk helpt dit Zwijmeltje om je hum en het weer aan de goeie kant te houden !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Advertentie

Jaja, een paard in de gang … !

Zondag hoort heerlijk hazy-lazy te zijn.

De voorlaatste in m’n rijtje is hiervoor gediskwalificeerd, beste lezers. Prachtig achter glas, maar je moest van heul goeien huize zijn om overend te blijven. Denk hierbij aan ‘haardroger effect for real’.

De laziness woei samen met mij de deur uit, want ‘on a mission’. ” Alles voor afwisseling in ontbijt ” had me hip havermout doen kopen, maar niet eens in de helft van – al chance – het kleinste pak, was ik goed klaar met ‘er des morgens voor haver en gort bijzitten’.

Al brulden en briesten mijn little grey cells erbij, er is geen koerspaard aan me verloren. Tussen al dat protest viel ook nog te noteren dat aardbeiensoep je ware was. Allerliefst stroopsmerend kwam ook nog even de vraag van m’n hoofd of ik daarvoor zondagmorgenvroeg wilde opstaan.

Ziegezagende celletjes wil je niet, dus bromde ik : “Zorg dan maar dat ik de wekker hoor… ! ” De rest laat zich raden, beste lezers.

Mét vierkant wit, maar nog zonder koffie en dus confuus, scheur ik op huis aan. Bad move. De bocht naar mijn voordeur door, zie ik een mannenmens waar ik  twéé keer in pas, druk naar me gesticuleren en op misthoornvolume toeteren “Vraag het aan hààr !” .

Hoe Brulbaas het temidden alle kouwe drukte klaarspeelt het hazepad te kiezen is duister, maar ik ben, nadat ie nog nét niet ’t héle land bijeen heeft geklaroend, gloeiend ’t haasje.

Ik voel ’n zakker in m’n lege maag tot aan mijn voeten, als ik drie (!) wraakgodinnen op mij af zie marcheren. In Slagorde, Sakkerdebleu ! De drie Pedantes* zijn eeuwig bozig en weten op alleman wat. Méér dan goed voor ze is, maar omdat ze buurtje-kijk tot evangelie hebben verheven, leren ze dat nimmernooit.

Bovenstaand karakterdossier maakt ze niet m’n meest teerbeminde wijkwoners. Ik prefereer negeren, maar trotseren is al wat ik kan, met deze aanstormende frontale botsing.

“Gij et oek genen noam, zeikerst. Die eene mee heuren hond, IK gaan daar voor VERDER, ze sleept da bieeest zuuu voorts !  Ik ga na die verantwoordelijken, zunne ! ” (n.v.d.r. : de verantwoordelijken voor de dame (?), niet de hond.)

Gratis ende voor niet krijg ik er schabouwelijke taal bovenop, gericht aan de mindermobiele medemens – waarvan ik er ook eentje ben. Hoezo, hun voorland zien omdat ze haast drie decades ouder zijn dan ik ?

De woeste harpijen zijn niet te spreken over het uitlaatritueeltje van mijn buurtje. Haar hoofd staat stevig vast, maar haar body door weerbarstige spieren stukken minder. Een nood die prima kan gelenigd door een slim hondebeestje, met ‘helpende hand’ als baan.

Goldie en Hazeleyes moeten echter nog wennen en leren. Hun meermaalsdaagse wandeling gaat nog niet in gelijnde pas en het ziet er nogal rauwdouwerig uit, genre lijntjetrap.

Wie goed kijkt, ziet verder. Een instructeur van een hondenschool bijvoorbeeld, die het traject volgt, en Goldie’s poten die met tape omwikkeld zijn ter bescherming.

De viervoeter wier rechten zo ‘manu militari’ verdedigd worden, is best blij met haar lot en neemt het schobberdebonk-ritme  op de koop toe. Met liefde en geduld, zelfs.  Ze vindt de schier onuitputtelijke stroom knuffels van ‘the world and his wife’ het einde en de ononderbroken reeks beloningen of lekkers van bazinnetje te gek. Getuige de vele opgewekte blafjes.

