Tagarchief: verzopen waterkieken

Slurfje water, iemand ? (Swoon 56)

Vandaag ’n re-post in waterlijn, wegens even bijkomen, na m’n kunstmatig slaapje.

Een herwerking van ‘De olifant, de slurf en de flexibel’. Anders gezegd : de link tussen ‘your a woman, I’m a man’ en diameters …. heeeeeeeeeeeeeuuuuuuuuul veeeeeeeeeeeeeeeeeel diameters.

Het verlengstuk waarmee je groenten schoon krijgt, en je gootsteen proper – de kraan-slurf – is op zekere morgen stuk. Daar moet wat mee, want dit attribuut en ik, we zijn erg op elkaar gesteld. Slurfloos is mijn keukeninterieur bovendien kaaltjes.

Nu moet je weten : ik heb niks met techniek. Dingen moeten werken. Punt. Het waarom en hoe, dat is me raadsel. Knap vervelend, af en toe.

Technisch vocabularium versus de rest van m’n woordenschat, dat is zoiets als de ontwikkelingslanden, ten op zichte van de Westerse Wereld.

Hoewel de associatie slurf-flexibel-olifant stààt, betwijfel ik toch de literaire kunde van Mister Plummer.

De grey ones laten daarom het veelbelovende luikje ‘logisch nadenken’ openklappen…

Stap 1 : Probleem ? De ‘slurf’ van mijn keukenkraan is kapot.

Stap 2 : Hoe heet zoiets in technische termen ? Brein doet niets dan  ??????????  doorsturen. Subiet gevolgd door de bedenking, dat ik tegen de loodgieter moeilijk over ‘mijne slurf’ kan beginnen.

Enfin, ik kan dat wel, maar niet als de voorwaarden ‘niet gigantisch uitgelachen worden’ en ‘ondubbelzinnigheid’ in één moeite door ook nog vervuld moeten. Slurven zijn beeldende dingen. ‘k Durf ‘r geen eed op doen dat Mr Plummer alléén maar aan olifanten denkt.

Stap 3 : Wie is technisch, niet dubbelzinnig, en ligt niet in een deuk. Ha. Mijn brein doet weer gezellig mee en stuurt fluks het woord ‘vadermans’ door.

Eureka.

stap 4 : Hulplijn bellen. Hulplijn Vadermans is eerst stil, en zegt dan bloedserieus, als gold het wereldvrede : ” Uwe flexibel is kapot. Zeg de loodgieter maar ….”

Dit citaat pen ik op. Hulplijn is niet verbaasd. Heeft tonnen ervaring, met (vrouwelijk) gebrek aan technisch vernuft. Blijft er stoïcijns kalm onder.

In de loop der jaren heeft-ie geleerd, dat het ab-so-luut not done is, lachen met ‘geen flexibel kennen’.

Zo. Nu kan ik aan de slag. Gewapend met de juiste vakterm.

Stap 5 : Ik bel Mr Plummer. Die is verbaasd dat ik zo exact kan uitleggen wat het probleem is.

Dat probleem is lekker vlug de wereld uit, denk je dan. Nope. 2 weken en 3 flexibels heeft het geduurd. Want bij de leerling-loodgieter heet dat gat in zijn vocabularium niet flexibel, maar diens diameter.

Wat is nou erger? Niet weten wat een flexibel is of als Mr Plummer niet de juiste diameter kunnen kiezen ?

Het Swoontje huist deze week onder een vetrood cursiefje, beste lezers. Bert en Ernie zijn  (onweerstaanbaar) toemaatje !

Zwijmelen op Zaterdag is een initiatief van Marja.

Advertentie

Under the boardwalk : Swooning Saturday 23

“Onze Frank”, zijnde de weerman, geeft mee, dat juni 2016 de natste maand is sinds 1839.  Amai. Sinds de start van het apenlandje dat het mijne is, is het dus niet – misschien wel nooit ?  – veel waterachtiger geweest dan nu. Dat zal ik geweten hebben. Die Zeus ook, met zijn bende en hun waterballetten.

