Wie hier al langer meeleest, weet dat Ariadnesdraad een soft spot heeft, voor zachte kantjes én schattige reclame. Dat bleek al eerder, in mijn vorige stukje, en ik ga nog even op hetzelfde elan door.
Op Sint’s verjaardag, en vlak voor ie weer afreist om in Spanje de appeltjes van Oranje te gaan plukken geef ik Goedheiligmans’ hofleverancier podium. Onweerstaanbaar, deze … Je zou er bij smelten als (een mok) warme chocola.
Hartjes voor hartveroverende reclame !
Zoet plezier en een zachte dag voor ieder gewenst …
Een goed idee vindt altijd volgers. Was ik eerst nog surpriserend, werd ik zomaar hupseflups de gesurpriseerde … En hoe !
De aanloop mijner verstomming zat ‘m in november, toen Gulliver ietwat spijtig constateerde : “Ik ga er niet meer geraken, dit jaar.” Er, da’s mijn woonstee, en dit jaar, dat is de toch wel pittig gevulde twaalfde maand.
Tja, kan gebeuren. Gulliver en ik, wij wonen namelijk heel happy not nextdoor. Kunnen we prima mee over de baan. Elkaar zien gebeurt volgens het ik-jij-en-dan-weer-ik-principe, en de meeste tijd en kilometers, die kletsen we lekker foongewijs weg.
Works like a charm, en ach, die enkele keer dat we de weg niet even op kunnen tillen om ‘m in elkaars bereik te leggen, daar zijn we groot genoeg voor.
Ik zit er dus niet mee, en mijn celletjes noteren : Nieuwviering bij Gulliver.
But first : Kerstmis. Die zou voor mij weer maar es anders verlopen dan vorig jaar. Was toen slikken. Maar dit keer wist ik vooraf – en dus valt het doek niet over mijn Kerstdiner op ’t allerlaatste ogenblik. Very up-lifting voor mijn Kerstige mood.
Kerst was eersterangs, beste lezers. Zelfs nog vóór de 25ste.
Voorzien is goed, maar zalig de onwetenden beter, in casu.
Die pre-zaterdag zit ik bij een bakkie mijn Kerstmenu te bedenken en op te lijsten als de bel gaat. Geen onzeker tingeltje, maar een dit-is-geen-abuis-snerp.
” ’t Zijnekik ! “, hoor ik Gulliver zeggen, gevolgd door meerstemmig gegniffel, op mijn opperverbaasde : ” Hoe, maar … ! “
Het enigma blijkt Mrs. Cook and Clean te heten. En Mister, want die zat in de driver’s seat. Hoe dat er uitziet, als je elkaars surprise bent ? Geweldig ! Mister en ik zijn dan wel nobele onbekenden van elkaar, maar dat spoelen we, koffieminnend als we zijn, met een verse pot weg. Ik zeg : coffee for president.
Vadermans lust ook wel een kopje, want hoewel hij een navigerende rol heeft gespeeld in de megaverbazing, is hij zélf ook pas bij de kraag gevat.
Slechts een half middagje eerder z’n keuken uit geplukt en gedropt op de passagiersstoel. ZO voor ’t oog van de ongezond nieuwsgierige buren. We hebben allemaal schik, als we bedenken hoe ze elkaar nu aanstoten, om te beklappen dat Gulliver in alweer een andere auto met een knap vrouwmens gezwind is vertrokken richting ongeweten …
Halvelings geschaakt dus, want de Cook and Cleans zijn in voor “op den bots” en Kerstmarkt, en had ik er niet één in de aanbieding ?
De lijst moet maar lijst blijven : weg zijn wij, na een home-tourtje, waarin Mrs. en ik onze gelijklopende lampliefde ontdekken.
Geen opzien, als we later die avond getwee met een nieuw armatuurtje thuiskomen. Handgesneden, door een verkoper die dan weer van Gullivers kant blijkt te zijn. Ha, de wereld is klein ! Maar de lichtliefde niet, want ik schijn geen Kerstgerelateerd iets op te kunnen, zonder er met ’n lamp af te komen.
En met artisanale noga, die me aan Moeders zus doet denken. Wat zou ze geglunderd hebben. Dubbeldik jammer is het, dat slenteren wegens moeilijk lopen er voor haar niet meer bij is !
We doen de kraampjes eer aan. Of juister : de kibbeling, die me weer even in Schotland bracht, de smoutebollen, met suikersneeuw – dit jaar gemist op de kermis en nu lekker toch – de scampi’s en de appelbeignets voor de liefhebbers die niet Ariadne heten – ik ben niet zo van de appelspijs.