Om maar niks te zeggen van het voorrecht waardoor ze zich waarlijk in het Hondenparadijs waant : slapen aan het beddeneind.

Ik heb een zwak  voor ondernemende hondebeestjes ! Compeet solidair ben ik met ze. Helemaal als ze meer inzicht hebben dan deze misfits.

Daarom hou ik de kaken klem qua info en bedien me van hun toon om ze toe te bijten dat ik me niet inlaat met zaken die de mijne niet zijn. Wie heeft mij nodig als ze weten wat en hoe te doen, tenslotte ?

Geen liefhebber van haver of gort, nee. En – op zondag – ook al niet van paarden in de gang, die ongevraagd bij je binnendenderen .

Goeie daad ? Gerichte actie van me ? Geen idee, want ik zie geen Goldie meer ?! Snik ende snif …

N.B. Pedantes*  : geënt op Pedant mannetje van Wiebeltjes

Raspoetitsa ruimt baan !

Uit wrijving ontstaat glans, schreef ik al. En of het waar is ! De nagelnieuwe stoep voor m’n deur is spic-en-span, en de baan blinkt als gitzwarte schoenpoets ! De woestijn is terug naar Egypte verkast en de  modderstromen wasten zichzelf intussen schoon …

Hola-di-ee en hopsasa … Raspoetitsa ruimt baan ! Ja, beste lezer. Je leest het goed : de weg is terug van weggeweest. Na zowat 2 (!) jaar. Dat moet gevierd !

Of het mooi is geworden ? Eerlijk : nou nee. Een parking knàl voor je deur is niet bepaald het summum van schoonheid. Ik mis m’n boom-vanuit-het-keukenraam. De huidige zogenaamd ‘lage beplanting’ is daar geen partij voor. Denk : errrrugg laag, klasse piereverdriet.

Oei, dit klinkt niet vrolijk.  Maar echtigentechtig : het kan me niet verblotekonten.  Alles beter dan wegloosheid. 

Ander heuglijk feit : ik heb mijn nachtrust terug. In principe.

Mijn lijf is daar zo ondersteboven van, dat het tegenwoordig het ene na het andere cimbaalstukje op me loslaat. Totaal ontregeld. Je zou voor minder, na al die maanden van boren, klieven, kappen en kleunen.

Wég zijn de aardbevingen waar mijn bed me aan onderwierp. Geen slaapbevorderende wiegeliedjes waren het, maar regelrechte fakir-tortuur.

Wég zijn de slijpschijven, die me tot op vandaag een nagelvijl-complex bezorgen, annex een nooit meer overgaande hekel aan schuurpapier.  Ze kliefden op het laatst niet alleen stenen en stilte aan stukjes, ook mijn zenuwen…

Maar ’t kan nog erger.

Langstaartigen in huis – met of zonder strikje –  compleet met bijpassende rioolgeur. Die invasie is, met vastbeslotenheid, uitgeroeid. Pfoe-pfoe.

Ah ! Mijn zintuigen  (nose-eyes-ears) komen tot rust ! De martelende luchtspielingen zijn opgelost. Fata morgana’s, vertel mij wat !

Niet zo gek, die woestijntaferelen.  Genoeg zand voor tonnen zandzakjes. Met variatie in kleur als bonus… Gelukkig is de eeuwig opduikende zandvlakte zo finaal overwonnen dat ze zich braafjes permanent liet opborstelen ! Wég woestijn.

Nog een pluspunt is dat je vandaag geen kaartkundig genie meer hoeft te zijn om m’n huis te vinden. Ik is blij.

Aan de weg als inbreker hoeft ook niet meer getimmerd. De deur kan weer open. Mijn loopbaan als acrobaat geef ik er ook aan. Gracieus, dat spreekt.