Die galjaars hadden het vorige maand op mij en de wereld gemunt. So much voor een mythologische connectie, dus.

Het regende constant ouwe wijven. Omdat die volgens het spreekwoord toch klompen dragen, trok ik ten langen leste m’n Crocs maar an buitendeurs. Desperate times call for desperate measures, tenslotte. En echtigentechtig, ze zijn stukken sneller droog dan sneakers.

De modepolitie heeft m’n fiat om, bij niet akkoord, de droogtijd van (stoffen) schoenen te timen. Wedden dat zelfs zij niet aan de eeuwigheid willen die dat in beslag neemt ?

Naast modemissers – hip zijn in regentenue of als verzopen waterkieken is nog wat – zag je vooral pluutjes op de bühne. Ze hadden ’n glansrol in het vaak daverende klank en lichtspel dat veelvuldig werd opgevoerd.

Bummer voor al wie om prakticale redenen pluu-loos door het leven moet. Met goeie luim is verregend zijn minder erg, dus hield ik de elastiekjes van m’n goeie hum in vorm door aan shampoo in de regen en daardoor schuimbellen te denken.

Works like a charm, behalve die keer dat ik het halen van papieren boodschappen ZO lang principieel achterwege had gelaten dat er in mijn heule have en goed werkelijk waar niet één keukenrolletje meer te detecteren viel. Toen joegen bozige dromen  – van eeuwig getomateerde theedoeken – me lichtelijk op stang, en de deur uit ook wel, ja.

Open doel was ik voor de wolk die net dan brak – wat zeg ik, met donderend geraas openscheurde. Alweer geen modische voltreffer, maar een regelrechte afgang als trendsetter. Snif.

Om nog wat bij te dragen aan het gewicht van ‘bad karma’ besloten mijn huishoudrolletjes om ook gezellig uit hun verpakking los te scheuren. Want wat die wolken kunnen, kunnen zij ook, en rappperderderr !

Gelukkig zagen ze af van ’t modderbadje voor hun teint, maar het resultaat was desalniettemin zwaar onflatteus. Ten behoeve van de modepolitie geef ik graag  mee, dat dat afscheurpapier een nog langere eeuwigheid dan schoenen opeist, om weer droog en bruikbaar te worden.

Na een miskleun van dat formaat krijgt je weer-app de overroepen hoofdrol. Want het weer, dat kan nog meer dan regenen. ’t Kan vriezen of dooien. Ergo : je trekt tig keer per dag je plunje aan, en dan toch maar weer uit, want de radar predikt hemelwater. Deze klucht is pas klaar als je boos bent, omdat ’t na sluitingsuur is, en je je voordeur niet bent doorgekomen. En de gevallen zeeën ook niet, hoera.

Dat is één optie. Maar er zijn meer alternatieven. Bijvoorbeeld.

Als ’t vriest, dan bibber je haast je vel uit, maar blijft nipt droog. Dat was die keer dat ik bij Flex aan de deur verscheen, die hij met een opgwekt : “’t Regent niet,” opendeed – om mijn duim te volgen, richting die inktzwarte wolk achter m’n rug. Hij wist me zonder een drupje tijdsoverschot naar binnen te loodsen. Hoera ende joepie !

Maar ja, die mooie liedjes, ze duren nooit. Al heulemaal niet als je geen nat pak wil halen. Euforie is de vijand, beste lezers. Want bén je dan een keertje droog thuis én zo slim geweest om een natte braderie te skippen, kan je alsnog zomaar de doorweekte sigaar zijn !

Bij ’n doorbrekend waterzonnetje wil ik nog even over de deur ’n vergeten artikeltje halen. Het omen is goed, dus doorlopen maar, die waterproof-cyclus. Ik ben nog geen ‘gecrocte’ halve meter verder of Zeus draait de douche vér voorbij open. (Jaa, wat had je anders verwacht ? Sliep uit modepolitie…)  Hercle * ! ’t Wil weer es lukken dat terug nog een grotere merde is dan door.

