Uit wrijving ontstaat glans, schreef ik al. En of het waar is ! De nagelnieuwe stoep voor m’n deur is spic-en-span, en de baan blinkt als gitzwarte schoenpoets ! De woestijn is terug naar Egypte verkast en de modderstromen wasten zichzelf intussen schoon …
Hola-di-ee en hopsasa … Raspoetitsa ruimt baan ! Ja, beste lezer. Je leest het goed : de weg is terug van weggeweest. Na zowat 2 (!) jaar. Dat moet gevierd !
Of het mooi is geworden ? Eerlijk : nou nee. Een parking knàl voor je deur is niet bepaald het summum van schoonheid. Ik mis m’n boom-vanuit-het-keukenraam. De huidige zogenaamd ‘lage beplanting’ is daar geen partij voor. Denk : errrrugg laag, klasse piereverdriet.
Oei, dit klinkt niet vrolijk. Maar echtigentechtig : het kan me niet verblotekonten. Alles beter dan wegloosheid.
Ander heuglijk feit : ik heb mijn nachtrust terug. In principe.
Mijn lijf is daar zo ondersteboven van, dat het tegenwoordig het ene na het andere cimbaalstukje op me loslaat. Totaal ontregeld. Je zou voor minder, na al die maanden van boren, klieven, kappen en kleunen.
Wég zijn de aardbevingen waar mijn bed me aan onderwierp. Geen slaapbevorderende wiegeliedjes waren het, maar regelrechte fakir-tortuur.
Wég zijn de slijpschijven, die me tot op vandaag een nagelvijl-complex bezorgen, annex een nooit meer overgaande hekel aan schuurpapier. Ze kliefden op het laatst niet alleen stenen en stilte aan stukjes, ook mijn zenuwen…
Maar ’t kan nog erger.
Langstaartigen in huis – met of zonder strikje – compleet met bijpassende rioolgeur. Die invasie is, met vastbeslotenheid, uitgeroeid. Pfoe-pfoe.
Ah ! Mijn zintuigen (nose-eyes-ears) komen tot rust ! De martelende luchtspielingen zijn opgelost. Fata morgana’s, vertel mij wat !
Niet zo gek, die woestijntaferelen. Genoeg zand voor tonnen zandzakjes. Met variatie in kleur als bonus… Gelukkig is de eeuwig opduikende zandvlakte zo finaal overwonnen dat ze zich braafjes permanent liet opborstelen ! Wég woestijn.
Nog een pluspunt is dat je vandaag geen kaartkundig genie meer hoeft te zijn om m’n huis te vinden. Ik is blij.
Aan de weg als inbreker hoeft ook niet meer getimmerd. De deur kan weer open. Mijn loopbaan als acrobaat geef ik er ook aan. Gracieus, dat spreekt.
Wég putten, bulten, loszittende stenen en inzakkende bruggetjes, waarover je je nek kan breken – en de rest van je constitutie erbij. Goed voor de sierlijkheid.
Binnen is het ook weer heerlijk warm. De über-echte pool-simulatie is weer netjes waar ie thuishoort : op de Noordpool.
Weggesmolten zijn de ik-bevries-proof-outfits en de daarbij horende niet-communicatieve pareltjes met God.
Een bakje troost is weer aan de orde, want de kraantap doet het. Voor mij geen deur tot deur meer, op zoek naar een barmhartige water-samaritaan. De visioenen die me ei zo na een delirium over waterpompen bezorgden, spoel ik nu lekker door. Met datzelfde vloeibare goud kan ik ook nog efkes die kamele(o)n wassen, dus dat komt snor.
Wég zijn ook de onverwachte stroompannes. Dat scheelt aardig in néééje, “het-werkt-wééér-nie”-momenten. Alles doet het gewoon. Zo goed, dat die kapotte badkamerlamp nu wel heel erg afsteekt. Er is (onvolledig) licht in de duisternis.
Maar ach – een kniesoor die daarover valt. Of het moesten de tele-nuts-bedrijven zijn, die nu een superklant aan me verliezen. Wellicht verguldt een event met een energieke dj – een cute hondebeestje – deze pil.
Daarna komt de slaap – die nog aardig de weg kwijt is – vanzelf. Is het niet van moeite, dan val je wel om van de energierekening …
Woehoeii ! Let’s party, Mister Dog !