Wég putten, bulten, loszittende stenen en inzakkende bruggetjes, waarover je je nek kan breken – en de rest van je constitutie erbij. Goed voor de sierlijkheid.

Binnen is het ook weer heerlijk warm. De über-echte pool-simulatie is weer netjes waar ie thuishoort : op de Noordpool.

Weggesmolten zijn de ik-bevries-proof-outfits en de daarbij horende niet-communicatieve pareltjes met God. 

Een bakje troost is weer aan de orde, want de kraantap doet het. Voor mij geen deur tot deur meer, op zoek naar een barmhartige water-samaritaan. De visioenen die me ei zo na een delirium over waterpompen bezorgden, spoel ik nu lekker door. Met datzelfde vloeibare goud kan ik ook nog efkes die kamele(o)n wassen, dus dat komt snor.

Wég zijn ook de onverwachte stroompannes. Dat scheelt aardig  in néééje, “het-werkt-wééér-nie”-momenten. Alles doet het gewoon. Zo goed, dat die kapotte badkamerlamp nu wel heel erg afsteekt. Er is (onvolledig) licht in de duisternis.

Maar ach – een kniesoor die daarover valt. Of het moesten de tele-nuts-bedrijven zijn, die nu een superklant  aan me verliezen. Wellicht verguldt een event met een energieke dj – een cute hondebeestje – deze pil.

Daarna komt de slaap – die nog aardig de weg kwijt is – vanzelf. Is het niet van moeite, dan val je wel om van de energierekening …

Woehoeii ! Let’s party, Mister Dog !

De aanhouder wint !

4 oktober. M’n kalender vertelt me dat het vandaag Dierendag is. Nou niet direct een dag die met stip aangeduid staat in mijn agenda.  Mijn aquarium daargelaten, voel(de) ik bij beestjes nooit de urge “moet ik ook hebben”.

De oorzaak hiervan is niet te zoeken bij een gebrek aan viervoeters in mijn kindertijd.

Ik heb de beste herinneringen aan Mitzi, kortweg ‘Miets’, die bij me in bed mocht slapen. Omdat haar pootjes even ‘stout’ waren als mijn beentjes toendertijd. 

Een slimme hondendame was het. Kon kloklezen. Echtigentechtig. 

Want ze wist precies wat er om vier uur ’s middags gebeurde : dan kwam mijn vader thuis van werk, knipte mijn moeder het lampje van de koffiezet aan en werd de koekjestrommel bovengehaald …  met daarin ééntje voor haar !

Ze tekende al-tijd present voor dit ritueeltje, ook toen ze veel later écht krakkemikkig werd en gebarentaal-afhankelijk bovendien. Koekjes, dat kon ook nog zonder woorden en oren, vond ze !

Het gemis dat ze naliet werd even niet gevuld. Wel zo lekker, vond mijn moeder.

Net toen ze geen-hond-geen-haren-en-geen-werk-eraan in haar dagelijkse routine  had ingepast, werd haar hart veroverd. Door een Vlaamse koehond die Iwan heette. Lang niet zo Verschrikkelijk als z’n naam aangaf. Want zijn peperkoeken hartje kromp ineen – net als hijzelf – door heimwee. Wat we ook deden : ’t beest weigerde zijn voer. Pertinent.  We hadden erg te doen met onze reus, die in een zielig hoopje veranderde.

What to do about a homesick dog ? Handmatig voeren. Het lukte mijn moeder en onze maxi-viervoeter wist weer wat honger was. Hij raakte van de weerbots erg op mijn moeders kookkunst gesteld, en zij op hem.

Hij mocht blijven. Zo maakte ie mijn eerste operatie mee. Hij verlichtte mijn bed-arrest door stiekem uit zijn mand te glippen – een publiek geheim – en onder mijn ziekenhuisbed te gaan liggen. Zo gepositioneerd, dat ik toch nog dat staartstompje heen en weer kon zien wiebelen.