Ik scan de uitweg. Dan valt mijn oog op ’n uitgetekend wandelpad en luifeltjes. Restanten van de voorbije braderie. Vanonderrrrrrrrrrreeeeeeeeeeeennnnnnnnn ! Andere schuilers moedigen me aan : “Hier, hier !” ondertussen plaatsmakend. Eén engel  heeft zelfs een handdoek voor me. Kouwe botten, maar ’n warm hart.

Als ik de waterdruppels uit m’n kijkers heb geboend, kan ik de humor van de situatie inzien. Staan we dan, met zijn allen onder een luifeltje, under the boardwalk. Drenkelingen die aan het driften zijn. Sommigen hun app checkend, en foeterend tegen hun mobieltje ” Awel, isda nu droog en zonnig ?!!!!!!!! ” Hilarisch tafereeltje, dat me tot The Drifters inspireerde.

Enne, Zeus, gehoord ? Droog en zonnig, alsjeblief !

Voor meer Zwijmelplezier, klik hier.


  • Hercle : Latijnse krachtterm

Omega blocking : Swooning Saturday 19

Het lijkt alsof de wereld huilt, beste lezers. Niet een dipje – maar een megalomane depressie. Het weerbericht leert me dat het zeeploegen van de afgelopen dagen te bestempelen valt als omega blocking. Daar dromen de onfortuinlijken, die tegenwoordig bootje varen in huis, zonder assistentie van hun badkuip nog wel, vast ook van. Iets zegt me, dat de compensatie van al dat leed, ook blocking gaat opleveren.

Met op mijn netvlies de jongeman, die zijn fauteuil met daarop de exceptioneel droog gebleven plunje zag voorbijdrijven in z’n woonkamer, moet water wel de topic van deze column zijn.

Zijn desperate gelatenheid en het cowboyloopje waarmee ie zijn droog kleedsel probeert op te vissen kruipen onder de huid.

Ik zit in éne weer terug in die zomernacht dat plankwolken mij noopten om een onvrijwillige opleiding tot bootsman te volgen.

Met dank aan het houdende ramen, ben ik nu gebrevetteerd Zeebonk. Hoera. Het nachtelijke hozen, met bij het morgenkrieken een ramp in volle glorie is er even niet meer bij. Hout vasthouden …

Zonder dank, maar met waternatte tegenzin, ben ik in kletsnatte tijden wel nog altoos ’n binnenpletsende zeemeermin.  Je hebt het, of je hebt ’t niet, beste lezers, een mythologische connectie met de bende van Zeus. Just my luck dat het ondeugden zijn, met een ongekend zwak voor godsgenadige waterballetten.

Dus : regent het zeeën, dan tref je me buiten de deur. Niet dat ik sta te springen om een hoosbui te trotseren, maar je draait nou éénmaal niet op water alleen. Af en toe moet er toch echt ook wat brandstof in.

Tegenwoordig beperk ik het risico door het verhaalrecht van papieren boodschappen te kelderen.

Scheelt ’n slok op een borrel, maar verder blijft het toch echt springen in het diepe : neus en oren dicht. De periscoop, alias mijn paraplu, laat ik standaard achterwege. Wegens geen vriendjes met mijn niet-standaard motoriek.

Dat valt op natuurlijk. Niet in het minst bij mijn nabuurschap – dat niet betrubbeld wordt door de Bermuda-driehoek die een woeste waai, rechtblijven en daarbij boodschappen dragen van tijd voor me zijn.

Niks aan te doen, ik kleur het buitenbeeld, ook als il pleut comme vache qui pisse aan de orde is.

Wat mij dan weer frappeert, is dat pijpestelen zonder paraplu gegarandeerd de vraag “Ga je wandelen ?” oplevert.