Het werd een heuglijk bonte avond – niet alleen inzake menu. Met lichtjes, leute en sfeer – en nieuwe mensen. Na al die trieste eindejaarstijd-jaren is het fijn om de feestzin wat te smeren. Heerlijk om samen met Vadermans weer te kunnen lachen – na al dat krijten …
‘k Ben helemaal pro de female version of Santa. Hemels hip en in voor een vleugje Calvados deed ze precies ‘what Santa’s have to do’ :
Make just one someone happy … Lalala … En of het gelukt is !
Zalig was het ! Ik wens het ieder van jullie toe, beste lezers, dat er in 2016 veelvoudig iets onverwachts uit de lucht valt, dat je dagen later nog doet ginnegappen …
Volgens mijn vader niet eens zo gek, want naar zijn zeggen was mijn komst destijds – en ook nog wel daarna – de grootste surprise ooit.
Niet zelden zijn mensen verrast als ze me ontmoeten. Ben ik toch nog weer anders dan ze verwachtten.
Ach ja. ’t Zal mijn mythologische connectie wel wezen. Ik zeg het je : hiermee is het verrassingselement gegarandeerd.
Ik zou er – om maar iets te noemen – niet van opkijken als ik op een goeie dag zomaar ben veranderd in een zeemeermin die ergens binnenpletst. Zeker weten dat de eerste die me in die hoedanigheid te zien krijgt, Die Dokter is. ;-)
Met zulk een achtergrond heb je dus een zekere surprise-bestendigheid.
Maar toch. Er zit wat sleet op de ‘proof’. De overload aan dit-is-niet-te-geloven-toestanden van de laatste tijd maakt dat het woord surprise me niet echt ‘pink feelings’ bezorgt.
Avontuur, ja, maar trop is te veel. Bij het woord verrassing gebeurt er wat met me.
De controlefreak in me – die alleen maar aan de bak komt als Superwoman een keer haar vliegende start mist – neemt het roer over.
In het beste geval schuift ie afwachting naar voor. Anders triggert hij mijn fantasie, die prompt op de proppen komt met een schier eindeloze reeks van rampscenario’s.
Pff … Vermoeiend.
Maar Superwoman kan wat hebben. Ze laat zich niet zomaar uit het lood slaan. Niet voor niets een vrouw van staal.
Tijdens zo’n surprise-crisis slaagt ze er meestal – onverwacht, jawel ! – toch nog in dit ideetje naar mijn ‘little grey cells’ te transfereren.
“Je mag het kind niet met het badwater weggooien !” Er zijn er immers ook leuke.
Zoals bloggen. Yep.
Bloggen heeft verrassingen in petto.
De eerste is dat ik opnieuw ontdek hoe leuk zélf schrijven wel is. Temidden van een heleboel droefenis nog wel.
De tweede is dat dat geschrijf de niet in te schatten neiging heeft een steeds groter wordend stuk van je tijdsbestek in te palmen … Nog nét geen verslaving, maar veel scheelt het niet.
De derde is dat je een talent ontwikkelt om de werkelijkheid in een blogstory om te zetten. Je brein overvalt je met one-liners voor blogjes, of met snapshots die je in postjes kunt omzetten.
De vierde is dat je hierdoor inspiratie krijgt om nog meer te schrijven. Gaandeweg sneuvelen er blogvoorschriften : voor jou geen niches, of bloggen doe je zo’s. Out of the window ermee !
De vijfde is dat je door die schrijverij gelezen wordt. Lezers lachen of huilen met je schrijfjes mee … Ze supporteren, zijn nieuwsgierig en reageren, met pareltjes van commentaren.
De zesde is dat je zomaar opeens – ploef – een gastrubriek krijgt aangeboden die jouw naam draagt. Nee, beste lezer, ik heb géén handleiding “hoe gastblogger worden”. Wel schrijf ik af en toe vooruit en vermijd ik schrijfkemels ter grootte van een dromedaris …
De zevende is, dat je in hoedanigheid van gastblogger, tot mystery guest wordt gepromoveerd . Oeh, spannend ! Kriebels.
Want je mag nog niets verklappen ! Ultrageheim is het. Zo geheim, dat je zélf niet weet op welk moment je onthuld zult worden, en met welk stuk …
Zoals het een echte surprise betaamt, weet je ook niet wat je collega-gastbloggers gaan schrijven, of wat zij van jouw bijdrage vinden, en hoe jouw toevoeging past in het geheel, zijnde Khadija’s blog … Spannend !
Bij de onthulling ontdek je nog andere woordkunstenaars, en een pakkende getuigenis.
De strafste verrassing is misschien nog wel dat zowat 100 postjes en een paar schrijfformats later, je nog steeds een trouw publiek hebt, dat groeit …