En passant zorgde ie ervoor, met z’n argwanende blik, dat de wijkverpleegster het met haar dagelijkse verzorging – eerder marteling – niet àl te bont maakte ….

Toen Iwan naar de hondenhemel verhuisde, was er plots veel plaats in huis. Mijn vader voelde niks voor ‘geen hond’. Mijn moeder was dan weer helemaal klaar met pups. Er werd dus – hoewel de mand niet weg ging – niet per direct naar de fokker gehold.

Nope. De fokker kwam naar ons.  Met een allerschattigst hondebeest. Kortharig en afgericht erbovenop. Helemaal prachtig. Wat wil je nog meer ?

De fokker – een jachtopziener – wilde een schotvaste hond. O, zeker was er jacht.  Van het baasje, op de hond. De eigenlijke ‘jager’ bibberde van schrik haast uit haar vel. Hm. Dat plaatje klopte niet.

Dus werd er overgestoken – door Sarah. Zoveel investering opruimen was ook wat, en hadden wij geen ervaring met ik-mis-mijn-baas? Mijn moeder slikte haar njet in. Wegens sympathie voor de default. Zij hield namelijk ook niet van geweren.

De jachtgebuisde luisterde immer voortreffelijk – ook als een mini-Pruts keihard in haar oor loeide. Of haar d’r eigen mand uit zwierde om er zélf in te gaan dutten … Wat je al niet doet voor ABC-koekjes, beste lezer.

De liefde kwam van twee kanten. Want nadat ze al dat jeugdig geweld had verduurd, bouwde m’n vader later voor haar een bruggetje, zodat de poten van de retired lady droog bleven !

Toen ik zelf aan home-management begon, wist ik  : huisdieren waren meer werk  dan ik er aan kon besteden. En zo’n beestje mag het goed hebben, toch.

Zonder daarin te ontsporen dan. Want mijn tenen krullen bij  ‘vermenselijking’.  Goed, noem je beestje “mijnkoekeloerepoezewoefke” als je d’r echt niet aan kan weerstaan. Koop je naakthond gerust een jasje. Als je ‘m verder maar huisdier laat zijn !

But : Ariadnesdraad heeft een zwak voor slimme hondebeestjes. Zeker als ze er zo vertederend àlles aan doen om hun zin te krijgen !

Meet Himalaya, het Argentijnse soortgenootje van Mister Dog.  Liefde verzet bergen. Of in elk geval wél een klein jongetje dat Hernan heet en toch een dikke drie minuten zeker weet dat ie absoluut NIET wil knuffelen. Om dan (3:16) toch overstag te gaan !

Het is nog maar ‘ns bewezen : de aanhouder wint ! Een ferme knuffel, in dit geval …

Werkelijk cute, dit !

Zit m’n haar goed ?

Een kwestie waar Beatrix mee worstelde, afgaand op de rapte waarmee ze haar hoofddeksel bij diverse occasies op haar hoofd vastpinde …  Goeie grutjes, ik mag niet denken aan het werk dat haar kapsel vereist.

Zelf ben ik niet matineus. Een full welness treatment in de morgen zit er niet in.

Dat mijn badkamer geen spa is, zit er voor niks tussen.  Ook het ontbreken van een slim hondebeestje met een acute aanval van ijdeltuiterij is het niet.

Neenee, mijn little grey cells zijn hiervoor responsabel.

Ze draaien nog wel ’s ongevraagd dubbele shift. Modus waaruit alleen maar het mannetje met de houten hamer ze kan halen . De klap die mijn hoofd tot een aambeeld maakt, laat zich ’s morgens voelen. Ik raak aartsmoeilijk uit standje automatische piloot.

Het opzet is nochtans veelbelovend, al zeg ik het zelf. Weinig mensen zijn zo met het begin van de dag bezig als ondergetekende. In die mate zelfs, dat er de eerste verticale tijd van slapen niks komt, omdat de woordgroep “niet verslapen” steeds weer opduikt. 