Ja joh, ik ben zo groen dat ik gewapend met shampoo ten allen tijde ’n regendouche neem. Niks liever dan nat tot op mijn hemd, dat dan ook nog es ecologisch verantwoord wordt gewassen. Not.

Op dagen met haast kijk ik ’s scheef, roloog vanbinnen en loop door.

Soms echter loopt mijn emmer wel es over en kan ik ’n afgemeten ” ik heb hond nog leiband bij ” niet blokken. Mild gestoord. Boze variant hierop is :  ” Ik ben geen hond, en hoef niet aan de leiband… !!!!!!”

Wat jammer dat zulke hoekige opmerkingen, uitingen van onbehagen, niet eenvoudig, en voor altijd, aan de ketting te leggen zijn.

Afijn, de ene hond is de andere niet. De zoektocht naar de parerende onliner is nog gaande, beste lezers. Wie het weet, mag ’t zeggen.

Ik zeg : viervoeters in het voordeel. Ze moeten geen puntige respons verzinnen en een leiband hoort gewoonweg bij ze … Het noodweer en al dat gewandel bracht me bij Lou Reed en zijn Take a Walk on The Wild Side.

Hopelijk helpt dit Zwijmeltje om je hum en het weer aan de goeie kant te houden !

Voor meer zwijmelplezier, klik hier.

Het was weer prijs

The Purple Roses

Bron : weheartit

Weer gelukt! Dat moeten de weergoden gedacht hebben toen ik onderweg was naar mijn doktersafspraak.

Zijn het mijn looks? Vinden ze mijn haar te kort? Zijn ze niet blij met mijn dokterskeuze ? Is een drache* hun favoriete tijdverdrijf?

De Dokter. Als je dan toch een dokter moet, kun je net zo goed deze hebben.

Geen type dat denkt : (zo duidelijk dat je het zelf ook ziet) daar is ze weer. Je mag gerust ‘ns boos op ‘m worden. Hij zet het je niet betaald.

Bereid en capabel om een handje toe te steken zonder het nog erger te maken dan het al was. Plus, hij snapt dat je naast doktersvisites afleggen ook nog een ànder leven hebt.

En het best van al : hij kent je naam. Ok, misschien heeft ie een spiekbriefje, maar hij noemt je noooit Deesendie terwijl je Huppeldepup heet. Wel zo handig, een dokter die je niet met iemand anders verwart.

Neem het van me aan, een goed doktersconsult begint met de juiste naam op de juiste patiënt plakken.

Dat kan het dus niet zijn. Mijn looks dan. Tot op heden heeft eenieder die me tegenkwam het overleefd. Zelf heb ik geen nachtmerries van mijn spiegelbeeld. Dat is het dus ook niet.

Over naar mijn haar. Dat is kort, en dat blijft zo. Punt.

Dus toch het tijdverdrijf.

Waar ik die gratis koude douche aan verdiend heb weet ik niet, maar elke, ja écht elke keer is ’t prijs. Ik kan er de klok op gelijk zetten : als ik naar Die Dokter ga, regent het. Niet zo maar een beetje, neehee, echt bàkken.

Net altijd op het punt dat je van terugkeren éven nat wordt als van doorrijden. Dus rij ik door. Want ik weet : volgende keer gaat het net zo.

Ook al volgens een vast stramien kom ik dus (terwijl het ophoudt met regenen) bij Die Dokter aan als een verzopen waterkieken.

Dokter reikt me elke keer een handdoek aan, onderwijl meewarig zijn hoofd schuddend en zich half luidop afvragend of ik nou echt door dat hondenweer moest. Hij weet nog steeds niet dat het volgende keer net zo gaat.

Inmiddels is het zo ver dat ik overweeg volgende keer maar ineens m’n douchezeep mee te nemen. De handdoek en het water heb ik nou toch al …

Die dekselse weerjongens die hierboven de hemelsluizen bedienen, daar heb ik een eitje mee te pellen. Kunnen ze niet voor een beetje wàrm water zorgen?!

——————–

* stortbui