Tegen de tijd dat Klaas Vaak zijn werk doet, lig ik al een eind achter op schema. Hoeveel, dat ontdek ik dan wel weer bij het wakker schrikken … Meestal laat genoeg om de “ik-sta-rustig-op” -fase te skippen, maar vroeg genoeg om geen potten te breken. Wat nou, een element van suspence kruidt toch de dag ?     

Ach, ik heb ervaring met rise and shine en alles wat daar onlosmakelijk mee verbonden lijkt.

Van klabatsboembaf  – toestanden tot outfits die er de avond tevoor blitser uitzien dan het moment waarop ik ze aanschiet. Komt doordat mijn broeken ’s nachts groeien. Werkelijk waar, beste lezer,  “er beuren rare dingen “.

Dit scenario is verkiesbaar boven de onaangekondigde verhuis van mijn sleutels, het rondcrossen van mijn chaos-organizer in de dwaaltuin die mijn handtas heet, of de onweerstaanbare drang van mijn dumdiedummetje naar een stoombad.

Maar : been there, done that.

Vivat de voorlopende horloges, de telefonische wekdiensten, het make-up weigerende velletje en de no-maintenance-kapsels.  Echt, de wetenschap dat je haar altijd goed zit, scheelt een slok op een borrel.

Uzing wellness, hoor ik je denken. Mispoes.

Want de flow die hierbij hoort wordt ergens in januari verstoord door mijn foon. Die heeft uitstekend geslapen. Blakend van alertheid klingelt ie onophoudelijk.

Hm. Eigelijk geen tijd. Toch neem ik op, want het kan zomaar de taxidienst zijn die ik belde.

Nog voor mijn “Hallo ja,” word ik overspoeld door een woordentsunami. Waaruit ik enkel halooo, Sylvie, moi en hôpital kan plukken.

Hoewel ik geen hoge ogen gooi voor de kruising tussen Frans, jakamakkaans en nog wat anders, doe ik er alles aan om uit te leggen hoe het zit. Net als ik ‘ns lekker wil foeteren op de door mijn ouders in mij geïmporteerde burgerzin, is Moi er opniew. Insert loop here.

Vijfvoudig. Zolang heb ik nodig om de mij ingehamerde beleefdheid overboord te gooien en onvervalst plastische taal te gebruiken, teneinde het voor Moi helder te krijgen dat het welletjes is.

Gelukkig, het werkt.  Het tafellaken tussen mij en Moi is volledig doorgeknipt. Als ik een mentaal post-itje maak, met de bedenking dat ik mijn vader ’s moet vragen hoeveel tijd dit hem zou kosten, is het weer van dat. 

Een heerschap ditmaal. Dat er een punt van maakt zo vaak mogelijk het woord sexy te gebruiken in zijn verkoopspraatje voor ondergoed. Versta hieronder de niemendalletjes, die om te kunnen promoveren tot lingerie, een godsvermogen kosten.

Ik spreek die testosteron in mijzelf aan om hier een eind aan te maken. Want echt, hierover wil ik mijn vader niet bevragen.

Niet bars genoeg. Herkansing. Nog geen minuut later heb ik een hijgstem aan de lijn die mij verzekert dat ik écht niet buiten een tanga kan.

Nog een graadje erger dan de ongewilde bespreking van “my underwear” vind ik het ongeoorloofde gebruik van mijn naam.

Vurig, zei ie toch? Ik  brand los en leg hem het zwijgen op, door te zeggen dat ie kan terugbellen als hij een even grote pleitbezorger is geworden van pampers als van de lingerie die hieraan voorafgaat.

Als ik inhaak, gonst mijn hoofd. Neeje, ik wil niet wéten wat mijn vader van die laatste oratie vindt … Maar zakelijk als ie is, ziet hij vast wat in lik op stuk.

Mijn haar zit nog goed, maar zelf lig ik na al die telefonades wél een beetje in de kreukels. Helemaal als de taxi laat weten niet te zullen verschijnen … Moet ik weer hebben !

 ’t Is duidelijk. Ik moet in de leer bij Mister Dog.

Wat een flow heeft ie ! Gaat onverstoorbaar zijn eigen gangetje … Sinds ie geen tv meer kan kijken en ook de radiatoren niet meer kan inrichten als braadspit voor worstjes, heeft ie zich met overgave op de pronksector gestort.

Echtigentechtig, je zou voor minder in zo’n badkamer. Met compleet equipment voor hairdressing @ home …  Jaloers ! Maar niet op de rekening achteraf ;-)

Hij checkt en dubbelcheckt. Zit m’n haar goed ?

Yep. Dus krijgt ie als beloning een aaitje. En daarom, de volgende morgen … je raadt het al !

Mijn helpende hand is een hond !

Commercials. Invasieve dingen zijn het.

In ons multimediaal bestaan kan je er almaar moeilijker om heen.

Zit je net naar iets spannends/leuks/interessants te kijken ….  floept het beeld weg om je op te zadelen met iets waar je tenen van gaan krullen ! Grr.

Tegen de tijd dat je weg-en-weer-terug gezapt hebt, ben je ook nog een stuk kwijt van datgene waar je eigenlijk naar keek. Instant wraak van de reclamespot. Lik op stuk. O, je wil me niet bekijken ? Zelf weten dan :-)

Tussen alle kaf zit koren. Dus tussen de mijnhaarkomtervanrecht-toestanden, vind je ook pareltjes.

De mini-story’s waarvoor je je naar je scherm zou reppen, om er toch maar niks van te missen. Telkens weer. Omdat je er blij van wordt.

Omdat ze grappig, schattig, vertederend zijn.

Zoetjesaan is het een feit : deze commercials krijgen een plaatsje op dit blog.

Niet de saaie waspoedertoestanden of het antikalk-gedoe. Vergeet die van Cillit maar : “Bang, en het vuil is weg !”. Veel dichter bij de waarheid is  : “Damn, het vuil is er nog !”

O, en die spots rond maandverband zijn helemaal om de seskes van de krijgen ! Zelf krijg ik altijd het heen en weer van de “Have a happy period !” van Always.

Bij mijn weten is geen enkele vrouw “over de moon” in deze periode. Hoe zou je ook ? Er zijn de kliedertoestanden – hoeveel voorzorgen je ook neemt – de hoofd- en de rugpijn en de “lekkere goestingskes”, die allemaal op de forbidden list staan.

Het mag dan al een vrouw zijn die je dit noodzakelijk kwaad aanprijst, toch klopt ’t niet. Geen enkele door Moeder Natuur getroffene springt zo fluks en opgewekt een meter hoog in deze conditie. Al helemaal niet in een witte broek !

Is het in deze spots een man, dan klopt de vrolijkheid een stuk beter. Maar toch heb ik dan de neiging om tegen mijn tv te gaan brullen : “Man, wat sta je daar nou, you have no clue !”

Tss. Zouden die spots het hem nou écht doen ?

Naast de échte reclamespot is er ook nog de infomercial. Zo mogelijk nog moeilijker om in een catchy kleedje te stoppen. 

Soms duikt er wél eentje op die de moeite is. Die een echt verhaal vertelt en ook nog een boodschap heeft die mooi gebracht wordt . Zoals deze. Ode aan de (hulp)hond.

Meteen is het bewijs geleverd dat Mister Dog ook energie kan leveren zonder de  elektriciteitsrekening sky-high te laten worden !

Je hebt het door : ik heb een zwak  voor ondernemende hondebeestjes !

Home Alone

Mijn Pandoradoos  doet een verlate poging me een aprilvis te bezorgen.  Mijn elektriciteitsafrekening. Verdienstelijk, maar het lukt niet.

Want : het bij te betalen saldo is verwaarloosbaar.

Het nieuwe heeft, naar mijn zin, veel te veel toeters en bellen na de komma.

Daarom besluit ik mijn actie-plan van vorig jaar nog eens dunnetjes over te doen. Met name : de nieuwe voorafbetaling naar boven toe afronden. The next best thing to géén betaling, als je een hartinfarct wil voorkomen.

Nu moet je weten : ik ben dol op afgeronde voorschotten. Vooral als de bedragen mijn little grey cells onmiddelijk omleiden naar een bepaalde afdeling in het huishoudbudget.

Dat je dan zoiets krijgt als : ping, dat bedrag, dat kan alleen maar dit zijn.

Wie wil nou géén rust in zijn of haar hoofd hebben ?

Dus denk je : dat pas ik wel efkes aan.

Vergeet dat maar. Niet in de factuur, maar in dat ‘efkes aanpassen’ zit de grove misrekening …

 ” Maar  mevrouwtje, voor uw gezinsbezetting is dat voorschot toch veel te groot “, zegt Energieman aan de andere kant van de lijn als ik ‘m verzoek het – vanzelfsprekend met de grootst mogelijke accuraatheid berekende  – voorschot naar boven toe af te ronden.

Hij zegt het op een toon die klinkt alsof ik het zopas gewaagd heb in mijn upje de wereldvrede te bedreigen.

Weet hij veel dat hij door zijn intonatie alleen al oorlogsgevoelens in me wakker maakt !

Ergerlijk, als ze je mevrouwtje noemen en tegen je praten alsof je twee bent en niet kunt tellen. Nutteloos ook.

Want welke kind van twee ligt nou wakker van een energierekening ? En ook : welke peuter voert in eigen naam stortingen uit, met eigen giro en al ?

Heerlijk ding, die logica. Maar lang niet altijd afdoende. Want Energieman geeft niet op.

Langs een labyrint van consistente verklaringen, waarbij zelfs een wereldeconoom de weg zou kwijtraken, doet hij er alles aan om mij de juistheid van ZIJN berekening te doen inzien. 

Onderwijl krijg ik fluitketel-alllures.

Het enige wat ik consistent vind  aan een energievoorschot, is dat het volgende steeds hoger uitvalt. Hoe ultra-zuinig je ook bent.

Plus het feit dat de rekening noooooooooit verklaart waarom dat zo is. Ow, ja, en het logo op de rekening misschien …

Heerlijk ding, die logica. 

Want het helpt me om mijzelf uit de ik-ben-een-fluitketel-die-droogkookt-en-straks-ontploft – toestand te halen.

Zo. Kookpunt vermeden. Ik kom tot de wel heel volwassen conclusie dat ik geen tijd en vooral geen geld heb om deze oeverloze dicussie verder te zetten.

Immers,  ook al dat laaiend zijn komt mijn toekomstige telefoon – en elekriciteitsfactuur niet ten goede. 

Deze logica werkt verkoelend, mijn brein slaagt er warempel in om zich het juiste doorkiesnummer te herinneren en zo van Energieman af te komen, zonder eerst weer een wachtrij vol ogenblikjes geduld door te moeten.

Oef ! Eindelijk gelukt. Weer een energievreter minder.

Maar logica is echt een heerlijk ding ! 

Eureka ! Sinds ik onderstaand spotje heb gezien begrijp ik het.  Het is de verkoopsstrategie van de Energie  Smartbox … Het onderschatten van de te betalen rekening is een verkoopsvoorzet natuurlijk !

Mister Dog Is In Da House heeft in de mini-remake van Home Alone een glansrol !

Werkelijk adorable is ie !  Maar stiekem ben ik blij dat ik geen hond alleen achterlaat als ik van huis ga …  hoe veelzijdig die ook is.

Het is nog maar eens bewezen : als de kat – of in dit geval  het baasje – van huis is … !